Besluit van 31 mei 2013, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 mei 2013, nr. WJZ/508648(10 297), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel VI, van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel B, van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 31 mei 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de twaalfde juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 18 juli 2009 (Stb. 2009, 334) is voor scholen en instellingen in het bekostigd primair onderwijs (po), (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so), en bekostigd en niet-bekostigd voortgezet onderwijs (vo) en beroepsonderwijs- en volwasseneneducatie (bve), de plicht om in- en uitschrijvingen van leerlingen en studenten te melden aan gemeenten (hierna: meldingsplicht) komen te vervallen. Inwerkingtreding was tot op heden uitgesteld op het verzoek van gemeenten om daarmee te wachten tot de invoering van de plicht voor instellingen in het bve om een locatiecode toe te voegen aan de set studentgegevens die wordt geleverd aan het Basisregister onderwijs (Bron). Deze code met informatie over de locatie waar een student onderwijs volgt is voor gemeenten cruciaal bij de aanpak van verzuim en uitval in het beroepsonderwijs. Op 1 januari 2013 is de Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een locatiecode (Stb. 2012, 354) in werking getreden; om die reden is nu – op het eerstvolgende vaste verandermoment – ook artikel I, onderdeel B, in werking getreden.

Overgangsbepaling artikel I, onderdeel C, die het vervallen van de meldingsplicht zou opschorten voor het po en (v)so, zal niet in werking treden. In deze overgangsbepaling werd destijds voorzien omdat ten aanzien van die sectoren een langere aanlooptijd werd verwacht om een goede uitvoering van de wijzigingen te kunnen realiseren. Inmiddels zijn zowel de scholen als het Bron optimaal voorbereid op de wijzigingen.

Na publicatie van de Wet van 18 juli 2009 (Stb. 2009, 334) is in een wet tot het aansluiten van het niet-bekostigd onderwijs op het Bron (Stb. 2011, 621) een samenloopbepaling opgenomen (artikel V, onderdeel A), waardoor met dit inwerkingtredingsbesluit de meldingsplicht ook is komen te vervallen voor het niet-bekostigd vo en bve. Daarnaast is in een ministeriële regeling tot wijziging van de Regeling gegevenslevering onderwijsnummer VO (Stcrt. 2012, 11100) een inwerkingtredingsbepaling opgenomen (artikel II, tweede lid), die de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C en D van diezelfde wijzigingsregeling, afhankelijk stelt van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 18 juli 2009 (Stb. 2009, 334). Zodoende zijn met dit besluit ook artikel I, onderdelen C en D, van bovengenoemde wijzigingsregeling in werking getreden. Artikel I, onderdeel C, stelt de plicht vast voor scholen in het vo om de datum van in- en uitschrijvingen van leerlingen binnen zeven dagen te melden aan het Bron. Artikel I, onderdeel D, wijzigt de termijn waarbinnen de door de scholen gemelde inschrijfgegevens uiterlijk door de Minister aan de scholen teruggekoppeld dienen te worden, van twee weken naar een week.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven