Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een locatiecode

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet educatie en beroepsonderwijs te wijzigen om een locatiecode toe te voegen aan de gegevens die de instelling levert teneinde gemeenten beter in staat te stellen hun taken ten aanzien van verzuim efficiënter uit te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.4.1 wordt in het zesde lid, onderdeel a, de zinsnede «bedoeld in de onderdelen a tot en met d, h tot en met j, en l en o,» vervangen door: bedoeld in de onderdelen a tot en met d, h tot en met j, en l en o en p,.

B

In artikel 1.4a.1 wordt in het achtste lid, onderdeel a, de zinsnede «bedoeld in de onderdelen a tot en met c, e tot en met i, en k en l,» vervangen door: bedoeld in de onderdelen a tot en met c, e tot en met i, en k tot en met m,.

C

Artikel 2.3.6a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k vervalt: en.

2. In onderdeel l wordt de punt vervangen door: ; en.

3. Na onderdeel l wordt toegevoegd:

  • m. de locatie waar het onderwijs wordt gevolgd.

D

Artikel 2.5.5a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel n vervalt: en.

2. In onderdeel o wordt de punt vervangen door: ; en.

3. Na onderdeel o wordt toegevoegd:

  • p. de locatie waar het onderwijs wordt gevolgd.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

’s-Gravenhage, 21 mei 2012

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De Minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de zevenentwintigste juli 2012

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 096

Naar boven