Besluit van 22 februari 2012 tot aanpassing van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie en het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met technische wijzigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 januari 2012, nr. IVV/LZW/2012/798;

Gelet op de artikelen 7, derde lid, 8, tweede lid, en 14, eerste lid, van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie, 6, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 18, achtste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 2:2, tweede lid, 2:5, vijfde lid, en 3:1, achtste lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 februari 2012, nr. W12.12.0026/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 februari 2012, IVV/LZW/2012/2173;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN HET UITVOERINGSBESLUIT TIJDELIJKE WET PILOT LOONDISPENSATIE

Artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «gehuwd is» vervangen door: tot een gezin behoort.

b. «artikel 21, onderdeel c,» wordt vervangen door: artikel 21, eerste lid,.

2. In het tweede lid vervalt «en artikel 7 van de Wet investeren in jongeren».

3. In het derde lid vervalt «, alsmede de artikelen 7, 36, vierde en vijfde lid, en 54, derde lid, van de Wet investeren in jongeren».

4. In het vierde lid wordt «gehuwde» telkens vervangen door: gezin.

5. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Artikel 19, derde en vierde lid, van de Wet werk en bijstand is van overeenkomstige toepassing op de aanvullende uitkering.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN HET SCHATTINGSBESLUIT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWETTEN

Artikel 1, onderdeel j, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten komt te luiden:

j. loondervingsuitkeringen:
  • 1°. uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet;

  • 2°. uitkeringen op grond van de Ziektewet;

  • 3°. hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of de bezoldiging op grond van artikel 76a van de Ziektewet;

  • 4°. uitkeringen op grond van de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

  • 5°. uitkeringen bij ziekte of werkloosheid op grond van een regeling welke geldt voor personen die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Ziektewet onderscheidenlijk artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Werkloosheidswet, niet ingevolge die wet verzekerd zijn;

  • 6°. een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de leeftijd van 65 jaar;

  • 7°. uitkeringen op grond van de wetgeving van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of van Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, een andere Mogendheid of een volkenrechtelijke organisatie die naar aard en strekking overeenkomen met de uitkeringen, bedoeld onder 1° tot en met 6°;

  • 8°. uitkeringen en inkomensvoorzieningen op grond van de Wet WIA, de WAO, de Waz en de Wet Wajong en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die daarmee naar hun strekking overeenkomen.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

  • 1. Artikel I van dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, waarbij onder 1, onderdeel b, terugwerkt tot en met 1 januari 2012.

  • 2. Artikel II van dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Inkomensbesluit volksverzekeringen en sociale voorzieningen in verband met toepassing op de Toeslagenwet, Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en werknemersverzekeringen (Stb. 79) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Lech, 22 februari 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Uitgegeven de negenentwintigste februari 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In dit besluit wordt een aantal verwijzingen aangepast. De aanpassingen betreffen verwijzingen in het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie (hierna: Uitvoeringsbesluit) en het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (hierna: Schattingsbesluit). Voor deze beide besluiten geldt een gecontroleerde delegatie.

Artikel I

Artikel I van dit besluit strekt tot aanpassing van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie aan de wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) (hierna: de wet tot wijziging van de WWB).

De wijzigingen van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit dienen er toe:

  • verwijzingen naar artikelen van de Wet investeren in jongeren te schrappen aangezien met de wet tot wijziging van de WWB de WIJ is ingetrokken;

  • een verwijzing naar artikel 21 van de Wet werk en bijstand (WWB) die door de wet tot wijziging van de WWB is aangepast te wijzigen.

  • verwijzing naar het begrip «gehuwden» te wijzigen in een verwijzing naar het begrip «gezin» vanwege de aanscherping van gezinsbijstand die door de wet tot wijziging van de WWB is ingevoerd.

Overeenkomstig artikel 14, derde lid, van de Tijdelijke wet pilot loondispensatie is de voordracht voor het vaststellen van de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie niet eerder gedaan dan na vier weken nadat het ontwerp hiervan aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd. Eigenlijk hadden deze wijzigingen gelijktijdig met de wet tot wijziging van de WWB in werking moeten treden, maar dit is abusievelijk niet gebeurd. Nu treedt dit artikel op het eerst mogelijke moment in 2012 in werking, namelijk de eerste dag van de maand volgend op de datum van publicatie in het Staatsblad.

Artikel II

Artikel II van dit besluit strekt tot aanpassing van artikel 1, onderdeel j, van het Schattingsbesluit. Dit is een technische wijziging en heeft geen inhoudelijke gevolgen. In het besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Inkomensbesluit volksverzekeringen en sociale voorzieningen in verband met toepassing op de Toeslagenwet, Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en werknemersverzekeringen (Stb. 79) wordt geregeld dat het Inkomensbesluit Wet WIA in het Inkomensbesluit volksverzekeringen en sociale voorzieningen wordt opgenomen en dat het Inkomensbesluit Wet WIA wordt ingetrokken. Om die reden wordt de verwijzing naar het Inkomensbesluit Wet WIA in artikel 1, onderdeel j, van het Schattingsbesluit gewijzigd. In het Schattingsbesluit wordt onder loondervingsuitkering verstaan:

  • 1. Uitkeringen of verminderde loondoorbetaling vanwege ziekte. Hiertoe behoren:

    • een uitkering op grond van de Ziektewet;

    • loondoorbetaling en bezoldiging vanwege ziekte (artikel 7:629 BW respectievelijk artikel 76a van de Ziektewet);

    • een uitkering bij ziekte op grond van een regeling die geldt voor personen die op grond van artikel 6, onderdelen a en b, van de ZW niet voor die wet zijn verzekerd. Dit betreft niet ZW-verzekerd overheidspersoneel, militairen en vrijwilligers bij een gemeentelijke brandweer; en

    • loondoorbetaling of een uitkering vanwege ziekte ingevolge de sociale zekerheidswetgeving van een ander land.

  • 2. Uitkeringen vanwege werkloosheid. Hiertoe behoren:

    • een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet;

    • een uitkering bij werkloosheid op grond van een regeling die geldt voor personen die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdelen a en b, van de WW niet voor die wet zijn verzekerd. Dit betreft niet WW-verzekerd overheidspersoneel, militairen en vrijwilligers bij een gemeentelijke brandweer;

    • uitkeringen vanwege vervroegde uittreding of pensioen;

    • een uitkering bij werkloosheid ingevolge de sociale zekerheidswetgeving van een ander land; en

    • een uitkering bij werkloosheid op grond van de artikelen 6, 51 of 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.

Overeenkomstig de artikelen 18, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 2:5, zesde lid, en 3:1, negende lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en 6, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is de voordracht voor het vaststellen van de wijziging van het Schattingsbesluit niet eerder gedaan dan na vier weken nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister te brengen. Tevens is overeenkomstig de laatstgenoemde artikelen de voordracht voor het vaststellen van de wijziging van het Schattingsbesluit niet eerder gedaan dan na vier weken nadat het ontwerp hiervan aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel III

In het eerste lid van dit artikel is bepaald dat de wijziging van het Uitvoeringsbesluit in werking treedt met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. De wijziging van het eerste lid waarbij de verwijzing naar een norm wordt aangepast wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2012. Zoals in de toelichting op artikel I is uitgelegd, had de wijziging van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit eigenlijk gelijktijdig in werking moeten treden met de wet tot wijziging van de WWB. Aan genoemd onderdeel wordt terugwerkende kracht verleend. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor de uitkeringsgerechtigde. Aan de andere onderdelen is geen terugwerkende kracht verleend omdat dit nadelige gevolgen kan hebben voor uitkeringsgerechtigden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven