Besluit van 15 november 2012, houdende wijziging van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen inzake aan het COKZ verschuldigde retributies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2012, VGP 3134821, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op artikel 33 van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van datum 24 oktober 2012, No. W13.12.0409/III));

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2012, VGP/3139939 uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel s door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

t. het COKZ:

de stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel.

B

In artikel 4, derde lid, wordt de zinsnede «is aan de NVWA een retributie verschuldigd» vervangen door: is aan de NVWA of het COKZ een retributie verschuldigd.

C

Artikel 9c komt te luiden:

Artikel 9c

De exploitant, de eigenaar of de vertegenwoordiger van de eigenaar van een inrichting op wiens verzoek de NVWA of het COKZ een exportverklaring heeft afgegeven, is aan de NVWA onderscheidenlijk het COKZ een retributie verschuldigd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 15 november 2012

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Uitgegeven de dertigste november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (verder: het COKZ) heeft enkele taken en bevoegdheden op het terrein van de Warenwet. Controleurs van het COKZ zijn belast met het toezicht op de naleving van warenwettelijke voorschriften inzake zuivelproducten, eieren en eiproducten1. Daarnaast is aan de directeur van het COKZ (onder)mandaat verleend om namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport erkenningen te verlenen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen2.

Aan het verlenen van in de eerste alinea bedoelde erkenningen zijn kosten verbonden. Voor deze kosten wordt de aanvrager van de erkenning een retributie in rekening gebracht op de voet van artikel 4, derde lid, van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen. Aangezien erkenningen van inrichtingen veelal in mandaat door het COKZ worden verleend, was het gewenst te verduidelijken dat de retributie in dergelijke gevallen verschuldigd is aan het COKZ. Artikel I, onder B, van dit besluit zorgt daarvoor. De desbetreffende tarieven zijn vastgesteld bij de artikelen 7, 8, 10 en 11 van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (verder: NVWA) verstrekt op verzoek exportverklaringen als bedoeld in artikel 1, onder s, van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen. Aan het verstrekken van exportverklaringen zijn kosten verbonden. Bij besluit van 5 juni 2009 (Stb. 2009, 251) is daarom artikel 9c ingevoegd in het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen. Krachtens die bepaling is de aanvrager van een exportverklaring aan de NVWA een retributie verschuldigd.

Aangezien exportverklaringen desgevraagd ook worden verstrekt door het COKZ, is het ter dekking van de desbetreffende kosten gewenst dat in dergelijke gevallen een retributie verschuldigd is aan het COKZ. Artikel I, onder C, van dit besluit zorgt daarvoor. De desbetreffende tarieven zijn vastgesteld bij de artikelen 23c (voor de NVWA) en 23d (voor het COKZ) van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008.

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Dit besluit is conform het kabinetsbesluit inzake vaste verandermomenten van regelgeving in werking getreden met ingang van 1 januari 2013.

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)3. Daarbij is gebleken dat de deelnemers aan het ROW geen bezwaar hebben tegen dit besluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Zie de Warenwetregeling aanwijzing en werkwijze toezichthouders COKZ en de Warenwetregeling taakverdeling toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen.

X Noot
2

Zie de Regeling mandaat aan IG-NVWA inzake het verlenen, schorsen en intrekken van bepaalde erkenningen en het besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van 6 juni 2012, nr. NVWA/12/661/AtC (Stcrt. 2012, 11890), houdende verlening van ondermandaat aan het COKZ.

X Noot
3

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken), van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven