Wet van 25 oktober 2012 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de hoogte van eigen bijdragen als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning mede afhankelijk te kunnen maken van het vermogen van de verzekerde en diens echtgenoot;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt na «inkomen» ingevoegd: en vermogen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid die betrekking heeft op het in dat lid bedoelde vermogen, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.

B

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «door de zorgverzekeraars» ingevoegd: , door het CAK.

2. In het tweede lid wordt «voor de zorgverzekeraars en de rechtspersonen, bedoeld in artikel 40» vervangen door: voor de zorgverzekeraars, voor het CAK en voor de rechtspersonen, bedoeld in artikel 40.

ARTIKEL II

De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «inkomen»ingevoegd: en vermogen.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het derde lid, die betrekking heeft op het in het tweede lid bedoelde vermogen, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.

B

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «inkomen»ingevoegd: en vermogen.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De voordracht voor de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede lid, die betrekking heeft op het in het eerste lid bedoelde vermogen, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.

ARTIKEL IIA

Artikel 6, zesde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de artikelen 15, vierde lid, en 19, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn niet van toepassing op de eerste vaststelling van de in die artikelen bedoelde algemene maatregelen van bestuur.

ARTIKEL IIB

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid, de effecten en de uitvoering door het CAK in de praktijk van de artikelen 6 en 41 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de artikelen 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning zoals deze zijn komen te luiden na 1 januari 2013.

ARTIKEL III

Deze wet treedt inwerking met ingang van 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 25 oktober 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Uitgegeven de dertiende november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 204

Naar boven