Besluit van 21 juni 2012 tot wijziging van het Besluit SUWI, het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten in verband met aanpassing van de samenwerking bij dienstverlening door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de colleges van burgemeester en wethouders, de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beëindiging van de inzet van het instrument van de loonkostensubsidies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. RUA/UO/2012/6239, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 30a, tiende lid, en artikel 62, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 11, zevende lid, van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 19, achtste lid, en artikel 21, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 mei 2012, No. W12.12.0140/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2012, nr. RUA/UO/2012/9320, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN HET BESLUIT SUWI

Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.1, eerste lid, wordt «artikel 30a, achtste lid, van de Wet SUWI» vervangen door: artikel 30a, negende lid, van de Wet SUWI.

B

In artikel 4.2, eerste lid, wordt «een persoon als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wet SUWI of de werknemer, bedoeld in artikel 72, eerste lid, van de WW,» vervangen door: een persoon als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wet SUWI, met uitzondering van een uitkeringsgerechtigde op grond van de Werkloosheidswet tenzij sprake is van een werknemer als bedoeld in artikel 20, zesde lid, onderdeel a, van die wet en met uitzondering van een uitkeringsgerechtigde op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

C

Artikel 4.2a vervalt.

D

Artikel 4.3, derde en vierde lid, vervallen.

E

In artikel 4.4 vervallen «of artikel 4.2a, derde lid,» en «of de overheidswerkgever».

F

Artikel 5.2b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt: in locaties werk en inkomen.

2. In het eerste lid wordt «taken en werkzaamheden in de locaties werk en inkomen als bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Wet SUWI» vervangen door: gegevensverwerking als bedoeld in artikel 62 van de Wet SUWI.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN HET BESLUIT UITVOERING SOCIALE WERKVOORZIENING EN BEGELEID WERKEN

In de bijlage bij het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken vervalt in de toelichting bij vraag 1 tot en met 6, ad 4: of van een loonkostensubsidie.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN HET MAATREGELENBESLUIT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN

Het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel b, vervalt: 26, eerste lid, onderdeel a, van de WW en.

B

Artikel 5 van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «14, tweede lid, onderdeel d, van de IOW» vervangen door: 14, tweede lid, onderdeel d, van de IOW zoals dat luidde op 30 juni 2012.

2. In onderdeel c wordt «14, tweede lid, onderdeel e, van de IOW» vervangen door: 14, tweede lid, onderdeel e, van de IOW zoals dat luidde op 30 juni 2012.

ARTIKEL IV INTREKKING BESLUIT VAN 26 AUGUSTUS 2010 TOT WIJZIGING BESLUIT SUWI

Het besluit van 26 augustus 2010 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met het stellen van regels omtrent de dienstverlening in en de inrichting van locaties werk en inkomen (Stb. 2010, 681) wordt ingetrokken.

ARTIKEL V INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 21 juni 2012

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

In het regeerakkoord is een generieke taakstelling opgenomen voor Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), en twee specifieke taakstellingen voor het re-integratiebudget en het bemiddelingsbudget van UWV (Kamerstukken II 2010/2011, 32 417, nr. 15).

Bij brief van 14 maart 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de invulling op hoofdlijnen van deze taakstellingen (Kamerstukken II 2010/2011, 32 500 XV, nr. 75). Als gevolg van deze taakstellingen zal het budget voor UWV WERKbedrijf met circa 50% dalen. De dienstverlening door UWV WERKbedrijf zal daardoor ingrijpend veranderen. Tevens zal UWV zich terugtrekken van een groot deel van de Werkpleinen.

Op 27 oktober 2011 is het voorstel van wet tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies (verder: het wetsvoorstel) ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken 33 065). Het wetsvoorstel ziet onder meer op de aanpassing van de dienstverlening van het UWV aan werkgevers en werkzoekenden in verband met het zogenoemde Redesign van UWV WERKbedrijf. Het wetsvoorstel is op 8 mei 2012 aanvaard door de Eerste Kamer.

2. Inhoud van het besluit

Naar aanleiding van de wijzigingen die in het wetsvoorstel zijn opgenomen, moeten ook een aantal wijzigingen in besluiten plaatsvinden. Het gaat daarbij om het Besluit SUWI, het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten. Die wijzigingen hebben de volgende achtergrond:

1. Samenwerking UWV en gemeenten

Met het wetsvoorstel wordt de samenwerking tussen UWV en gemeenten gewijzigd. Het aantal vestigingen van waaruit UWV opereert wordt de komende jaren teruggebracht van 98 naar 30, om daarmee de kosten terug te dringen. De samenwerking tussen gemeenten en UWV zal daardoor meer aanvullend op elkaar geschieden.

Hiermee is de relevantie van de nadere regelgeving in het Besluit SUWI, dat wel is gepubliceerd (Stb. 2010, 681) maar niet in werking is getreden, weggevallen. Bovendien zijn elementen van die nadere regelgeving meegenomen in het wetsvoorstel. Het gaat daarbij om de volgende elementen: UWV en gemeenten werken in ieder geval samen inzake de registratie in één systeem, de werkgeversdienstverlening op regionaal niveau en het verrichten van taken ten aanzien van de regionale arbeidsmarkt. Dat besluit wordt ingetrokken (artikel IV).

2. Individuele re-integratieovereenkomst

Met het wetsvoorstel vervalt de mogelijkheid voor UWV om re-integratiemiddelen in te zetten voor uitkeringsgerechtigden op grond van de Werkloosheidswet (WW) en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW). Daarmee vervalt tevens de mogelijkheid om voor WW- en IOW-gerechtigden een individuele re-integratieovereenkomst te sluiten. De bepalingen die betrekking hebben op een individuele re-integratieovereenkomst voor WW- en IOW-gerechtigden, komen dan ook te vervallen.

De bepalingen komen ook te vervallen voor de overheidswerkgever die op grond van de WW zelf verantwoordelijk is voor de re-integratie van de ex-overheidswerknemer. Dit neemt niet weg dat vanwege het eigenrisicodragerschap voor de WW-uitkering de overheidswerkgever een intrinsieke prikkel houdt om (middels de inzet van eigen middelen en/of re-integratie-instrumenten) in te zetten op een snelle herplaatsing van de ex-werknemer.

3. Loonkostensubsidie

Het instrument van de loonkostensubsidie is vervallen. Dit instrument was neergelegd in de artikelen 78a en 78b van de WW, 67f en 67g van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 65i en 65j van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2:21, 3:71 en 3:72 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) en 37a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Deze artikelen zijn vervallen met ingang van 1 januari 2012 bij Besluit van 6 december 2011, houdende vaststelling van het tijdstip waarop enige artikelen met betrekking tot loonkostensubsidie vervallen (Stb. 2011, nr. 608).

Het instrument van de loonkostensubsidie is niet meer aan de orde voor dienstbetrekkingen die na 31 december 2011 zijn aangegaan. In het wetsvoorstel is overgangsrecht opgenomen.

3. Ingewonnen adviezen en toetsen

Het besluit is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de vereniging Directeuren van Sociale Diensten (Divosa) en UWV. Hieronder worden de belangrijkste opmerkingen van deze organisaties besproken.

Van UWV is een uitvoeringstoets ontvangen. UWV laat weten dat het besluit uitvoerbaar en handhaafbaar is, UWV verwijst naar zijn reactie op het wetsvoorstel van 16 juni 2011 en vindt dat de aanpassingen in lagere regelgeving onder dezelfde voorwaarden uitvoerbaar zijn met aandacht voor de eerder geschetste risico’s.

VNG en Divosa hebben gezamenlijk een bestuurlijke reactie gegeven. VNG en Divosa verwijzen eveneens naar hun reactie op het wetsvoorstel. Zij pleiten opnieuw voor het laten vervallen van de wettelijke verplichting tot samenwerking, wijzen op de mogelijk hogere doorstroom naar de bijstand als het re-integratiebudget WW wordt afgeschaft en vinden het spijtig dat het instrument loonkostensubsidie vervalt voor het UWV.

In reactie hierop zijn in paragraaf 3 van het algemeen deel van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, de opmerkingen van UWV, VNG en Divosa naar aanleiding van het wetsvoorstel besproken en voorzien van een reactie (Kamerstuk 33 065 nr. 3).

4. Financiële effecten

In paragraaf 4 van het algemeen deel van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is ingegaan op de financiële effecten van de wetswijziging (Kamerstukken II 2011/ 2012, 33 065, nr. 3). Omdat in dit besluit slechts technische wijzigingen zijn opgenomen, zijn er geen aanvullende financiële effecten.

5. Administratieve lasten

In paragraaf 5 van het algemeen deel van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven in hoeverre de wetswijziging gevolgen heeft voor administratieve lasten voor de werkzoekende en de werkgever (Kamerstukken II 2011/ 2012, 33 065, nr. 3). Omdat in dit besluit slechts technische wijzigingen zijn opgenomen, zijn er geen aanvullende gevolgen voor wat betreft administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Dit betreft een technische wijziging, die voortvloeit uit een vernummering van de artikelleden van artikel 30a van de Wet SUWI. In het wetsvoorstel wordt het achtste lid van artikel 30a van de Wet SUWI vernummerd tot het negende lid van datzelfde artikel.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 4.2, eerste lid, wordt een uitzondering gemaakt voor WW-gerechtigden tenzij sprake is van een zieke werkloze werknemer als bedoeld in artikel 20, zesde lid, onderdeel a, van de WW en voor uitkeringsgerechtigden op grond van de IOW. Voor hen is het sluiten van een individuele re-integratieovereenkomst niet langer aan de orde. Verder wordt in artikel 4.2, eerste lid, de passage «of de werknemer, bedoeld in artikel 72, eerste lid, van de WW,» geschrapt. Aanleiding daarvoor is dat artikel 72 van de WW bij Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering (Stb. 2008, 600) is vervallen, omdat de inhoud van dat artikel is opgenomen in artikel 30a van de Wet SUWI.

Artikel I, onderdelen C tot en met E

Gelet op artikel V, onderdeel D, van het wetsvoorstel zijn bepalingen die betrekking hebben op een individuele re-integratieovereenkomst niet langer van toepassing op overheidswerkgevers en ex-overheidswerknemers.

Artikel I, onderdeel F

Artikel 5.2b wordt technisch aangepast in die zin, dat het artikel in overeenstemming wordt gebracht met de gewijzigde samenwerking tussen UWV en gemeenten.

Artikel II

In de bijlage bij het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken wordt in de toelichting bij vraag 1 tot en met 6 ingegaan op de vraag in hoeverre het mogelijk is te werken onder normale omstandigheden. Daarbij is gebruikmaking van een loonkostensubsidie niet meer aan de orde, aangezien dit instrument niet van toepassing is op dienstbetrekkingen die zijn aangegaan na 31 december 2011. De zinsnede «of van loonkostensubsidie» kan dan ook vervallen.

Artikel III, onderdeel A

Met de Verzamelwet SZW 2011 (Stb. 2010, 838) is artikel 26, eerste lid, onderdeel a, van de WW, dat betrekking had op de aangifteplicht, vervallen. De verwijzing naar dat artikel wordt daarom geschrapt in artikel 3, onderdeel b, van het Maatregelenbesluit.

Artikel III, onderdeel B

Op grond van het huidige artikel 14, tweede lid, onderdeel d, van de IOW stelt UWV voor een ieder ten aanzien van wie UWV een re-integratietaak heeft een re-integratievisie, en indien nodig een re-integratieplan, op. De aanvrager of uitkeringsgerechtigde op grond van de IOW is verplicht hieraan mee te werken. Het huidige artikel 14, tweede lid, onderdeel e, van de IOW regelt dat de aanvrager en uitkeringsgerechtigde verplicht zijn de in de re-integratievisie en het re-integratieplan opgenomen verplichtingen na te leven. In het wetsvoorstel vervallen de verplichtingen die in artikel 14, tweede lid, onderdelen d en e, van de IOW zijn opgenomen. Wel wordt in het wetsvoorstel geregeld dat de verplichtingen uit de bestaande re-integratievisie en uit het bestaande re-integratieplan van toepassing blijven op de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde op grond van de IOW. Gelet hierop worden aan de in het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten vermelde onderdelen d en e van artikel 14, tweede lid, van de IOW toegevoegd dat het gaat om de onderdelen zoals die luidden op 30 juni 2012.

Artikel IV

Met het wetsvoorstel wordt de samenwerking tussen UWV en gemeenten, die is opgenomen in artikel 10 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI), gewijzigd. Hiermee zijn de (niet in werking getreden) artikelen 2.3, 2.4, 2.5 en 2.6, die bij Besluit van 26 augustus 2010 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met het stellen van regels omtrent de dienstverlening in en de inrichting van locaties werk en inkomen (Stb. 2010, 681) in het Besluit SUWI zijn ingevoegd, niet langer relevant. Dat besluit wordt dan ook ingetrokken.

Artikel V

De bepalingen in dit besluit hebben te maken met wijzigingen in de Wet SUWI en andere wetten, die op 1 juli 2012 in werking treden. Daarom kan dit besluit ook op 1 juli 2012 in werking treden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven