Besluit van 6 juli 2011, houdende wijziging van de Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en tot naamsvaststelling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 mei 2011, Directie Wetgeving, nr. 5694533/11/6;

Gelet op artikel 7, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 juni 2011, nr. 11.001206):

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 juni 2011, Directie Wetgeving, nr. 5701600/11/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 3, eerste lid, van de Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en naamsvaststelling komt te luiden:

  • 1. Het in artikel 7, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde recht bedraagt € 835,–. Het bedrag is eenmaal is verschuldigd indien het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam betrekking heeft op een meerderjarige en:

    • a. zijn kind of twee minderjarige kinderen over wie hij het gezag uitoefent, of

    • b. zijn kind of twee minderjarige kinderen die tot hetzelfde gezin behoren.

    Het bedrag is tweemaal verschuldigd indien het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam betrekking heeft op een meerderjarige en:

    • a. zijn drie of meer minderjarige kinderen over wie hij het gezag uitoefent, of

    • b. zijn drie of meer minderjarige kinderen die tot hetzelfde gezin behoren.

ARTIKEL II

Op verzoeken tot wijziging van de geslachtsnaam die op de dag van inwerkingtreding van dit besluit in behandeling zijn, is het recht verschuldigd volgens het tot dan geldende tarief.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 6 juli 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de eenendertigste augustus 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het uitgangspunt dat diensten van de overheid op basis van kostendekkendheid moeten worden uitgevoerd, geldt ook voor de behandeling van verzoeken tot geslachtsnaamswijziging. In verband daarmee en omdat de leges voor geslachtsnaamswijziging sinds 1987 niet waren verhoogd, is in 2006 besloten de aanpassing van de bedragen tot aan de kostendekkendheid gefaseerd in te voeren om te voorkomen dat op de behandeling van dit soort verzoeken structureel geld moet blijven worden toegelegd. Bij besluit van 6 december 2006, houdende wijziging van de Regelen betreffende verzoeken tot geslachtsnaamswijziging en tot naamsvaststelling (Stb. 2007, 1), is het legesbedrag als eerste stap verhoogd tot € 390,– per verzoek. Bij besluit van 20 januari 2009 is het legesbedrag verhoogd tot € 487, 50 per verzoek (Stb. 2009, 24). Thans worden de leges tot € 835 per verzoek.

In verband met de bezuinigingen als gevolg van de financiële crisis wordt scherper gelet op de kostprijssystematiek. Om die reden en vanwege de behoefte van de opdrachtgevers van de Dienst Justis binnen het departement van Veiligheid en Justitie aan een inzichtelijker en transparantere kostprijsberekening, is in 2010 een nieuw kostprijsmodel ingevoerd waarbij de kosten van de Dienst Justis beter worden toegerekend aan de verschillende productieprocessen, waaronder die betreffende de geslachtsnaamswijziging. Daarnaast zijn de materiële kosten gestegen. Dat houdt verband met de huisvesting en de ICT. Hierdoor zijn de algemene kosten van de Dienst Justis de afgelopen jaren fors toegenomen. Dit heeft ook zijn effect op het product geslachtsnaamswijziging. Op basis van het nieuwe kostprijsmodel zijn de kosten van een naamswijziging berekend voor 2011 op een bedrag van € 1.587.000. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

directe kosten

€   619.000

afdeling specifieke kosten

€   202.000

algemene/overhead kosten

€   766.000

Totaal

€ 1.587.000

Tot nu toe wordt kort gezegd per gezin één legesbedrag betaald, ongeacht het aantal kinderen. Ondertussen dient voor elk van deze kinderen een separaat besluit te worden genomen, regelmatig aan de hand van verschillende criteria, bijvoorbeeld vanwege leeftijdverschillen. Dat voor gezinnen eenmaal leges wordt geheven, past aldus niet bij het streven naar kostendekkendheid. Wanneer wordt ingevoerd dat voor de behandeling van een verzoek om naamswijziging van maximaal twee kinderen eenmaal leges hoeft te worden betaald en bij drie of meer kinderen in totaal tweemaal leges moeten worden betaald, wordt een hoger bedrag aan leges ontvangen, hetgeen het tekort vermindert. Bij een legesbedrag van € 835 gaat het om een bedrag van ongeveer € 40.000,–. Het gaat om een bescheiden maar structurele vermindering van het tekort.

Daarnaast is van belang dat het aantal ingediende verzoeken tot geslachtsnaamswijziging bij de Dienst Justis in de afgelopen paar jaar is afgenomen. In 2009 zijn 3.671 verzoeken om naamswijziging ontvangen. Dit heeft geleid tot 1.933 toewijzingen van het verzoek en 210 afwijzingen. In 1.528 gevallen is het verzoek buiten behandeling gesteld. In 2010 zijn 2.677 verzoeken ontvangen, waarvan de overgrote meerderheid een wijziging betrof van de geslachtsnaam in die van de (andere) ouder of verzorger. 1.488 verzoeken zijn toegewezen, 115 zijn afgewezen, 1.074 zijn buitenbehandeling gesteld. In 2011 worden 2.250 verzoeken verwacht (zie ook hierna). Ondertussen staat een groot deel van de kosten voor de Dienst Justis vast, zoals de overheadkosten, de directe materiële kosten en de facilitaire kosten.

Uit voorgaande blijkt dat momenteel een belangrijk deel van de ingediende verzoeken om geslachtsnaamswijziging leidt tot een buitenbehandelingstelling. Voor die gevallen wordt momenteel geen leges betaald. Buitenbehandelingstelling vindt plaats wanneer niet aan de vereisten voor een verzoek tot geslachtsnaamswijziging wordt voldaan. Dit komt onder meer voor als de verzoeker niet de Nederlandse nationaliteit bezit of als een verzoek onvoldoende is gemotiveerd of onderbouwd. In het laatste geval volgt evenwel nog een arbeidsintensief traject om alsnog voldoende informatie te verkrijgen om te kunnen beoordelen of het verzoek in behandeling kan worden genomen.

Gezien de noodzaak te bezuinigen acht ik het niet langer verantwoord dat dit traject van buitenbehandeling stellen plaatsvindt zonder dat er leges worden betaald. Behalve voor die gevallen waarbij op het eerste gezicht al duidelijk is dat het verzoek moet worden afgewezen, zullen daarom leges worden geheven. Geschat wordt dat in 2011 2.250 verzoeken tot geslachtsnaamswijziging zullen worden ingediend en dat in 1.900 zaken (in plaats van 1.450 zaken in eerdere jaren) leges zullen worden betaald.

Artikel I

Artikel 3 bevat een nieuw bedrag voor de behandeling van verzoeken tot naamswijziging.

Dit bedrag, € 835 per verzoek, is berekend door het bedrag van € 1.587.000 te delen door het aantal van 1.900 zaken. Het is een kostendekkend tarief dat is gebaseerd op de reële kostprijs van de behandeling van een verzoek tot naamswijziging.

Artikel II

Evenals bij de vorige wijziging van het besluit zal ook thans met betrekking tot verzoeken die ten tijde van de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit in behandeling zijn het tevoren geldende tarief van toepassing zijn.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven