Besluit van 16 april 2009, houdende wijziging van het Besluit
organisch-halogeengehalte van brandstoffen, het Besluit overige
niet-meldingplichtige gevallen bodemsanering en het P.C.B.-P.C.T.- en
chlooretheen-besluit milieubeheer in verband met een wijziging van de Wet
verontreiniging zeewater (wijziging amvb’s vanwege wijziging Wet
verontreiniging zeewater)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van
26 februari 2009, nr. BJZ2009012141, Directie Bestuurlijke en Juridische
Zaken;
Gelet op artikel 28,
vierde lid, van de Wet bodembescherming en artikel 9.2.2.1 van de Wet
milieubeheer;
De Raad van
State gehoord (advies van 25 maart 2009, nr. W08.09.0061/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 april 2009,
nr. BJZ2009024675, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het
Besluit organisch-halogeengehalte van brandstoffen
wordt «artikel 4 van de Wet verontreiniging zeewater» vervangen door: artikel
3, eerste lid, van de Wet verontreiniging zeewater.
ARTIKEL II
In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder 5°,
van het Besluit overige niet-meldingplichtige gevallen
bodemsanering wordt «artikel 4 van de Wet verontreiniging zeewater»
vervangen door: artikel 3, eerste lid, van de Wet verontreiniging
zeewater.
ARTIKEL III
In artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het
P.C.B.-P.C.T.- en chlooretheen-besluit milieubeheer
wordt «artikel 4 van de Wet verontreiniging zeewater» vervangen door: artikel
3, eerste lid, van de Wet verontreiniging zeewater.
ARTIKEL IV
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier
weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
het wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 16 april 2009
Beatrix
De Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. M. Cramer
Uitgegeven de eerste mei 2009
De Staatssecretaris van
Justitie,
N. Albayrak
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit wijzigt het Besluit organisch-halogeengehalte
van brandstoffen, het Besluit overige niet-meldingplichtige gevallen
bodemsanering en het P.C.B.-P.C.T.- en chlooretheen-besluit milieubeheer. Deze
algemene maatregelen van bestuur zijn gewijzigd vanwege de wet van 13 maart
2008 tot wijziging van de Wet verontreiniging zeewater en enige andere wetten
in verband met uitvoering van het London Protocol van 7 november 1996 bij het
Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het
storten van afval en andere stoffen (Trb. 1998, 134 en
Trb. 2000, 27)1. In de genoemde algemene maatregelen van bestuur stond een
verwijzing naar artikel 4 van de Wet verontreiniging zeewater, waarin het
ontheffingenregime was geregeld. Met de wet van 13 maart 2008 is artikel 4 van
de Wet verontreiniging zeewater komen te vervallen en is het ontheffingenregime
opgenomen in artikel 3 van die wet.
De wijzigingen van de drie genoemde amvb’s zijn technisch van aard en
zullen derhalve niet van invloed zijn op de hoogte van administratieve
lasten.
Ter uitvoering van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer
is het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden. Daarnaast
is het ontwerpbesluit gepubliceerd in de Staatscourant van zodat een ieder zijn
zienswijze daarover bekend heeft kunnen maken.
Naar aanleiding van de toezending van het ontwerpbesluit aan beide
kamers der Staten-Generaal zijn er door de vaste commissie voor VROM van de
Tweede Kamer vragen gesteld. Die vragen hadden geen directe betrekking op de
inhoud van het ontwerpbesluit. De beantwoording van die vragen (Kamerstukken II
2008/09, 31 049, nr.
8) was ter behandeling geagendeerd voor een algemeen overleg inzake
handhaving met de vaste kamercommissie voor VROM. Tijdens dat algemeen overleg
is het ontwerpbesluit niet aan de orde geweest.
De Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. M. Cramer
XHistnoot
histnoot Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het zonder meer instemmend luidt.