19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2755 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2021

In mijn brief van 6 mei 20211 informeerde ik uw Kamer over een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die het noodzakelijk maakte om thans als veilig aangemerkte landen aan een nieuwe herbeoordeling te onderwerpen. In de genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko en Tunesië. Op 11 juni 20212 ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Albanië, Algerije, Montenegro en Noord-Macedonië.

Ik gaf in voornoemde brieven aan te zijn gestart met de veilige landen van herkomst met de hoogste instroom van asielzoekers en dat de precieze volgorde afhankelijk is van onder meer het beschikbaar komen van de landeninformatie en het moment van afronden van de analyse. Ik heb u toegezegd de uitkomst van de herbeoordelingen steeds na afronding per brief aan uw Kamer aan te bieden. In deze brief vindt u de uitkomst van de herbeoordelingen van Ghana, Oekraïne en Senegal. De toelichting per land is opgenomen in de bijlage3.

Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals in de eerdergenoemde brieven ook werd aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn genoemde bronnen. In de bijlage is voor elk land aangegeven welke bronnen ten behoeve van deze herbeoordeling geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen (actuele) rapportages zijn gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en om welke bronnen het daarbij gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante informatie van meerdere gezaghebbende (internationale) organisaties. Om die reden ben ik van mening dat deze bronnen de conclusie kunnen dragen.

Uitkomst van de herbeoordelingen

Uit de herbeoordelingen volgt dat ik de aanwijzing van Ghana, Oekraïne en Senegal als veilig land van herkomst onverkort voortzet. Per land geldt daarbij het volgende.

  • Ghana: met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid dat dit anders kan zijn als het gaat om LHBTI, journalisten en andere personen die te maken krijgen met discriminatie.

  • Oekraïne: met uitzondering van de gebieden die niet onder de effectieve controle van de centrale autoriteiten staan en, voor het gebied waarop de aanwijzing van toepassing is, met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid dat dit anders kan zijn als het gaat om LHBTI.

  • Senegal: met uitzondering van LHBTI en met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid dat dit anders kan zijn als het gaat om personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging of discriminatie.

Personen uit de uitzonderingsgroepen zijn uitgezonderd van de aanwijzing veilig land van herkomst. Deze asielaanvragen worden in spoor 4 behandeld in plaats van in spoor 2. Voor de aandachtscategorieën geldt dat de IND in die gevallen extra alert is op eventuele zaken die nader onderzoek behoeven en in spoor 4 behandeld dienen te worden. Overigens kan altijd op individuele basis geoordeeld worden dat behandeling in spoor 4 in plaats van in spoor 2 aangewezen is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2726

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2743

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven