2024D17479 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onder andere de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur 2024–2028 (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 107).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Peter de Groot

Adjunct-griffier van de commissie,

Kling

  • I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

    Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

    Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

  • II Antwoord / reactie van de Minister

  • III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderliggende stukken voor het schriftelijk overleg Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur (BFTK). Deze leden zijn blij met de totstandkoming van de nieuwe BFTK, zij zien dat als een boppeslach. Zij zien de nieuwe BFTK als een beginpunt om te komen tot een gelijkwaardige positie voor de Friese taal in de provincie Fryslân. Zij hebben nog enkele vragen aan de Minister.

Tresoar

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij met het opnemen van afspraken in de BFTK over de financiële steun voor Tresoar in lijn met de motie van de leden Bevers en Van der Molen over borging van het duurzaam behoud van Tresoar en de bestaande financiële bijdrage (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 133). Deze leden vragen of de Minister de mening deelt dat er niet alleen voor de financiën, maar ook voor de vorm van Tresoar een oplossing dient te worden gevonden voor duurzaam behoud van de organisatie. Zo ja, aan welke oplossing denkt de Minister? Zo nee, waarom niet?

Fries in de rechtspraak

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben zorgen over de achteruitgang van de positie van het Fries in de rechtspraak. Deze leden vragen de Minister of de situatie van het Fries in de rechtspraak, 73 jaar na Kneppelfreed, niet al lang had moeten worden opgelost. Deelt de Minister de opvatting dat het recht om Fries te spreken in de rechtspraak op dit moment onvoldoende geborgd is, gezien het aantal incidenten van mensen die niet volledig van dat recht gebruik kunnen maken ter zitting? Zo ja, wat is volgens de Minister de oorzaak hiervan? Wat gaat de Minister doen om bij de in de BFTK genoemde gesprekken met de Raad voor de Rechtspraak erop aan te dringen dat het recht om Fries te spreken in de rechtszaal wordt geborgd? Hoe gaat de Minister de aangenomen Kamermotie om concrete maatregelen te nemen om het Fries in het rechtsverkeer in Fryslân te bevorderen uitvoeren?

Zorgplicht voor het Fries

Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog een vraag over het verder uitwerken van de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur door een commissie. Is de Minister, zo vragen deze leden, bereid om zo snel als mogelijk na de totstandkoming van het advies, en in ieder geval voor 2025, de Kamer te informeren over de vervolgstappen die genomen zullen worden ter verdere uitwerking van de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer (BFTK) 2024–2028. Deze leden zijn verheugd dat deze is ondertekend en nu van start is. Zij zijn tevreden over de nieuwe Bestuursafspraak en onderschrijven het belang ervan.

De leden van de VVD-fractie onderstrepen het behouden en stimuleren van de Friese taal en de gestelde doelstellingen. Daarom vragen deze leden de Minister ook of in de voortgangsrapportage zal worden stilgestaan bij de effecten van de nieuwe (en nog geldende) maatregelen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van de maatregelen. Zij blijven graag actief betrokken bij de voortgang van de Bestuursafspraak.

Deze leden lezen daarnaast dat er structureel 1,4 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor het optimaliseren van het Friese onderwijs. Zij achten goed Fries onderwijs cruciaal voor het ontwikkelen van de Friese taal en willen de Minister vragen of hij nader in kan gaan op de besteding van deze middelen.

Tot slot willen deze leden het succes van de Nederland-Friestalige musical «De Tocht» bij de recente musicalawards onderstrepen. Dit laat zien dat de Friese taal en cultuur ook buiten de provinciegrenzen waardering geniet.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderliggende stukken voor het schriftelijk overleg Bestuursafspraak Friese taal en cultuur (BFTK). Deze leden zijn de Minister erkentelijk voor de totstandkoming van de nieuwe BFTK, zij zien dat als een boppeslach. Zij zien de nieuwe BFTK als een beginpunt om te komen tot een gelijkwaardige positie voor de Friese taal in de provincie Fryslân. Zij zouden de Minister nog enkele vragen voor willen leggen.

Tresoar

De leden van de D66-fractie zijn de Minister erkentelijk voor het opnemen van afspraken in de BFTK over de financiële steun voor Tresoar in lijn met de motie van de leden Bevers en Van der Molen over borging van het duurzaam behoud van Tresoar en de bestaande financiële bijdrage (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 133). De leden vragen of de Minister, in lijn met de motie, onderstreept dat er niet alleen voor de financiën, maar ook voor de vorm van Tresoar een oplossing dient te worden gevonden voor duurzaam behoud van de organisatie.

Fries in de rechtspraak

De leden van de D66-fractie uiten hun zorgen over de achteruitgang van de positie van het Fries in de rechtspraak. Deze leden vragen de Minister of de situatie van het Fries in de rechtspraak, 73 jaar na Kneppelfreed, niet al lang had moeten worden opgelost. Erkent de Minister dat het recht om Fries te spreken in de rechtspraak op dit moment onvoldoende geborgd is, gezien het aantal incidenten van mensen die niet volledig van dat recht gebruik kunnen maken ter zitting? Is de Minister bereid om bij de in de BFTK genoemde gesprekken met de Raad voor de Rechtspraak eropaan te dringen dat zij zorg dienen te dragen voor het recht van de Friezen om Fries te spreken, ook in de rechtspraak? Indien dat niet tot significante verbetering leidt, hoe is de Minister dan van plan uitvoering te geven aan de motie van de leden Tjeerd de Groot en Meulenkamp over concrete maatregelen om het Fries in het rechtsverkeer in Fryslân te bevorderen (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 94)?

Zorgplicht voor het Fries

De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling uit naar het advies van DINGtiid over de motie van de leden Romke de Jong c.s. over het verder uitwerken van de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur door een commissie (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 128). Is de Minister bereid om zo snel als mogelijk na de totstandkoming van het advies, en in ieder geval voor 2025, de Kamer te informeren over de vervolgstappen die genomen zullen worden ter verdere uitwerking van de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie spreken hun complimenten uit voor het sluiten van de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur. Deze leden hebben nog enkele vragen.

Deze leden willen graag aanstippen dat er recent een motie is aangenomen over het feit dat Nederland het Papiaments heeft aangemeld voor deel III van het Europees Handvest regionale talen, met onderdelen waarvoor het Fries niet is aangemeld. In die motie werd beargumenteerd dat het voor de positionering van het Fries van belang kan zijn om inzicht te krijgen of en welke meerwaarde ook aanmelding van het Fries voor deze onderdelen heeft. Deze leden zijn benieuwd of de Minister kan voorzien in een tijdpad met betrekking tot het bezien welke voor- en nadelen het heeft om het Fries aan te melden voor deel III van het Europees Handvest regionale talen met vergelijkbare rechten als het Papiaments. Zij stellen dezelfde vraag over de mogelijkheid voor een planning met betrekking tot het inzichtelijk maken van eventuele voorbereiding en mogelijk te zetten stappen bij aanmelding hiervoor.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben de stukken ten aanzien van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2024–2028 gelezen. Deze leden hebben hier nog enkele vragen over.

Voor de leden van de SP-fractie is de goede beschikbaarheid en de mogelijkheid van het spreken van de Friese taal van groot belang. Recente berichtgeving hierover richting hun kant geeft de indruk dat dit nog niet duurzaam is gewaarborgd op het moment. Zo werd recent ook duidelijk dat bij de Rechtbank in Leeuwarden de verdachte zich niet in het Fries mocht verdedigen, maar dit slechts in het slotbetoog mocht doen, terwijl een Friese tolk in de zaal aanwezig was. Dit terwijl er ook een motie is aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht dit wel te borgen, namelijk de motie van de leden Kwint en Van Nispen over garanderen dat het kunnen spreken van de Friese taal in de rechtbank geborgd is (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 136). Op welke manier gaat het kabinet ervoor zorgen dat deze motie duurzaam wordt opgevolgd en de Friese Taal te allen tijde in de rechtszaal een mogelijkheid blijft?

Deze leden zijn enthousiast over het feit dat de motie Beckerman c.s. om het Friese taalonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs in Fryslân blijvend te stimuleren (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 99) is aangenomen. Zij willen de Minister vragen naar de plannen waarin uitvoering wordt gegeven aan deze motie en zo mogelijk een tijdslijn waarin deze plannen worden gerealiseerd.

II Antwoord/reactie van de Minister

III Volledige agenda

Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur 2024–2028

Kamerstuk 36 410 VII, nr. 107 – Brief d.d. 8 april 2024, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge.

Kabinetsreactie op het zevende evaluatierapport over Nederland inzake het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden en het vierde advies over Nederland inzake het Kaderverdrag voor de bescherming van nationale minderheden van de Raad van Europa

Kamerstuk 36 410 VII, nr. 89 – Brief d.d. 19 februari 2024, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge.

Werkprogramma DINGtiid 2024–2025

Kamerstuk 33 335, nr. 20 – Brief d.d. 27 december 2023, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge.

Naar boven