Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D00601 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2022D00601 |
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief «Vaststelling Regeling groenprojecten 2022» (Kamerstuk 30 196, nr. 774).
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
Inhoudsopgave |
blz. |
Inleiding |
2 |
VVD-fractie |
2 |
D66-fractie |
3 |
PVV-fractie |
5 |
CDA-fractie |
5 |
GroenLinks-fractie |
6 |
PvdD-fractie |
6 |
BBB-fractie |
8 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij het schriftelijk overleg Vaststelling Regeling groenprojecten 2022 en hebben hierover nog enkele vragen/opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Financiën, houdende regels inzake in Nederland gelegen projecten welke in het belang zijn van de bescherming van het milieu in verband met de Regeling groenprojecten 2022, en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de betreffende beleidsbrieven en willen nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de actualisatie van de Regeling groenprojecten 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de vaststelling van de Regeling groenprojecten voor 2022. Deze leden constateren dat de huidige Regeling groenprojecten tot dusver erg efficiënt is gebleken. De regeling zorgt ervoor dat private partijen in een breed scala aan sectoren extra gaan investeren in duurzame projecten en dat de milieuwinst groot is. Deze leden maken zich echter zorgen over de herziening van de regeling en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende Regeling groenprojecten 2022 en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de voorgelegde subsidieregeling groenprojecten 2022.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie willen benoemen dat het een goede zaak is dat Nederland een overheidsregeling heeft die duurzaamheidscriteria verbindt met financiering, waardoor goede uitvoering kan worden gegeven aan het Klimaatakkoord en de Europese Green Deal. De regeling is een effectieve manier om de verduurzaming te versnellen en om ondernemers te ondersteunen bij het kiezen voor en investeren in duurzame oplossingen.
De leden van de VVD-fractie krijgen vanuit de branche signalen dat de voorgestelde criteria voor bijvoorbeeld duurzaam bouwen en duurzame energie inhouden dat aanzienlijk minder projecten in aanmerking zullen komen voor groenfinanciering. Projecten die verband houden met duurzaam bouwen en duurzame energie zijn belangrijk voor de realisatie van de doelen van het Klimaatakkoord. Deze leden lezen dat de aanleiding van de Regeling groenprojecten 2022 de evaluatie van de Regeling groenprojecten 2010–2017 is en dat het doel is de regeling te actualiseren. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan uiteenzetten hoe de keuzes en de afwegingen bij het actualiseren van de regeling zijn gemaakt. Daarnaast vragen deze leden of het klopt dat met het actualiseren van de regeling een onderbenutting van het budget van de groenregeling dreigt.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het idee achter de regeling is dat de toepassing van technologie of van de handelwijze nieuw moet zijn, dan wel een lage marktpenetratie moet hebben. Deze leden vragen hoe de Staatssecretaris, aan de hand van de regeling, om zal gaan met projecten die er tussen vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om projecten die uit de ontwikkelfase zijn, maar die op de rand zitten van daadwerkelijke toepasbaarheid in de praktijk.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de projectcategorieën waarvoor een groenverklaring kan worden afgegeven teruggebracht zijn van elf naar zeven, waarmee de mogelijkheden zouden worden verruimd en de regeling meer in balans zou zijn. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan toelichten wat deze mogelijkheden en het meer in balans zijn van de regeling precies inhouden. Hoe wordt omgegaan met projecten, innovaties en ontwikkelingen die zich tot meerdere categorieën verhouden?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van het krijgen van een groenfinanciering om bepaalde business cases sluitend te krijgen. Deze leden bereiken signalen dat in de voorgestelde aanpassing met betrekking tot wind- en zonnestroomprojecten voorstellen worden gedaan die niet gebaseerd zijn op ontwikkelingen in de markt. Het gevolg zou zijn dat deze criteria onhaalbaar en onrealistisch zijn en veel projecten daardoor niet langer in aanmerking komen voor groenfinanciering. Deze leden vragen of de Staatssecretaris zich herkent in deze signalen. In hoeverre is bij het actualiseren van de regeling rekening gehouden met de ontwikkelingen in de markt?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de uitbreiding van de categorieën zeer positief is. Zeker het toevoegen van circulaire economie kan op goedkeuring rekenen. Deze leden vragen zich wel af of naast de regeling voor projecten in Nederland de soortgelijke Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba blijft bestaan en wordt geactualiseerd.
Projectcategorie 2: Duurzame landbouw
De leden van de D66-fractie valt het op dat onder de projecten ook de subcategorie monomestvergister past. Deze leden vragen zich af hoe het includeren van deze categorie past in lijn met de aangenomen motie van het lid Vestering over geen subsidies voor nieuwe mestvergistingsinstallaties in de kringloopvisie (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 13)? Hoe rijmt het volgens de Staatssecretaris met elkaar dat mestvergistingsinstallaties niet meer in aanmerking mogen komen voor een SDE++-subsidie en de kringlooplandbouwvisie hierop is aangepast, maar deze nog wel in aanmerking kunnen komen voor een groensubsidie? Ziet de Staatssecretaris hier een conflicterende boodschap in? Is de Staatssecretaris het eens dat het begrip van duurzame landbouw in de groenregelingen zoveel mogelijk in lijn moet zijn met de kringlooplandbouwvisie? Zo ja, hoe is dit geborgd met de bestaande categorieën in de subsidieregeling?
Projectcategorie 3: Circulaire economie
De leden van de D66-fractie vragen zich af op welke manier de R-categorieën wordt meegenomen in de algemene eisen van de projectcategorie circulaire economie. Aan welke voorwaarden moeten projecten voldoen rondom deze R-categorieën en worden ook eisen gesteld aan de kwaliteit van producten of afwaardering van grondstoffen? Kan worden toegelicht wat wordt verstaan onder duurzame biomassa? Op welke manier wordt gewaarborgd dat het gebruik van biomassa van de hoogste kwalitatieve toepassing is? Hoe draagt deze regeling bij aan daadwerkelijke upcycling? Deze leden denken hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van plastic in kleding. Een nieuwe toepassing, maar hierdoor wordt het kledingstuk niet recyclebaar na gebruik. Kan worden toegelicht hoe met deze regeling kleine ondernemers in staat worden gesteld mee te doen, zodat bijvoorbeeld duurzame ondernemers een schaalsprong kunnen maken? Hoe is de kennis van de producenten die samenwerken in uitgebreide producenten verantwoordelijkheid (upv) hierin verwerkt?
Is de subcategorie 3.2.2.: grondstofbesparende industriële apparatuur of categorie 3.3: levensduurverlenging ook bedoeld voor initiatieven/apparatuur/installaties die een oplossing bieden voor benodigde schaarse arbeid, zoals bijvoorbeeld sorteermachines? Wat is de reden dat bij subcategorie 3.4.2: Verwerkingsapparatuur voor gerecyclede grondstoffen katoenafval wordt uitgezonderd? Deze leden lezen dat in subcategorie 3.4.2: Verwerkingsapparatuur voor gerecyclede grondstoffen deze verwerkingsapparatuur al dan niet een CO2-afvanginstallatie moet bevatten. Deze leden vragen zich af waarom zo’n end-of-pipe oplossing wordt meegenomen. Kan dit worden toegelicht?
Projectcategorie 4: Duurzame energie
De leden van de D66-fractie hebben in de internetconsultatie het advies gezien om verplichtingen op te laten nemen rondom waterstoftankstations. Zoals de verplichting om een jaar na indiening de waterstoftankstations te realiseren, stations met een redundancy van meer dan 90% en minimaal twee vulpunten van 700 bar en een keer 350 bar. Kan worden toegelicht waarom deze adviezen niet zijn overgenomen?
Projectcategorie 5: Duurzaam Bouwen
De leden van de D66-fractie constateren dat er voor nieuwbouwwoningen een groenverklaring kan worden afgegeven wanneer er aan 50% van de eis in het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan. Deze leden vragen voor hoeveel woningen dit naar verwachting het geval is en wat dit naar verwachting tot gevolg heeft voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Deze leden vragen daarnaast op welke manier financiering voor verduurzaming voor huizenbezitters zo breed mogelijk beschikbaar wordt gemaakt.
De leden van de D66-fractie constateren dat uitsluitend projecten die na de herbestemming een energielabelklasse A of beter hebben, in aanmerking komen voor een groenverklaring. Deze leden vragen in welke mate het naar verwachting mogelijk is dat gebouwen die worden herbestemd tot woningen deze energielabelklasse kunnen verkrijgen en op welke andere manieren herbestemming tot (duurzame) woningen nog meer wordt gestimuleerd.
Projectcategorie 6: Duurzame Mobiliteit
De leden van de D66-fractie menen te lezen dat voertuigen moeten vallen onder categorie M of N van verordening (EU) Nr. 2018/858 om in aanmerking te komen voor categorie 6.1. Deze leden vragen of het klopt dat daarmee verschillende categorieën voertuigen, te classificeren als Licht Elektrische Voertuigen (LEV), worden buitengesloten. Is de Staatssecretaris het eens met deze leden dat bijvoorbeeld cargobikes, die onder deze LEV-categorie vallen, hiermee niet aanmerking komen voor deze regeling? Onderstreept de Staatssecretaris het belang van dit type voertuigen in onder andere de opgave voor zero-emissie stadslogistiek? Is de Staatssecretaris bereid de projectcategorie ook open te stellen voor dit type voertuigen?
Projectcategorie 7: Klimaatadaptatie
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat ook projecten om Nederland klimaatadaptief te maken worden meegenomen in de subsidieregeling. Zoals deze leden wel vaker benadrukken zien zij een groot belang in het realiseren van een dubbele doelstelling in de hoogwaterbeschermingsprojecten in Nederland, zodat deze zowel bijdragen aan de waterveiligheid als de omgevingswaarden en natuur. Gezien dergelijke projecten ook zeker bijdragen aan de doelstelling van deze subsidieregeling, namelijk het bevorderen van de financiering van innovatieve projecten met bovenwettelijke positieve milieueffecten, zijn deze leden benieuwd in hoeverre ook projecten die bijdragen aan de omgevingswaarde in hoogwaterbeschermingsplannen zijn meegenomen in de huidige subsidieregeling. Deze leden zien het op het eerste gezicht namelijk nog niet terug in de projectcategorieën. Indien deze categorie niet is opgenomen, kan worden toegelicht waarom niet? En is het mogelijk deze eventueel toch nog toe te voegen?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie constateren dat er veel geld (1,8 miljard euro) naar initiatieven gaat waarvan niet zeker is of de geldlening überhaupt kan worden terugbetaald. Daarnaast is ook niet zeker of deze initiatieven de gewenste milieuwinst weten te behalen. Deze leden vragen hoe dit risico ingedekt wordt en wat wordt gedaan om, indien er problemen ontstaan met betrekking tot terugbetaling of de verwachte milieuwinst, het geleende geld terug te vorderen.
De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel uitgeleend geld ten aanzien van deze regeling niet terugbetaald wordt en wat de reden hiervan is.
De leden van de PVV-fractie vragen waarom bijna 2 miljard euro geïnvesteerd wordt in experimenten waarbij niet vooraf duidelijk is wat de milieuwinst gaat zijn, en of de Staatssecretaris bereid is hiermee te stoppen.
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie benadrukken dat zij de Regeling groenprojecten 2022 van harte ondersteunen. De uitdagingen op het gebied van duurzaamheid zijn groot. Om in 2050 volledig circulair te zijn moet de rijksoverheid de financiële sector stimuleren om innovatieve duurzame investeringen te financieren. Wat deze leden betreft is deze regeling een goed instrument om ondernemers te laten kiezen voor beleidsmatig gewenste investeringen.
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd waarom het kabinet komt tot aanscherping van diverse criteria in de categorie «duurzaam bouwen» per 1 januari 2024. Deelt de Staatssecretaris de zorg dat hiermee de groenfinanciering als stimulans voor het nemen van bovenwettelijke energiebesparende maatregelen haar doel wellicht voorbijschiet? Deze leden vragen of overwogen kan worden de aanscherping pas in te voeren als de wettelijke eis ook wordt aangescherpt, zoals in het verleden gebruikelijk was.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de groenverklaring op aanvraag wordt afgegeven. Deze leden zijn benieuwd of het groene keurmerk vanuit de Europese Unie van invloed gaat zijn op de groenverklaring en daarmee indirect op de Regeling groenprojecten 2022. Is er in de Regeling groenprojecten 2022 rekening gehouden met hernieuwde Europese regelgeving omtrent duurzame investeringen, zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie zijn ook benieuwd naar de verhoudingen tussen de zeven hoofdthema’s. De verwachting is dat de categorieën duurzame energie en duurzaam bouwen de grootste blijven wat betreft aanvragen en projectvermogen. Kan dit in (geschatte) percentages worden uitgedrukt?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het goed dat de duurzaamheidseisen zijn aangescherpt en dat er nieuwe projectcategorieën zijn toegevoegd. Toch vinden deze leden het zorgelijk dat de criteria voor duurzaam bouwen en duurzame energie ervoor zorgen dat aanzienlijk minder projecten in aanmerking komen voor financiering. Deze leden vragen zich af wat de effecten van de aanscherpingen zijn op het aantal aanbieders van Groenleningen en dus de bredere beschikbaarheid van Groenfinanciering. Een krimp in het aantal aanbieders van Groenleningen kan een onbedoeld effect zijn, dat leidt tot een krimp in de beschikbaarheid van Groenfinanciering. Wordt voorkomen dat de aanscherpingen leiden tot de voorgenoemde krimp?
De leden van de GroenLinks-fractie benadrukken dat de uitvoering van de Regeling groenprojecten 2022 ligt bij private partijen die Groenfinanciering verstrekken en ondernemers die deze financiering aanwenden voor duurzame projecten. Deze leden vragen zich af met welke organisaties en sectoren is gesproken tijdens de herziening van de Regeling groenprojecten. Kan worden aangegeven wat het oordeel is van deze organisaties en sectoren op de aanscherpingen in de herziening? En hoe zijn de knelpunten van deze partijen ten behoeve van de uitvoering van de herziening geadresseerd om te voorkomen dat de Regeling groenprojecten 2022 in de praktijk onuitvoerbaar blijkt?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in de toelichting op het algemeen deel dat de Regeling groenprojecten 2022 uitsluitend is bedoeld voor het bevorderen van financiering van innovatieve projecten met bovenwettelijke positieve milieueffecten en dat de regeling een aanjaagfunctie heeft voor voorhoedeprojecten die in een latere fase aanscherping van normen mogelijk kunnen maken. Deze leden steunen dit uitgangspunt en vinden het goed dat projecten met bovenwettelijke milieuwinst worden gestimuleerd. Wel vragen zij zich af waarom de bestaande normen niet nu al worden aangescherpt.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen ook dat de eisen aan projecten die in aanmerking komen voor de regeling ook steeds hoger moeten en kunnen worden gesteld.
Klopt het dat door de strengere eisen aanzienlijk minder projecten in aanmerking komen voor Goenfinanciering en hierdoor onderbenutting van het budget van de Groenregeling dreigt? Zo ja, is het dan niet spijtig dat voor groene projecten bedoelde gelden niet of onvolledig benut kunnen worden? Zijn er projecten die bovenwettelijke positieve milieueffecten hebben, maar niet in aanmerking komen voor financiering via de Regeling groenprojecten 2022 en ook niet via de reguliere weg worden gefinancierd, omdat investeerders hier bijvoorbeeld geen heil in zien? Kortom: zijn er projecten met positieve milieueffecten die tussen wal en schip geraken? Zo ja, om hoeveel projecten gaat het en wat voor soort projecten zijn dit? Welke oplossingen zijn er voor dit soort projecten?
Projectcategorie 2: Duurzame landbouw
Subcategorie 2.2.4: Monomestvergister
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met verontwaardiging kennisgenomen van het feit dat monomestvergisters zijn opgenomen onder projectcategorie 2: Duurzame landbouw. Monomestvergisters produceren geen groene energie en zijn voornamelijk bedoeld om het volume van het mestoverschot te verkleinen voordat de «restmest»1 wordt geëxporteerd, waardoor de mestexport goedkoper wordt. Om in de woorden van oud-landbouwminister Veerman te spreken: «het verkoopargument «groene energie» is natuurlijk heel wat positiever, marketingtechnisch, om aan de man [...] en aan de politiek te brengen dan dat je zegt «we moeten van de mest af en we hebben wat gevonden».»2 Met duurzame landbouw heeft dit weinig te maken, omdat dit systeem van mestfabrieken de vervuilende bioindustrie juist in stand houdt. Het fors terugdringen van het aantal koeien in de Nederlandse veehouderij en de bijbehorende hoge uitstoot van schadelijke broeikasgassen is wel een groene keuze. Als daarvoor wordt gekozen, zal ook het mestoverschot verdwijnen en zijn mestfabrieken überhaupt niet meer nodig.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen op de recent aangenomen motie Ouwehand/Simons over het uitsluiten van mestvergisters van de SDE++-subsidies (Kamerstuk 35 925, nr. 31) en de aangenomen motie Vestering over het aanpassen van de visie op kringlooplandbouw op deze nieuwe realiteit zonder subsidies voor nieuwe mestvergistingsinstallaties (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 13). Erkent de Staatssecretaris dat de Kamer hiermee duidelijk uitspreekt dat mestvergisters geen duurzame oplossing zijn en dat de stimulering door de overheid hiervan dient te stoppen? Gaat de Staatssecretaris in navolging van deze aangenomen moties de subcategorie monomestvergisters schrappen uit de projectcategorie Duurzame landbouw van de Regeling groenprojecten 2022? Zo nee, waarom niet?
Projectcategorie 3: Circulaire economie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat met deze regeling de mogelijkheden worden verruimd voor projecten op het gebied van de circulaire economie. Ook lezen deze leden dat binnen de projectcategorie circulaire economie meerdere subcategorieën vallen die gericht zijn op bijvoorbeeld het verminderen van het gebruik van grondstoffen en het door producenten terugnemen en verwerken van producten die aan het eind van hun levensduur zijn. Deze leden zijn groot voorstanders van deze uitgangspunten en vragen zich af in hoeverre de eisen van grondstofbesparing en terugnamegarantie ook gesteld worden aan projecten die niet binnen de Regeling groenprojecten 2022 vallen. Welke eisen voor projecten binnen de Regeling groenprojecten 2022 zullen worden overgenomen in bijvoorbeeld de Uitvoeringsagenda Circulaire Economie? En op welke termijn?
Projectcategorie 5: Duurzaam bouwen
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat om voor een groenverklaring in aanmerking te komen in woningen duurzaam hout moet worden toegepast en dat dit zal moeten worden aangetoond door middel van certificaten, in veel gevallen aangevuld met afleverbewijzen of facturen. Is de Staatssecretaris met deze leden van mening dat certificaten onvoldoende waarborgen dat het toegepaste hout daadwerkelijk duurzaam is? Op welke manieren gaat de Staatssecretaris de duurzaamheid van hout wel waarborgen? De leden lezen daarnaast dat de eis die in de Regeling groenprojecten 2016 bestond voor de herbestemming tot woningen met betrekking tot geluid, is komen te vervallen. Wat is hiervoor de motivering?
BBB-fractie
het lid van de BBB-fractie onderschrijft het belang van het ondersteunen van ondernemers die zich inzetten voor verduurzaming bovenop de wettelijke eisen. Het lid heeft daarbij een paar vragen. Een van de belangrijkste vragen is hoe deze regeling zich verhoudt tot andere regelingen zoals de Subsidie voor Duurzame Energie (SDE) en de Milieu investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).
Het lid van de BBB-fractie vraagt verder hoe de weging van kosten en baten plaatsvindt. Wanneer is de regeling doeltreffend ingezet? Ook vraagt het lid hoe de uitgaven bewaakt worden, daar het hier gaat om een open einderegeling. Er wordt gesproken over het aanscherpen van eisen als middel om de uitgaven te beheersen. Dit kan op gespannen voet staan met het behalen van doelen. Waarom is er gekozen voor een open einderegeling en welke financiële risico’s loopt het ministerie daarmee?
Het lid van de BBB-fractie vraagt tenslotte waarom biomassa vanuit de bosbouw voor een biogasopwaardeerinstallatie of warmte- en koudedistributie onder deze regeling valt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2022D00601.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.