2020D01734 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari 2020 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1223).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, Goorden

Inhoudsopgave

blz.

 

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

4

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

6

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

8

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

9

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

10

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

13

 

II

Antwoord/Reactie van de Minister

14

 

III

Volledige agenda

14

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verschillende brieven op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari 2020. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

Geannoteerde agenda

De leden van de VVD-fractie constateren dat de volledige agenda niet tijdig beschikbaar is. Kan de Minister tijdens de Landbouw- en Visserijraad nogmaals vragen om een tijdige verspreiding van de agenda? Kan het kabinet aanvullend de definitieve agenda en de Nederlandse inbreng alsnog met de Kamer delen? Welke stappen zet de Minister om de definitieve geannoteerde agenda in de toekomst wel tijdig naar de Kamer te sturen?

De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de onderwerpen die volgens het kabinet niet terugkomen in de Green Deal. Kan dit verder toegelicht worden? Welke onderwerpen en waarom specifiek deze onderwerpen wil het kabinet terugzien in de Europese Green Deal? Op welke manier zijn/worden ondernemers betrokken bij het vormen van deze onderwerpen en bij de Green Deal als geheel? Wat zijn de (financiële) gevolgen van de Green Deal voor onze ondernemers en voor de gehele keten? Op welke manier wordt ook het gelijke speelveld gewaarborgd nu de Europese Commissie haar plannen voor een Green Deal heeft gepresenteerd? Zoals bekend kan zaad- en plantenveredeling een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van de landbouw. Hoewel uit de brief van de Minister blijkt dat veel onderwerpen nog slechts zeer algemeen zijn toegelicht, vernemen deze leden desondanks graag van de Minister welke positie biotechnologie in de Green Deal-plannen inneemt. Wat is hiervan haar inschatting? Is de Minister voornemens om het belang van het beschikbaar stellen van nieuwe technologieën als CRISPR-Cas9 in de gesprekken met haar Europese collega’s aan de orde te stellen?

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet de richting van de gedachtewisseling over overgangsbepalingen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) met de Kamer te delen. Waar wil het voorzitterschap zich op richten en wat wordt hierin de inbreng van het kabinet?

De leden van de VVD-fractie wijzen het kabinet op het verhoogde risico van de vogelgriep en de vele uitbraken in Midden- en Oost-Europa. Deze leden hebben geconstateerd dat de sector zich grote zorgen maakt en het kabinet vraagt om voorzorgsmaatregelen te treffen. Wanneer is er voor het kabinet voldoende reden om in te grijpen om het mogelijke leed voor onze ondernemers te minimaliseren? Kunnen zij erop vertrouwen dat het kabinet de vogelgriep ter sprake zal brengen tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari?

Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 december

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet de aangenomen conclusies over dierenwelzijn te delen. Waarom zijn deze ambitieus en in hoeverre komen deze conclusies overeen met de huidige hoogwaardige Nederlandse inzet op dierenwelzijn? Voldoen de Nederlandse normen over dierenwelzijn al aan de aangenomen conclusies? Vanwege welke redenen hebben andere lidstaten ervoor gekozen de verklaring door Denemarken niet te ondersteunen? Deze leden vragen het kabinet naar het gelijke speelveld op het gebied van dierenwelzijnseisen in Europa. Zij wijzen bijvoorbeeld op de voorbeeldfunctie van de Nederlandse konijnenhouderij in Europa als het gaat om dierenwelzijn. De Nederlandse standaarden behoren tot de hoogste van de wereld. Op welke manier tracht Nederland ervoor te zorgen dat ook andere EU-lidstaten dezelfde hoge dierenwelzijnseisen implementeren?

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet naar de verschillende nationale pilots met betrekking tot herkomstetikettering. Welke pilots zijn er geweest en welke conclusies zijn uit de pilots naar voren gekomen? Wat zijn de gevolgen voor Nederland bij een verplichte herkomstetikettering? Wat zijn de gevolgen voor Nederlandse ondernemers wanneer herkomstetikettering niet verplicht wordt maar verschillende landen er toch voor kiezen? Wat is het risico wanneer Nederland hierbij achterblijft? Wat is de invloed van verplichte of vrijwillige herkomstetikettering op het gewenste gelijke speelveld binnen de Europese Unie (EU)?

Reactie op verzoek commissie over de brief van NEPLUVI over de gevolgen van een Associatieakkoord tussen de (EU en Mercosur voor de Nederlandse pluimveesector

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet op welke manier wordt geborgd dat importproducten voldoen aan dezelfde standaarden en eisen als de in Europa geproduceerde producten. Welke maatregelen hebben verschillende grote exportmarkten genomen om Europees pluimveevlees te weren? Waarom is dit gebeurd en welke stappen hebben de EU en Nederland gezet om de blokkades te verhelpen? Nu de EU minder tot geen pluimveevlees naar grote exportmarkten als Zuid-Afrika en Rusland mag exporteren, is de vraag of beide landen wel pluimveevlees naar Europa, en in het bijzonder Nederland, kunnen exporteren. Wat is hierin de mening van het kabinet? Op welke termijn wordt het impactassessment naar de effecten van het Mercosur-akkoord verwacht? Kan het kabinet toelichten op welke wijze zij zich inzet voor het vinden van alternatieve afzetmarkten voor de afzet van pluimveeproducten?

Ten aanzien van de nieuwe beheersregels voor tariefcontingenten van landbouwproducten delen de leden van de VVD-fractie de zorgen van het kabinet ten aanzien van de eventuele gevolgen van deze herziening voor de marktpositie van Nederlandse pluimveebedrijven. Kan de Minister deze verwachte gevolgen toelichten en kwantificeren? Is zij voornemens om de gevolgen van deze wijziging de mitigeren? Zo ja, op welke wijze?

Brief herziening gemeenschappelijk landbouwbeleid

De leden van de VVD-fractie vragen om een verder toelichting op de investeringsregeling landschapselementen. Wat houdt de regeling in? Waarom 10 miljoen en hoe wordt dit geld besteed?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie willen de Minister nog enkele vragen voorleggen over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 27 januari aanstaande plaatsvindt te Brussel.

Green Deal

De leden van de CDA-fractie merken op dat het nog onduidelijk is wat de implicaties van de Green Deal zal zijn op het GLB en het Nederlandse landbouw- en biodiversiteitsbeleid. Deze leden vragen de Minister in de kabinetsappreciatie van de Green Deal specifiek in te gaan op de gevolgen van de Green Deal op het GLB en het nationale beleid op het gebied van landbouw, voedsel en biodiversiteit. Kan de Minister daarbij expliciet aangeven waar de Green Deal niet aansluit bij de afspraken gemaakt in het regeerakkoord en ingaat tegen, de door de Minister, ingezette aanpak stikstof in Nederland?

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de Europese Green Deal niet tot een kostenverhoging voor boeren mag leiden als zij niet ook tegelijkertijd een hogere prijs krijgen voor hun producten. Deze leden vragen de Minister of zij deze mening deelt en hoe zij zich ervoor in zal zetten om dit te bewerkstelligen. Zij hebben met belangstelling kennisgenomen van het feit dat ook het Europees parlement (EP) inmiddels heeft benadrukt dat de positie van boeren in de waardeketen moet worden versterkt. Zij vragen de Minister in de kabinetsappreciatie specifiek in te gaan op dit aspect van de Green Deal en een aan te geven wat de impact van de voorgestelde «van boer tot bord»-strategie zal zijn op de positie van Nederlandse landbouwers in de waardeketen.

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat ook voor de Green Deal geldt dat draagvlak van groot belang is. Een aanpak met voorstellen «van onderop» geniet daarom de voorkeur van deze leden. Zij vragen de Minister aan te geven of zij deze mening deelt en, indien dat het geval is, hoe zij zich ervoor zal inzetten om bij de verdere uitwerking van de Green Deal al bestaande duurzaamheidsinitiatieven te betrekken die vanuit de Nederlandse landbouwpraktijk zijn vormgegeven.

De leden van de CDA-fractie merken op dat de Commissie aan heeft gegeven met een EU-biodiversiteitsstrategie te zullen komen waarin specifieke maatregelen worden vastgesteld om de Europese doelstellingen op het gebied van biodiversiteit te verwezenlijken en dat hierbij onder meer gedacht wordt aan gekwantificeerde doelstellingen in aansluiting op Natura 2000. Deze leden vragen de Minister wat haar verwachtingen zijn van deze doelstellingen en aan te geven wat het verband zal zijn tussen deze doelstellingen en het Nederlandse Natura 2000-beleid.

Overheveling GLB-budget pijler 1 naar pijler 2 in 2020

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over de over de overheveling van het GLB-budget van pijler 1 naar pijler 2 in 2020 en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen. Deze leden zijn van mening dat de 10 miljoen euro die wordt overgeheveld van pijler 1 naar pijler 2 voor een Investeringsregeling Landschapselementen toegankelijk moet zijn voor alle landbouwers. Zij vragen de Minister of zij deze mening deelt en hoe zij hiervoor zal zorgen. Zij merken op dat landschapselementen momenteel onder de vergroening van het GLB vallen en vragen de Minister om aan te geven of landschapselementen ook in de toekomst subsidiabele landbouwgrond in pijler 1 zullen blijven. Of zal omzetting van landbouwgrond blijvend minder subsidiabele landbouwgrond, en daarmee minder bemestingsruimte, voor agrariërs betekenen?

Gevolgen Mercosur-akkoord voor Nederlandse pluimveesector

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de gevolgen van een associatieakkoord tussen de Europese Unie (EU) en Mercosur voor de Nederlandse pluimveesector. Deze leden willen de Minister nog enkele vragen voorleggen. In de brief gaat de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in op de gevolgen voor de concurrentiepositie van de pluimveesector. Zij zouden tevens graag meer informatie ontvangen over mogelijke gevolgen voor de voedselveiligheid. Kan de Minister toelichten of er gevolgen voor de voedselveiligheid kunnen zijn als gevolg van de markttoegang voor producten uit landen waarmee overeenkomsten worden gesloten? Dienen deze producten bijvoorbeeld aan dezelfde strenge eisen voldoen als die in Nederland voor de pluimveesector gelden? Indien dit niet het geval is, hoe wordt er dan voor gezorgd dat er geen gevaren optreden voor de voedselveiligheid? Naast de eisen op het gebied van voedselveiligheid dienen pluimveevleesproducenten in de Europese Unie ook te voldoen aan zeer hoge standaarden wat betreft dierenwelzijn en milieueisen. Kan de Minister toelichten of ditzelfde tevens zal gelden voor producten uit landen waarmee overeenkomsten worden gesloten? Zo nee, dan vragen deze leden de Minister toe te lichten waarom dit niet het geval is en wat daarvan de mogelijke gevolgen zijn. Zij vragen daarnaast of de Minister aan kan geven of de export vanuit Nederland is toegenomen na het voorlopige toegepaste handelsgedeelte van het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) sinds 2017 en wat CETA sinds 2017 heeft betekend voor de import naar Europa voor met name varkensvlees.

Gelijk speelveld visserij na Brexit

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 december 2019 en de uitkomsten van de onderhandelingen voor de Noordzeesoorten en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen. Deze leden hebben signalen ontvangen waaruit is op te maken dat het Verenigd Koninkrijk (VK) na het uittreden uit de EU zijn eigen regels gaat hanteren op het gebied van visserij in de Noordzee. Zij merken op dat deze regels nadelig uit kunnen vallen voor de Nederlandse visserij, die dan te maken krijgt met extra kosten en oneerlijke concurrentie. Door de onzekerheden die er hieromtrent momenteel zijn, kunnen Nederlandse vissers moeilijker investeringsbeslissingen nemen. Zo is het nog onduidelijk of het VK na uittreding door zal gaan met de nu geldende aanlandplicht en of de Britse regering mogelijk jaarlijkse quota zal instellen voor Nederlandse vissers. Deze leden zijn van mening dat de EU hiermee rekening moet houden en zich hierop moet voorbereiden met mogelijke aanpassing van de regels. Kan de Minister toelichten of en hoe er voorbereidingen worden getroffen om nadelige gevolgen voor Nederlandse vissers te voorkomen en hoe er wordt gewerkt aan werkbare afspraken met het VK?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari 2020 en hebben hierover nog enkele vragen.

Green Deal algemeen

De leden van de D66-fractie hebben er kennis van genomen dat de Commissie zal komen met een «van boer tot bord»-strategie, die alle stadia van de voedselketen bestrijkt en de weg effent voor het formuleren van een duurzamer voedselbeleid. Op welke manier wordt er over kringlooplandbouw gesproken binnen de Green Deal? Kan de Minister toelichten hoe haar kringlooplandbouwvisie hierin verwerkt gaat worden? Op welke manier passen de vier bewegingen (van granen naar voer, van rotte naar rijpe mest, van chemie naar biologie in de bodem en een hoger dierwelzijn) binnen het huidige framework?

Green Deal biodiversiteit

De leden van de D66-fractie lezen dat er betreffende de Green Deal een presentatie en gedachtewisseling gaat plaatsvinden omtrent de landbouwaspecten. Deze leden zijn positief over het ingenomen standpunt van de Minister en Nederland omtrent een Europees actieplan tegen wereldwijde ontbossing en juichen de voortvarendheid waarmee de Minister samen met haar collega’s in de Landbouwraad vorig jaar tot deze opdracht is gekomen toe. Ook ngo’s zoals Greenpeace Nederland en het Wereld Natuur Fonds zijn enthousiast over het ingenomen standpunt van Nederland. De Europese Commissie heeft de opdracht gekregen om regelgevende en niet-regelgevende maatregelen voor te stellen om hiermee de wereldwijde voetafdruk van de EU aan te pakken. De Green Deal pakt door op de reeds gecommuniceerde plannen van de Commissie als het gaat om het tegengaan van ontbossing elders (buiten Europa). Deze leden zijn van mening dat het bij de aanpak van de huidige klimaat- en natuurcrisis essentieel is dat er op korte termijn een goed en werkbaar EU-wetsvoorstel ligt. Deelt de Minister deze mening? Kan de Minister er, met het oog op de huidige klimaat- en natuurcrisis, bij de Europese Commissie op aandringen dat het wetsvoorstel alle voorrang verdient en daarom nog voor het eind van dit jaar klaar moet zijn?

De Green Deal gaat ook in op de impact van internationale import en handel. De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de vrijwillige certificering, zoals Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) en Round Table Responsible Soy (RTRS), een belangrijk instrument is in de strijd tegen ontbossing, maar onvoldoende als enige instrument om ontbossing en landconversie in natuurgebieden te stoppen. Deelt de Minister deze mening? Zo ja, kan de Minister zich uitspreken tijdens de Landbouw- en Visserijraad dat slechts inzetten op vrijwillige instrumenten als certificering onvoldoende garanties biedt om de ontbossing daadwerkelijk uit de handelsketens te bannen? Zo nee, waarom niet? Kan de Minister op de Landbouwraad agenderen dat Nederland verwacht dat er een solide wetsvoorstel komt dat de bossen en andere waardevolle ecosystemen waar dan ook ter wereld daadwerkelijk beschermt?

De Green Deal gaat ook over fysieke bossen binnen Europa. De eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, de heer Timmermans, heeft gesteld dat hij circa twee miljard bomen wil gaan planten in lidstaten om zo bos in te zetten als klimaatmitigatiestrategie en om aan ecosysteemherstel te doen. De Commissie gaat aan de slag met een nieuwe EU-bossenstrategie. De leden van de D66-fractie juichen dit initiatief toe en kijken uit naar de verdere uitwerking. Een juiste afweging tussen gekozen typen/soorten planten, biodiversiteit en klimaatadaptatie is hierbij cruciaal. Kan de Minister toelichten op welke manier deze aspecten worden gewogen in de doelstellingen die nu worden geformuleerd?

Green Deal dierenwelzijn

De leden van de D66-fractie hebben met interesse gelezen dat Nederland op het vlak van dierenwelzijn een kopgroep heeft gevormd en kijkt uit naar de vervolgstappen van de Commissie. Kan de Minister aangeven wanneer zij de eerste stappen van de Commissie verwacht en hoe Nederland samen met de kopgroep druk blijft zetten?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 16 en 17 december jl. plaatsvond te Brussel en hebben hierover nog enkele vragen.

Diversenpunt: Minor Uses Coordination

De leden van de D66-fractie zijn positief over de inzet van Nederland voor de kleine toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen. De Minister stelt in haar brief ook dat het belangrijk is om ervaringen tussen landen uit te wisselen om het gebruik in nationale toelatingen uit te breiden naar kleine toepassingen. Op welke manier is dat in de huidige aanpak mogelijk?

Luxemburg blijkt actief een exitstrategie in te zetten om glyfosaat uit te bannen1. Heeft de Minister kennis van deze exitstrategie en kan deze met de Kamer worden gedeeld? Ziet de Minister kans om met Luxemburg in gesprek te gaan over hoe dit middel uitgebannen gaat worden en wat dit betekent voor de landbouwindustrie? Welke mogelijkheden voor alternatieven ziet de Minister? Deelt de Minister de mening dat de strategie van Luxemburg goed past bij het minimaliseren van het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen?

Diversenpunt: herkomstetikettering

De leden van de D66-fractie lezen dat de lidstaten Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal en Griekenland de Europese Commissie vroegen om met een wetgevingsvoorstel te komen voor verplichte herkomstetikettering op zowel primaire landbouwproducten als op ingrediënten van levensmiddelen. Deze leden lezen dat Nederland zorgen zou hebben geuit dat een dergelijke etiketteringsverplichting mogelijk in strijd zou zijn met de beginselen van de interne markt en daarmee potentieel handelsbelemmeringen kan opwerpen. Kan de Minister uitsplitsen om welke beginselen het gaat en daarnaast de potentiele handelsbelemmeringen uitsplitsen die zij bedoelt? Kan de Minister aangeven wanneer de evaluatie van de genoemde nationale pilots kan worden verwacht?

Afgelopen week werd weer eens duidelijk gemaakt door middel van het NPO3-programma genaamd Gefileerd dat het onduidelijk is voor de Nederlandse consument wat de origine van onder andere verwerkt vlees is2. Ziet de Minister net als de leden van de D66-fractie de mogelijkheden van zulke herkomstetikettering voor de Nederlandse markt, zeker in het licht van de transitie naar kringlooplandbouw? Erkent zij dat juist de Nederlandse markt veel baat kan hebben bij het verhogen van de consumentenkennis aangaande het product dat consumenten kopen? Hoe past volgens de Minister etikettering in de Europese Green Deal «van boer tot bord»?

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari en de onderliggende stukken. Er staan veel belangrijke zaken op de agenda.

De leden van de GroenLinks-fractie willen allereerst een compliment geven voor de inzet van de Minister, zowel voor het vrijmaken van 10 miljoen extra voor landschapselementen als voor haar inzet in Europa voor een bossenwet. Op de bossenwet komen deze leden hieronder terug.

De leden van de GroenLinks-fractie willen ook aandacht vragen voor de Europese Green Deal en vooral de voorstellen wat betreft landbouw, voedsel en biodiversiteit. Deze leden zijn erg benieuwd naar de kabinetsappreciatie daarvan. Kan de Minister delen wanneer de Kamer deze kan ontvangen? Daarnaast zijn zij ook erg benieuwd hoe de Green Deal zich verhoudt tot de plannen voor het nieuwe GLB en het Nationaal Strategisch Plan. Dit vragen zij ook als het gaat om de financiën. Levert het feit dat er minder geld beschikbaar is voor het nieuwe GLB potentieel problemen op voor het behalen van de klimaat- en biodiversiteitsambities van de Green Deal? Zij zijn ook geïnteresseerd in hoe andere landen op de landbouwonderdelen van de Green Deal gereageerd hebben. Kan de Minister daarop in gaan?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn nieuwsgierig naar de «van boer tot bord»-strategie. Wat verwacht de Minister van deze strategie, die onder andere gaat over de beperking van het gebruik van chemische pesticiden, meststoffen en antibiotica? Dit ook in het licht van de pas aangenomen resolutie in het Europees parlement om bijen en andere bestuivers beter te beschermen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben biodiversiteit hoog in het vaandel staan en zijn dan ook benieuwd wat de Minister verwacht van de aangekondigde EU-biodiversiteitsstrategie. Wat is de Nederlandse inzet wat betreft de biodiversiteitsstrategie en hoe sluit haar aangekondigde bossenstrategie hierop aan?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben verder nog enkele vragen over de EU-bossenwet. Deze leden zijn erg verheugd dat de Landbouwraad eind vorig jaar tot de conclusie is gekomen om een EU-bossenwet te creëren. Ontzettend belangrijk dat daar snel mee aan de slag gegaan wordt. Kan de Minister garanderen dat zij zich in blijft zetten voor een goed en stevig wetsvoorstel en er, de huidige klimaat- en biodiversiteitscrisis en de Green Deal in ogenschouw nemend, op aandringt nog voor het eind van het jaar een stevig wetsvoorstel te hebben? Daarnaast zijn zij bezorgd over het vasthouden aan certificering om ontbossing tegen te gaan. Zij zijn er van overtuigd dat vrijwillige initiatieven ontzettend belangrijk zijn, maar dat dit onvoldoende is om ontbossing wereldwijd te stoppen. Deelt de Minister deze mening?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben verder nog enkele vragen over de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder andere Mercosur. Er is volgens deze brief, een reactie op de brief van de pluimveesector, in een voorlopig akkoord sprake van het toelaten van 180.000 ton pluimveevlees tegen een nultarief. Dat is een flinke stijging ten opzichte van de 310.000 ton kippenvlees die nu uit Mercosur-landen geïmporteerd wordt. De leden van de GroenLinks-fractie hebben net als de pluimveesector zorgen over deze ontwikkeling. Hoe gaat de Minister de Nederlandse pluimveesector beschermen en hoe gaat zij voorkomen dat pluimveevlees van kippen die een veel slechter leven hebben gehad hier op de markt komt? In dezelfde brief staat ook dat de voorwaarden voor toelating van pluimveevlees- en rundvlees in het algemeen gaat veranderen. Nederland is daar tegen, maar onder andere lidstaten is er ruime steun. Kan de Minister delen wat er precies gaat veranderen en waarom andere lidstaten hier ruime steun aan geven?

Op 16 januari jl. liet een grote meerderheid van het Europees parlement weten dat de beschermde natuurgebieden, inclusief Natura 2000-gebieden, uitgebreid moeten worden.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister in dit kader hoe zij kijkt naar de gesprekken die zij gaat voeren over «herijking van Natura 2000-gebieden» en op welke manier de natuur in Nederland uitgebreid kan worden.

Tot slot zijn de leden van de GroenLinks-fractie benieuwd hoe de extra 10 miljoen voor een investeringsregeling landschapselementen besteed gaat worden. Kan de Minister hier al meer informatie over delen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda voor de Landbouw en Visserijraad van 27 januari 2020. Deze leden merken op dat zij evenals de Minister uitkijken naar de uitwerking van de Green Deal en het BNC-fiche dat hierover naar de Kamer zal worden gestuurd.

De leden van de SP-fractie spreken uit verheugd te zijn dat tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 december jl. nieuwe stappen zijn gezet op het gebied van dierenwelzijn. Voor deze leden zijn de condities waaronder veetransporten plaatsvinden een belangrijk punt van aandacht. Zij zijn van mening dat scherpere Europese regelgeving nodig is als het gaat om de duur van de transporten. Eveneens pleiten zij voor striktere eisen als het gaat om het toestaan van transporten bij extreme temperaturen. Ook de hoge sterftepercentages tijdens de transporten zijn voor hen volstrekt onacceptabel vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. Zij spreken dan ook de verwachting uit dat de Minister zich blijvend inzet voor strengere normen ten aanzien van rijtijden en comforteisen van veetransportwagens. Zij kijken uit naar het nieuwe strategiedocument en verwachten dat daarin stevige ambities worden neergelegd die het lot van dieren in de Europese bioindustrie aanzienlijk verbeteren.

Tevens zijn de leden van de SP-fractie verheugd over de uitspraak van de lidstaten voor een Europees actieplan tegen ontbossing. Deze leden hopen op een spoedige uitvoering van deze ambities en vragen de Minister of zij bereid is om in EU-verband blijvend te pleiten voor bindende regelgeving die het behoud van waardevolle bossen en ecosystemen borgt. Zij zijn voorts van mening dat deze voorstellen urgentie verdienen met het oog op de huidige klimaatuitdagingen en vernemen graag wanneer deze wetgeving gereed kan zijn. Daarnaast merken de leden op dat vrijwillige certificeringsschema’s voor het bedrijfsleven zoals RSPO en RTRS, hoe bewonderenswaardig ook, wat hen betreft niet ver genoeg gaan voor het bieden van stevige garanties ter bescherming van (regen)wouden en mensenrechten wereldwijd. Zij vragen of de Minister de mening deelt dat aanvullende bindende wetgeving hiervoor een vereiste is en roept haar op om dit actief uit te dragen in de richting van de overige lidstaten.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister op welke schaal de bijvangstreductieplannen door de lidstaten niet zijn nageleefd en willen weten welke gevolgen dit heeft gehad voor de diverse visbestanden naast de genoemde kabeljauw. Deze leden delen voorts de mening van de Minister dat het niet-naleven hiervan de geloofwaardigheid onder druk zet en verzoeken de Minister om de overige lidstaten te houden aan gedane beloftes. Ook steunen zij de aanzienlijke reductie van de Total Allowable Catch (TAC) ten aanzien van kabeljauw, al hadden de leden nog liever gezien dat het advies van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) met een reductie van 61% werd gevolgd. De uiteindelijke reductie van 20% voor tarbot en griet is in hun ogen eveneens een gunstige ontwikkeling, maar helaas minder ambitieus dan de beoogde 29%. Nederland zou het verzet tegen deze hogere reductie moeten staken teneinde een duurzame populatie te bewerkstelligen, zo menen zij. Het verhogen van de TAC’s op rog, tong en schol kan niet rekenen op steun van deze leden. Zij betreuren het dat deze voorstellen zijn aangenomen.

De leden van de SP-fractie zijn voorts benieuwd welke lidstaten zich verzetten tegen de voorgestelde maatregelen van de Commissie en vragen zich daarbij af wat hier wordt bedoeld met «af te wijken omwille van de aanlandplicht en sociaaleconomische overwegingen»? Deze leden spreken daarnaast uit voorstander te zijn van cameratoezicht aan boord van de visserijvloot voor het bevorderen van de handhaving van de aanlandplicht. Zij zijn tevens benieuwd in hoeverre gehoor is gegeven aan haar oproep om fraude met motorvermogens van de vangstvloot bij andere lidstaten onder de aandacht te brengen teneinde een duurzamere visserij met een gelijk speelveld mogelijk te maken.

Ten aanzien van het GLB merken de leden van de SP-fractie in algemene zin op dat het promoten van biologische landbouw kan rekenen op hun steun. Dit geldt niet voor het beschermen van de concurrentiepositie van de Europese boeren; deze is in de ogen van deze leden meer dan voldoende geborgd. Voor wat betreft de herkomstetikettering vragen zij zich af waarom dit mogelijk in strijd zou zijn met de interne marktregels. Wellicht kan de Minister dit toelichten? In de ogen van deze leden zou deze maatregel juist bijdragen aan meer transparantie en voedselveiligheid. De Nederlandse steun voor etiketteringsverplichting op vlees kan dan ook rekenen op hun bijval van de SP. Ook voor zuivel zou een verplichtend karakter wenselijk zijn, zo zijn zij van mening.

Voor wat betreft de Europese samenwerking over toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen spreken de leden van de SP-fractie de hoop uit dat de Minor Uses Coordination Facility (MUCF) gaat bijdragen aan een sterkere onafhankelijke positie van de European Food Safety Authority (EFSA) als het gaat om haar informatiepositie. Te vaak is EFSA hierin afhankelijk geweest van informatie vanuit de chemische en agroindustrie, waardoor geen fatsoenlijke uitvoering wordt gegeven aan het voorzorgsprincipe, zo menen deze leden. Bestrijdingsmiddelen die een risico vormen voor mens, dier en milieu horen niet thuis op de markt en zouden actief geweerd moeten worden.

De verruiming van de marktoegang voor pluimveevlees vanuit Oekraïne en de Mercosur-landen is naar mening van de leden van de SP-fractie een volstrekt onwenselijke ontwikkeling. Deze leden delen de zorgen van de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) ten aanzien van de uitwerking van de gesloten akkoorden vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. De voorwaarden waaraan producenten in de betreffende landen moeten voldoen liggen immers ver onder het niveau van de vereisten die in de EU gangbaar zijn. De verruiming van de betreffende quota vormt naar hun mening een onwenselijk voorbeeld van een race naar de bodem op het gebied van productiestandaarden die wenselijk zijn voor mens, dier en milieu. Dat gezegd hebbende zijn zij overigens nog steeds van mening dat ook de welzijnseisen voor dieren in de Nederlandse pluimvee-industrie te mager zijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

Kangoeroeproducten

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben al eerder aandacht gevraagd voor de gruwelijke jacht op kangoeroes in Australië. Nederland werkt hieraan mee door kangoeroeproducten als vlees en (producten van) kangoeroeleer te importeren. Hier is nu een nieuwe factor bij gekomen. Door de recente bosbranden in Australië zijn naar schatting mogelijk een miljard dieren omgekomen en is een groot deel van het leefgebied van koala’s en kangoeroes verwoest, een gebied ter grootte van 2,5 keer Nederland3. Een ongekende ramp voor de Australische biodiversiteit. Vreselijke beelden van vluchtende dieren, verkoolde dieren en dieren die sterven door dorst en honger gaan de hele wereld over. Kangoeroes die de brand hebben overleefd zouden moeten worden beschermd, niet bejaagd. Toch gaat de jacht in delen van Australië nog altijd door. Deze leden vragen de Minister hoeveel kangoeroes er in totaal zijn omgekomen bij de bosbranden in Australië. Hoe groot is het verwoeste leefgebied van de kangoeroes?

Sinds de documentaire «Kangaroo – A Love-Hate Story» heeft iedereen kunnen zien met welke gruwelijke misstanden de jacht op kangoeroes gepaard gaat. Zo worden dieren in de nacht aangeschoten en dus lang niet altijd in het hoofd geraakt zoals de nationale gedragscode voorschrijft. Volgens berekeningen van onder andere de Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals (RSPCA) wordt tot wel 40% van de dieren in hun nek of lichaam geraakt; op jaarbasis gaat het om 65.000 tot 652.000 dieren (in 2015) 4. Gewond worden zij aan hun lot overgelaten. Babykangoeroes (joeys) worden tegen auto’s doodgeslagen, onthoofd of aan hun lot overgelaten als hun moeder is doodgeschoten. Hun doodsstrijd kan wel tien dagen duren. Meer dan 110.000 joeys stierven door de commerciële jacht in 20155. Niet alleen de jacht op kangoeroes is problematisch. Kangoeroevlees levert ook gevaren op voor de menselijke gezondheid: kangoeroevlees is berucht vanwege besmettingen met bacteriën als salmonella en E.coli. Dit komt omdat de afstanden die met de geschoten dieren worden afgelegd groot zijn en de transporttijd om bij de koeling te komen, daardoor lang is. Om redenen van besmettingsgevaar zijn Rusland en de staat Californië eerder al overgegaan tot een importverbod op kangoeroevlees.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister hoeveel kangoeroevlees er in 2018 en in 2019 is ingevoerd in Nederland. Om hoeveel dieren gaat het? Welk deel hiervan was bestemd voor de Nederlandse markt en welk deel is doorgevoerd naar andere landen?

Hoeveel kangoeroeleer en producten van kangoeroeleer zijn er in 2018 en in 2019 ingevoerd in Nederland? Welk deel hiervan was bestemd voor de Nederlandse markt? Kan de Minister bevestigen dat de Nederlandse Export Combinatie (NEC) in 2017 het Australische vleesbedrijf Macro Meats heeft gekoppeld aan diverse Nederlandse importeurs en distributiebedrijven om de import en verkoop van kangoeroevlees te stimuleren? Was de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) of enige andere organisatie verbonden aan het Ministerie van LNV hierbij betrokken?

Nu door klimaatverandering de bosbranden in Australië meer verwoestend zijn dan ooit, is het tijd voor actie. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister om de import van kangoeroeproducten en zo de verkoop hiervan in Nederland, onmiddellijk te stoppen. Is de Minister bereid bij de Landbouw- en Visserijraad te pleiten voor een moratorium om de import van kangoeroeproducten uit Australië? Ziet de Minister mogelijkheden om hierbij samen op te trekken met haar Belgische collega, nu alle Belgische supermarkten zijn gestopt met de verkoop van kangoeroevlees?6

SCoPAFF-overleggen

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het zeer zorgwekkend dat de vergaderingen van het Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) achter gesloten deuren plaatsvinden. Cruciale documenten van SCoPAFF blijven geheim, waardoor de totstandkoming van besluiten niet democratisch gecontroleerd kan worden en zelfs de stemmingen geheim blijven. Zo wordt de toelating van groepen gifstoffen regelmatig automatisch verlengd, zonder dat de verplichte herevaluatie plaatsvindt. Welk land voor of tegen stemde mag het publiek niet weten. Deze leden vragen de Minister of zij achter dit beleid staat. Hoe verdedigt zij de ontransparante werking van SCoPAFF? Wanneer het publiek wél meekijkt, bijvoorbeeld bij de stemmingen in het Europees parlement, zijn de stemmingsuitslagen opeens heel anders. Zo stemde het Europees parlement in oktober 2019 tégen de uitgeholde versie van het bijenrichtsnoer, waar SCoPAFF eerder in een geheime stemming voor had gestemd. Daarnaast nam het Europees parlement afgelopen december een resolutie aan die onder andere vraagt om verplichte reductiedoelstellingen voor het gebruik van landbouwgif. Het blijkt dat de transparantie van de stemmingen in het Europees parlement van groot belang is om publieke waarden te beschermen. Dat is ook de opvatting van de Europese Ombudsman, die vorige maand oordeelde dat de Europese Commissie zich schuldig maakt aan wanbestuur door opgevraagde documenten uit het SCoPAFF overleg niet openbaar te maken7. De Franse ngo Pollinis had gevraagd om de posities van de lidstaten betreffende de discussies over het bijenrichtsnoer, maar kreeg deze niet te zien. Deze leden hebben hier bij het schriftelijk overleg over de Landbouw en Visserijraad van 29 januari 2019 ook om gevraagd, maar deze informatie ook niet gekregen. De Europese Ombudsman stelt in zijn oordeel: «Een ruimere toegang tot dergelijke documenten is van cruciaal belang, om ervoor te zorgen dat EU-burgers hun op verdragen gebaseerde recht om deel te nemen aan het democratische leven van de Unie, kunnen uitoefenen.» Omdat de opgevraagde informatie specifiek het milieu betreft, stelt de Ombudsman: «De uitzondering waarop de Commissie zich beroept om de toegang van het publiek tot de gevraagde documenten te weigeren, moet daarom des te restrictiever worden toegepast.» Ook na dit oordeel heeft de Europese Commissie de documenten niet openbaar gemaakt. Hoe ziet de Minister deze gang van zaken? Staat zijn achter het oordeel van de Europese Ombudsman dat de Europese Commissie zich schuldig maakt aan wanbestuur? Wil de Minister er bij de Europese Commissie op aandringen om de door Pollinis opgevraagde documenten alsnog openbaar te maken? De uitspraak van de Ombudsman is volgens deze leden ook van toepassing op andere documenten van SCoPAFF. Wanneer een volksvertegenwoordiger of een maatschappelijke organisatie vraagt om transparantie betreffende besluitvorming, dient dat de democratie. Bovendien zal het het werk van de Minister vergemakkelijken, omdat zij verantwoording moet afleggen aan de Kamer over de genomen besluiten. Waarom zijn niet alle documenten uit het SCoPAFF-overleg openbaar? Wat is de reden voor de geheimhouding? Deze leden vragen de Minister om zich binnen de Landbouw- en Visserijraad in te zetten voor een transparanter debat over de toelating van en de controle op landbouwgif. In ieder geval de documenten over de stemmingen in het SCoPAFF-overleg dienen hiertoe openbaar te worden gemaakt. Zij verzoeken de Minister zich hiervoor in te zetten en de Kamer daarover op de hoogte te houden.

Internationale Suikerovereenkomst

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (ISO) heeft onder andere als doel het vergemakkelijken van de handel in suiker en het vergroten van de vraag naar suiker. Vindt de Minister het met de leden van de Partij voor de Dieren-fractie onwenselijk dat de vraag naar suiker in voeding en als biobrandstof wordt vergroot? Het is volgens deze leden onverantwoord dat er Nederlands belastinggeld gaat naar de promotie van suiker, terwijl het recent afgesloten Nationaal Preventieakkoord het gebruik van suiker juist poogt terug te dringen, omwille van de volksgezondheid. Ook heeft het Akkoord Verbetering Productsamenstelling, afgesloten met de Nederlandse voedingsindustrie, specifiek ten doel om suikergehaltes in producten te reduceren. Hoe strookt dit volgens de Minister met de doelen van de ISO? Bovendien is het gebruik van ethanol als biobrandstof uiterst discutabel. Volgens het Europese beleid voor duurzame energie (RED II) vallen suikergewassen onder de definitie «voedsel- of voedergewas», en dient het gebruik daarvan als biobrandstof begrensd te worden. Hoe ziet de Minister dit? Kan zij uitsluiten dat de verdere promotie van ethanol als biobrandstof, zoals de ISO voornemens is te doen, zal leiden tot (indirecte) verandering van landgebruik? Kan zij uitsluiten dat de productie van suiker voor de biobrandstof ethanol een bedreiging kan vormen voor de biodiversiteit? Kan de Minister aangeven wat de financiële bijdrage van de EU is aan de ISO? Wat zijn de andere, vergelijkbare, internationale grondstoffenorganisaties waar de EU partij van is? Wat zijn de bijdrages bij die organisaties? Deze leden vragen de Minister zich binnen de Landbouw- en Visserijraad uit te spreken over de onverenigbaarheid van de beleidsdoelen op het gebied van volksgezondheid en duurzaamheid aan de ene kant en deelname aan de ISO aan de andere kant, en hierover een discussie te openen. Daarnaast roepen de leden de Minister op om zich uit te spreken tegen het voorstel om ethanol op te nemen in de algemene doelen van de ISO en daarvoor steun te vergaren bij andere lidstaten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de «van boer tot bord»-plannen in het kader van de Europese Green Deal en de ambitie die de Commissie daarbij uitstraalt. Zo wil de Europese Commissie het gebruik en het risico van chemische pesticiden aanzienlijk terugdringen. Dergelijk beleid kan grote gevolgen hebben voor de Nederlandse landbouw. Deze leden vragen of de Minister bereid is bij de eerste gedachtewisseling tijdens de komende Landbouwraad het belang van subsidiariteit en proportionaliteit te benadrukken. Is de Minister ten aanzien van specifiek de voornemens met betrekking tot de chemische pesticiden bereid aan te geven dat het huidige toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen in de landbouwpraktijk voor verschillende knelpunten zorgt en geïntegreerde gewasbescherming (preventie – biologische middelen – chemische middelen als medicijn) lastiger maakt?

De leden van de SGP-fractie zijn niet te spreken over de uitspraken van Eurocommissaris Timmermans over de agrarische sector. De Eurocommissaris sprak onbegrip uit over de boerenprotesten in ons land. Hij vond dat boeren vasthouden aan achterhaalde ideeën in plaats van nu te veranderen en dat, als zij blijven vasthouden aan de huidige intensieve manier van produceren, zij geen kans hebben om te overleven. Timmermans heeft eerder aangegeven dat 40% van de landbouwsubsidies overgeheveld zou moeten worden naar klimaatbeleid. Deze leden horen graag hoe de Minister deze uitspraken waardeert. Is de Minister bereid tijdens de komende Landbouwraad te pleiten voor een constructieve opstelling van de Europese Commissie, met oog voor de lastige positie van agrarische bedrijven en het belang van een vitale landbouwsector?

De leden van de SGP-fractie vragen aandacht voor de gevolgen van het verbod op kiemremmer chloorprofam. Door het verbod gaat een Maximale Residu Limiet (MRL) van 0,01 ppm (detectiegrens) gelden. De kans is groot dat ook na grondige reiniging van opslagplaatsen nog waarden boven deze MRL aangetroffen worden. De Europese aardappelsector heeft een verzoek ingediend voor een tijdelijke verhoging van de MRL. Deze leden horen graag of de Minister het probleem onderkent en of zij het verzoek ondersteunt.

In het kader van de Green Deal overweegt de Europese Commissie extra eisen ten aanzien van handelsakkoorden en een koolstofgrenscorrectie. De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister bereid is aan te dringen op het voorkomen van import van landbouwproducten die niet zijn geteeld of geproduceerd volgens de Europese milieu en dierenwelzijnsregels. Dergelijke import, zoals via bijvoorbeeld het Mercosur-akkoord gestimuleerd zou worden, vinden deze leden ongewenst, omdat het duurzame verdienmodel hierdoor ondermijnd wordt.

II Antwoord/Reactie van de Minister

III Volledige agenda

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad op 27 januari 2020. Kamerstuk 21 501-32, nr. 1223 – Brief regering d.d. 17-01-2020, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten.

Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 december 2019. Kamerstuk 21 501-32, nr. 1222 – Brief regering d.d. 16-01-2020, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten.

Overheveling GLB-budget pijler 1 naar pijler 2 in 2020. Kamerstuk 28 625, nr. 281 – Brief regering d.d. 18-12-2019, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten.

Reactie op verzoek commissie over de brief van Nepluvi over de gevolgen van een Associatieakkoord tussen de Europese Unie (EU) en Mercosur voor de Nederlandse pluimveesector. 2019Z25474 – Brief regering d.d. 17-12-2019, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag.

Nadere informatie over de onderhandelingen tot wijziging van de Internationale Suikerovereenkomst. Kamerstuk 28 625, nr. 282 – Brief regering d.d. 16-01-2020, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten.


X Noot
4

RSPCA Australia (2002) A Survey of the Extent of Compliance with the Requirements of the Code of Practice for the Humane Shooting of Kangaroos http://www.environment.gov.au/node/16659; Ben-Ami, D et al The welfare ethics of the commercial killing of free-ranging kangaroos: an evaluation of the benefits and costs of the industry (2014). http://bit.ly/2z03uIc Explanation of methodologies: http://bit.ly/2ByJ4eX

X Noot
5

Australian Government Department of the Environment and Energy, Population, quota and harvest statistics, 2015. http://www.environment.gov.au/system/files/pages/d3f58a89–4fdf-43ca-8763-bbfd6048c303/files/kangaroo-statistics-new.pdf Joeys calculated using standard constants for fecundity (Dawson 2012) and survivorship (Arnold (1991), Banks (2002) See Mjadwesch

Naar boven