28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij gevraagd om nadere informatie over de onderhandelingen tot wijziging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992. Dit naar aanleiding van een aanbeveling voor een besluit van de Europese Raad houdende de machtiging aan de Europese Commissie om onderhandelingen hierover te openen (COM(2019)595). Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna: ISO) heeft een vierledig doel: zorgen voor sterkere internationale samenwerking in verband met suiker en aanverwante zaken; bieden van een forum voor intergouvernementeel overleg over suiker en over manieren om de suikerindustrie in de wereld te verbeteren; het vergemakkelijken van de handel door het verzamelen en verstrekken van informatie over de wereldmarkt voor suiker en andere zoetstoffen; en vergroten van de vraag naar suiker, met name voor andere dan traditionele doeleinden.

De belangrijkste instrumenten die de ISO kent voor de bevordering van deze doelen betreffen naast regelmatig overleg van de leden: informatieverzameling en -verspreiding; studies naar de productie, prijzen, invoer en uitvoer, gebruik en voorraden van suiker en andere zoetstoffen en naar belastingen op deze stoffen; en bijdragen aan onderzoek en de verspreiding van de resultaten van onderzoek.

De ISO is op 1 januari 1993 in werking getreden voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995. Sindsdien is de overeenkomst regelmatig verlengd; de laatste keer, in juli 2019, tot en met 31 december 2021.

De Internationale Suikerorganisatie (zie: https://www.isosugar.org), gevestigd in Londen, beheert de ISO en ziet toe op de naleving door de leden. Het hoogste orgaan van de ISO is de Internationale Suikerraad. In de Internationale Suikerraad zijn alle leden vertegenwoordigd zijn. De Europese Unie is partij bij de ISO en wordt in de Internationale Suikerraad vertegenwoordigd door de Europese Commissie.

Suiker is een gevoelig product in het kader van zowel het gemeenschappelijk handelsbeleid als het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. In internationale handelsbesprekingen van de EU speelt suiker een belangrijke rol en zowel de productie van, als de handel in suiker worden door de Europese Commissie nauwlettend gemonitord. De ISO biedt een neutraal platform voor het bespreken van suikerkwesties met een groot aantal landen. De monitoring van de ontwikkelingen op de mondiale suikermarkt door de ISO is in het belang van de marktbeheermogelijkheden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU.

Onderwerp van de onderhandelingen genoemd in document COM(2019)595 is een gedeeltelijke herziening van de ISO. De inzet van de Europese Unie is gericht op de begroting en de bijdragen van de leden. De EU streeft naar een lagere bijdrage omdat de EU nu onevenredig veel bijdraagt aan de ISO in verhouding tot het aantal stemmen binnen de ISO. Dit als gevolg van het feit dat sommige andere leden van de ISO in de loop van de tijd een grotere rol op de mondiale suikermarkt zijn gaan spelen. Het voorstel van de EU is er ook op gericht om de praktijken van de ISO in overeenstemming te brengen met die van andere internationale grondstoffenorganisaties zoals de Internationale Graanraad.

Daarnaast gaan de onderhandelingen over wijzigingen in verband met de doelstellingen en het werkprogramma van de ISO. Hierbij gaat het met name om het opnemen van ethanol in de algemene doelen van de ISO; een ruimere visie op «informatie en studies» ook om aandacht aan ethanol (onder andere gebruikt voor bijmenging in benzine) in dergelijke activiteiten mogelijk te maken; en een ruimere visie op «onderzoek en ontwikkeling» in het kader van de ISO. Reden om meer aandacht te vragen voor ethanol in het kader van de ISO is dat het eenvoudig is om de grondstoffen voor suikerproductie te gebruiken voor de productie van ethanol, waardoor de suikermarkt en de ethanolmarkt sterk gerelateerd zijn.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven