Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het
artikel «Onafhankelijk onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen toeslagenouders tegengehouden»
(ingezonden 1 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Onafhankelijk onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen
toeslagenouders tegengehouden»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de Raad voor de rechtspraak niet wil meewerken aan een, anders
dan door henzelf verricht, onafhankelijk onderzoek? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Wat vindt u van het feit dat dit onafhankelijke onderzoek, dat vier tot vijf maanden
duurt, inmiddels al afgerond had kunnen zijn? Kunt u aangeven hoe dit zo lang heeft
kunnen duren?
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom dit onafhankelijke onderzoek nog niet plaats heeft gevonden?
Doet dit, volgens u, recht aan de urgentie van dit onderwerp?
Vraag 5
Bent u van mening dat de Raad voor de rechtspraak voldoende zelf kan onderzoeken of
er uithuisplaatsingen hebben plaatsgevonden vanwege schuldenproblematiek? Zo ja, waarom
wel?
Vraag 6
Bent u bekend met het onderzoeksplan van de Rijksuniversiteit Groningen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, kunt u dit onderzoeksplan aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 7
Klopt het dat de Raad voor de rechtspraak aangeeft dat zelf onderzoek doen de enige
optie is? Deelt u deze mening? Zo ja, waarom?
Vraag 8
Klopt het dat er contact is geweest tussen de Rijksuniversiteit Groningen en uw ministerie?
Kunt u bevestigen dat er via die weg ook contact is geweest met de Inspectie Gezondheidzorg
en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid? Klopt het dat de seinen daar op groen
hebben gestaan voor een onderzoek? Kunt u dit bevestigen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, kunt u de inhoud van dit contact aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat een onafhankelijk onderzoek naar de uithuisplaatsingen van maatschappelijk
belang is en moet plaatsvinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u dit vorm geven?
Vraag 10
Bent u van mening dat een onderzoek naar het functioneren van rechters betrouwbaar
is als het niet door een derde onafhankelijke partij wordt uitgevoerd? Zo ja, waarom
wel? Zo nee, kunt u toelichten of u dit onderzoek van de Raad voor de rechtspraak
als betrouwbaar en onafhankelijk kunt definiëren?
Vraag 11
Bent u van mening dat de ernst van situatie met zich mee brengt dat er, zo snel mogelijk,
een onafhankelijk feitelijk onderzoek moet worden gedaan? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, kunt u aangeven dat er geen schijn van objectieve partijdigheid is als de rechterlijke
macht deze fouten zelf gaat onderzoeken?
Vraag 12
Kunt u aangeven wat u gaat doen om dit proces te versnellen? Kunt u bevestigen dat
er een zeker gevoel van urgentie aanwezig is?
Vraag 13
Kunt u aangeven wanneer u verwacht dit onderzoek te kunnen laten starten? Zo nee,
waarom niet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Omtzigt (Omtzigt),
ingezonden 31 augustus 2022, (vraagnummer 2022Z15984), het lid Arib (PvdA), ingezonden 31 augustus 2022, vraagnummer 2022Z15985, het lid Marijnissen (SP), ingezonden 31 augustus 2022, vraagnummer 2022Z15987 en het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 1 september 2022, vraagnummer 2022Z16027.