Vragen van het lid Agnes Mulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het verzekeren van zonnepanelen en voor de kosten van het opruimen van schade veroorzaakt door brand bij zonnepanelen (ingezonden 1 oktober 2020).

Vraag 1

Klopt het dat er, zoals de Minister van Financiën tijdens het notaoverleg over verduurzaming van de financiële sector van 2 september 2020 aangaf, op 3 september 2020 een overleg heeft plaatsgevonden tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, verzekeraars en andere betrokken partijen over de verzekerbaarheid van zonnedaken?1

Vraag 2

Welke onderwerpen zijn er tijdens dit overleg met verzekeraars en de zonnesector aan de orde gekomen? Tot welke concrete uitkomsten heeft dit gesprek geleid en welke vervolgafspraken zijn er naar aanleiding van dit gesprek gemaakt?

Vraag 3

Bent u bekend met het feit dat het verzekeren tegen de schade veroorzaakt door onder andere de asdeeltjes en het glas van de zonnepanelen, die na een brand vaak worden verspreid over weilanden en andere omliggende gebieden, erg moeilijk of zelfs onmogelijk is?

Vraag 4

Deelt u de mening dat ook als zonnepanelen niet de oorzaak van de brand zijn, het verzekeren van de kosten van het opruimen van schade alsnog een onderwerp is om met de verzekeraars te bespreken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn gaat u ook hierover met de verzekeraars in gesprek?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de problemen rondom het verzekeren van zonnepanelen alsmede voor de eventuele kosten van het opruimen van deeltjes die uit zonnepanelen ontsnappen bij brand zo snel mogelijk moeten worden opgelost en dat het tempo waarin daartoe tot nu toe stappen zijn gezet volstrekt ontoereikend is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat indien deze problemen niet snel worden opgelost dit kan leiden tot vertraging en grote hinder voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, omdat inwoners en bedrijven de financiële risico’s die dan ontstaan bij het installeren van zonnepanelen op daken niet zelf kunnen dragen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Welke stappen zullen de verzekeraars zetten om de hierboven beschreven problematiek op korte termijn op te lossen, zodat dit geen vertragende factor wordt in de verduurzaming van de gebouwde omgeving?

Vraag 8

Welke alternatieven ziet u voor het oplossen van deze problematiek als de verzekeraars niet snel met een oplossing komen?

Vraag 9

Klopt het dat in gevallen waar zonnepanelen in brand vliegen en er deeltjes op landbouwgrond landen, geen enkele instantie onderzoekt of er daardoor schadelijke stoffen in landbouwproducten terechtkomen als de boer en de afnemer niet zelf besluiten daar onderzoek naar te doen?

Vraag 10

Deelt u de mening dat het onwenselijk is om dit, gezien het grote belang van voedselveiligheid, geheel aan de inschatting van de boer, afnemer of leverancier af te laten afhangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat dergelijk onderzoek altijd plaats gaat vinden als er door brand aan zonnepanelen mogelijk schadelijke stoffen in landbouwproducten terecht kunnen komen?

Vraag 11

Wanneer verwacht u de uitkomsten van het onderzoekproject «DIRECT' naar duurzaam en veilig ontwerp van zonnestroominstallaties en de brandexperimenten met zonnepanelen die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat uitvoeren aan de Kamer te kunnen presenteren?

Vraag 12

Op welk moment zult u hierover in overleg gaan met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om te bezien of er eventueel vervolgstappen nodig zijn en waaruit zouden deze vervolgstappen kunnen bestaan?

Vraag 13

Wanneer verwacht u duidelijkheid van het Instituut Fysieke Veiligheid over de vraag of er een aanvullende aanbeveling nodig is voor de brandbestrijding bij zonnepanelen en of het behulpzaam is om deze aanbevelingen op te nemen in een protocol?2


X Noot
1

Kamerstuk 35 446, nr. 9

X Noot
2

Antwoord op Kamervragen over het artikel Weilanden vol glas van zonnepanelen na hevige brand: nieuw probleem voor milieudiensten (vraagnummer 2020Z14522)

Naar boven