Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van de Raad van
State dat omstreden varkenshouder met beroepsverbod in Duitsland zijn varkensstal
in Nederland gewoon uit mag breiden (ingezonden 25 maart 2019).
Vraag 1
Kent u de uitspraak 201803729/1/A1 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State? Verbindt u gevolgen aan de uitspraak?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het niet goed te praten is dat een veehouder met een beroepsverbod
in Duitsland vanwege ernstige dierenwelzijnsschendingen, en bovendien in Nederland
meerdere ernstige dierenwelzijns- en milieuovertredingen op zijn naam, alle ruimte
krijgt van het Rijk en van decentrale overheden om door te gaan met zijn bedrijven
en ze ook nog eens uit te breiden?
Vraag 3
Kunt u zich uw antwoorden op de Kamervragen van het lid Ouwehand (2018) herinneren
en dat u antwoordde de plannen voor de herbouw van de megavarkensstal in Erichem niet
te willen beoordelen, omdat decentrale overheden volgens u het bevoegd gezag zijn?2
Vraag 4
Deelt u de mening dat u aan zet bent wanneer de huidige wet- en regelgeving onvoldoende
juridische mogelijkheden biedt om de omstreden varkenshouder te stoppen? Zo ja, kunt
u toelichten wat u gaat doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat er, aangezien de betreffende veehouder jaar na jaar de muizengaatjes
van de wet blijft opzoeken en ze dikwijls overtreedt, in 2017 nog 20.000 varkens liet
verbranden omdat hij zijn stal niet brandveilig had gemaakt en bovendien decentrale
overheden honderdduizenden euro’s aan juridische procedures kost, meer voor nodig
is om iemand als de betreffende veehouder te stoppen dan slechts bestuursrechtelijke
handhaving gericht op herstel en strafrechtelijk opgelegde boetes? Zo ja, wat gaat
u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Herinnert u zich dat zowel u als uw voorgangers hebben aangegeven de mate van overtredingen
van deze varkenshouder zorgwekkend te vinden, en derhalve hebben toegezegd de betreffende
veehouder regelmatig te blijven inspecteren?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe vaak de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vanaf de
periode augustus 2018 tot op heden op inspectie is geweest bij deze veehouder, welke
overtredingen er sindsdien zijn geconstateerd en of dit geleid heeft tot (disciplinaire)
maatregelen? Zo ja welke? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u een totaaloverzicht verschaffen van de afgelopen tien jaar met daarin het aantal
inspecties door de NVWA bij de betreffende veehouder, de overtredingen die werden
geconstateerd en de (disciplinaire) maatregelen die werden opgelegd? Kunt u de (cumulatieve)
ernst van de overtredingen duiden?
Vraag 9
Kunt u aangeven of het openbaar ministerie op dit moment genoeg juridische mogelijkheden
heeft om een veehouder met een dergelijke geschiedenis op basis van de optelsom van
zijn overtredingen een beroeps- of houdverbod op te leggen? Zo nee, waarom niet en
bent u bereid hier wat aan te doen? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 10
Staat u nog steeds achter uw uitspraak dat Nederland zich in moet zetten voor een
gelijk speelveld in Europa op het gebied van dierenwelzijn?3
Vraag 11
Deelt u de mening dat er geen sprake is van een gelijk speelveld wanneer een varkenshouder
met een beroepsverbod in Duitsland vervolgens in Nederland mag doorgaan en uitbreiden?
Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u toelichten hoe u de aangenomen motie-Van Kooten-Arissen/Futselaar (Kamerstuk
28 286, nr. 931), waarin u verzocht wordt te komen tot het gebruik van zwarte lijsten voor houders
van dieren die een beroepsverbod hebben gekregen, ten uitvoer gaat brengen?
Vraag 13
Kunt u conform uw toezegging de Kamer informeren wat uw eerste verkenning bij gelijkgestemde
lidstaten opgeleverd heeft en wat uw inschatting is van de haalbaarheid en planning
van het initiatief?4
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Moorlag en
Kuiken (beiden PvdA), ingezonden 21 maart 2019 (vraagnummer 2019Z05546).
X Noot
2Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 455, p. 1