Vragen van het lid Toorenburg (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Wetenschappelijke studie laat zien: hoe sterker de wiet, des te groter de kans op psychose» (ingezonden 21 maart 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Wetenschappelijke studie laat zien: hoe sterker de wiet, des te groter de kans op psychose»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de onderzoeksresultaten van de internationale groep onderzoekers die aantonen dat er een link is tussen cannabisgebruik en psychoses door ook de sterkte van de gebruikte cannabis te bekijken?

Vraag 3

Gaat dit onderzoek volgens u gevolgen hebben voor de wijze waarop zorginstanties om zullen gaan met cannabisgebruik? Welke mogelijkheden zijn er voor zorginstanties om cannabisgebruik bij patiënten te verminderen?

Vraag 4

Welke gevolgen heeft dit onderzoek voor het preventiebeleid van de regering ten aanzien van cannabisgebruik? Ziet u het nut in van betere voorlichting in de coffeeshops, bijvoorbeeld op verpakkingen van cannabis?

Vraag 5

Hoe wordt thans in coffeeshops gescreend op mogelijke psychische aandoeningen van klanten? Is bekend of personen om dergelijke redenen geweigerd worden?

Vraag 6

Kan dit onderzoek gevolgen hebben voor het maximum THC-gehalte dat de cannabis die gekweekt wordt voor de wietexperimenten mag bevatten? Zo ja, welke?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe de resultaten uit dit onderzoek gevolgen hebben voor de wijze waarop het preventiebeleid bij de wietexperimenten wordt vormgegeven?

Vraag 8

Heeft het onderzoek mogelijke gevolgen voor het maximum THC-gehalte dat cannabis mag bevatten om nog als softdrugs te worden aangemerkt? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 21 maart 2019 (vraagnummer 2019Z05553).

Naar boven