Vragen van de leden Ten Broeke en Lodders (beiden VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de voornemens omtrent landonteigening in Zuid-Afrika (ingezonden 15 augustus 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Zuid-Afrika: onzekerheid door plannen ANC voor landhervorming»?1

Vraag 2

Hebt u kennisgenomen van de genoemde verklaring van president Ramaphosa, waarin hij duidelijk maakte dat het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) van mening is dat landonteigening zonder compensatie zowel wenselijk als constitutioneel mogelijk is? Hoe beoordeelt u de inhoud van deze toespraak?

Vraag 3

Deelt u de zorgen over de mogelijkheid van onteigening van landbouwgronden zonder compensatie?

Vraag 4

Beschikt u over cijfers van het aantal «farm attacks» van de afgelopen jaren? Hoe beoordeelt u de preventie- en strafmaatregelen van de Zuid-Afrikaanse overheid hieromtrent?

Vraag 5

Kunt u zich herinneren dat u mededeelde dat enkele Europese bedrijven in het kader van de landonteigeningsplannen «pas op de plaats maken»? Is dit aantal gegroeid? En zitten hier ook Nederlandse bedrijven bij?2

Vraag 6

Kunt u, aangezien u eerder verklaarde dat de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika regelmatig gesprekken voert met het Nederlandse bedrijfsleven en de Zuid-Afrikaanse overheid over handels- en investeringskwesties, aangeven of deze gesprekken op verzoek of structureel plaatsvinden?3 Is de ambassade bereid en in staat om alle Nederlandse bedrijven met zorgen hierover actief of op verzoek voor te lichten over handels- en investeringskwesties?

Vraag 7

Kunt u zich herinneren dat u in antwoord op vragen van de VVD-fractie antwoordde dat de Zuid-Afrikaanse parlementaire onderzoekscommissie voor parlementaire zaken tot 11 september 2018 de tijd heeft gekregen om verslag te doen aan het parlement over de vraag of de Zuid-Afrikaanse Grondwet moet worden gewijzigd om landonteigening tegen te gaan? Heeft deze onderzoekscommissie reeds verslag uitgebracht? Zo nee, kunt u zodra dit verslag is uitgebracht, de uitkomsten, indien mogelijk in de beantwoording van deze vragen, met de Kamer delen?4

Vraag 8

Kunt u zich tevens herinneren dat u verklaarde dat het kabinet zich inzet voor de bescherming van de Zuid-Afrikaanse bevolking tegen criminaliteit?5 Kunt u toelichten uit welke inspanningen die inzet bestaat?

Vraag 9

Is het ANC nog steeds voornemens om uit het Internationaal Strafhof te treden? Zo ja, is de parlementaire procedure teneinde dit mogelijk te maken reeds in gang gezet? Blijft het kabinet in de tussentijd zorgen uiten over dit voornemen?

Vraag 10

Wanneer vindt het volgende topoverleg tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika plaats? Kan dit overleg worden benut om de diverse zorgen van zowel de Nederlandse regering als van Europese en Nederlandse ondernemers in Zuid-Afrika onder de aandacht te brengen?

Vraag 11

Is het aantal asielaanvragen in Nederland van mensen met de Zuid-Afrikaanse nationaliteit de afgelopen maanden toegenomen? Kunt u dat vergelijken met de cijfers in andere Europese landen, Rusland en de Verenigde Staten?


X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1896.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2792.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1896.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1896.

Naar boven