Vragen van het lid Albert deVries (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het op de website van de Stichting IbK geplaatste memo met een reactie van de Minister op aangenomen amendementen en moties bij het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (ingezonden 23 maart 2017).

Vraag 1

Wordt in het op de website geplaatste memo van 14 maart 2017 uw opvatting weergegeven over de aangenomen amendementen en moties bij de behandeling van het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen? Zo ja, waarom is het memo dan binnen een dag weer van de website gehaald? Zo nee, hoe kon het gebeuren dat dit memo met kennelijk ambtelijke opvattingen op de website van het Instituut voor Bouwkwaliteit (stichting IbK) werd geplaatst?

Vraag 2

Bent u van mening dat dit memo, met name waar het de inleiding en de toelichtingen betreft, gelezen kan worden als het afdingen op door de Kamer aangenomen amendementen en moties? Zo ja, is dit minachting van de Kamer? Zo nee, hoe verklaart u dan de principiële interpretatieverschillen tussen de toelichtingen van de indieners en de tekst van de toelichtingen in het memo?

Vraag 3

Bent u van mening dat de strekking van de toelichtingen in het memo opvallende gelijkenis vertoont met recente (maar ook oudere) publicaties van het Instituut voor Bouwkwaliteit en daaraan gelieerde personen en adviesbureaus? Zo ja, bent u dan van mening dat dit de schijn van belangenverstrengeling oproept? Wat gaat u daar dan aan doen? Zo nee, hoe verklaart u dan de grote mate van overeenstemming tussen het memo en de door de bouwadvieswereld geformuleerde standpunten?

Vraag 4

Bent u van mening dat de aangenomen amendementen en moties de bedoeling hebben om de invloed van de bouwadvieswereld te matigen, de kosten van kwaliteitsborging te beheersen, de rol van de overheid met betrekking tot handhaving van de publieke regelgeving te verduidelijken en meer recht te doen aan de belangen van opdrachtgevers en gebruikers van bouwwerken? Zo ja, waarom is daar in het memo dan toch op afgedongen? Hoe gaat u de aangenomen moties en amendementen uitvoeren, zoals ze bedoeld zijn?

Vraag 5

Bent u van mening dat gemeenten ook onder de nieuwe wet zelf gaan over de wijze waarop zij uitvoering geven aan de handhaving van publieke regels met betrekking tot bouwkwaliteit, veiligheid, energiezuinigheid, duurzaamheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid? Zo nee, welke beperkingen wilt u gemeenten dan opleggen en hoe verhouden deze zich tot hun verantwoordelijkheid om onverantwoorde risico's te voorkomen en er op toe te zien dat de wet wordt nageleefd?

Vraag 6

Bent u van mening dat de aangenomen motie over het buiten beoordeling van kwaliteitsborgers houden van erkende technische toepassingen tot doel heeft de kosten van kwaliteitsborging te beperken en de standaardisering in de bouw te stimuleren? Bent u van mening dat die erkende toepassingen ook betrekking hebben op het aanbrengen van de toepassing in het bouwwerk en dat daarmee het rapport van Ligthart advies over erkende toepassingen in twijfel moet wordt getrokken? Zo ja, hoe gaat u de motie uitvoeren en de kosten van kwaliteitsborging terugdringen en waarom wordt in de toelichting in de memo dan toch betoogd dat kwaliteitsborgers een oordeel moeten geven?

Vraag 7

Bent u bekend met de preambule van het Expertisecentrum Regelgeving Bouw (ERB) over het rapport van Ligthart advies, dat is gemaakt nadat het rapport al wereldkundig was gemaakt zonder hoor en wederhoor? Zo ja, waarom is deze niet doorgeleid naar de Kamer? Zo nee, kunt u verklaren waarom de Kamer daarvan door ERB op de hoogte is gesteld?

Vraag 8

Bent u bereid om de aangenomen moties over de kwaliteitsborging voor het verbouwen en restaureren van rijksmonumenten (Kamerstuk 34 453, nr. 20) en over kijken naar monumentale waarde bij het onder de wet brengen van rijksmonumenten (Kamerstuk 34 453, nr. 23) uit te voeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan uw toelichting tijdens het plenair debat en het gestelde in het memo dan zo wordt gelezen dat de door u aangekondigde voortzetting van het overleg met monumentengemeenten uitsluitend betrekking zal hebben op het al dan niet ook uitsluiten van gemeentelijke monumenten in de eerste stap van de invoering van de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen?

Vraag 9

Bent u van mening dat in de publicaties van onder andere het Instituut van Bouwkwaliteit een onjuist beeld wordt geschetst van de strekking van de aangenomen amendementen en moties? Vindt u het verantwoord dat op basis van deze documenten de implementatie van het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging wordt ondersteund door dit instituut? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo nee, welke stappen denkt u te zetten om er voor te zorgen dat de voorlichting over het nieuwe stelsel in overeenstemming wordt gebracht met wat de Kamer heeft besloten?

Vraag 10

Bent u bereid om het betreffende memo terug te nemen en de strekking van de aangenomen amendementen en moties, inclusief de daaraan ten grondslag liggende toelichtingen en de door u in het debat gegeven reactie daarop, onvoorwaardelijk als uitgangspunt te nemen voor de verdere parlementaire behandeling en de uiteindelijke invoering van de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Naar boven