Vragen van de leden Van Dekken (PvdA) en Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over uitbreiding van nertsenhouderijen (ingezonden 10 februari 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Meer nertsen mag wel»?1

Vraag 2

Kunt u reageren op de uitspraak van de gedeputeerde staten van Zeeland dat de nertsenfokkerij wel mag uitbreiden, ondanks de uitspraak van het gerechtshof dat het verbod op nertsenfokkerijen rechtsgeldig is?

Vraag 3

In hoeverre licht u de nertsenhouders en het publiek voor dat nertsenhouders ondanks de afgegeven vergunning geen nertsen mogen houden vanwege het verbod op de pelsdierhouderij?

Vraag 4

Kunt u toelichten hoe wordt gehandhaafd, nu de juridische situatie zo is dat een vergunning wel afgegeven mag worden maar niet meer mag worden geëffectueerd door daadwerkelijk de nertsen te houden? Wordt bijvoorbeeld standaard bij het afgeven van een vergunning de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ingeseind om zich ervan te vergewissen dat de vergunning niet wordt geëffectueerd?

Vraag 5

Hoe gaat u in dit specifieke geval handhavend optreden en zich er van verzekeren dat de betreffende vergunning niet wordt geëffectueerd?

Vraag 6

In uw beantwoording van eerdere vragen gaf u aan dat u op dit moment nog in overleg bent met het Openbaar Ministerie over de gevolgen van de gerechtelijke uitspraak voor de handhaving; kunt u deze en soortgelijke zaken hierbij betrekken?2

Vraag 7

Hoe beoordeelt u het feit dat veel consumenten niet weten of het bont op hun kraag van dierlijke of synthetische afkomst, zoals bleek uit de uitzending van Kassa op 8 januari jl.?

Vraag 8

Onderschrijft u dat een consument die bont koopt, moet kunnen weten dat hij bont koopt en dat dit dus op het label moet staan?

Vraag 9

Hoe kan een consument die leren schoenen of een leren jas koopt met een bontrandje achterhalen of het om nepbont of echt bont gaat?

Vraag 10

Op welke manier kan een consument onderscheiden of er bont aan zijn jas zit of dat er dons in gebruikt is?

Vraag 11

Op welke manier gaat u tijdens het Nederlands Voorzitterschap correcte etikettering van bont in de Europese Unie op de agenda te zetten? Gaat u pleiten voor aanscherping door bont als «bont» te labelen? Gaat u om evaluatie vragen? Gaat u voorstellen om middels een consumentenonderzoek te achterhalen of de huidige labels helder zijn?

Vraag 12

Hoe en op welke termijn gaat u de motie Gerkens c.s. (Kamerstuk 30 826, nr. 766) onder de aandacht brengen bij de Commissie en in de Raad?

Vraag 13

Wat doet u om te zorgen dat er geen bont van levend geplukte of gevilde dieren op de Nederlandse markt verschijnt, zoals eerder met de Kamer besproken?

Vraag 14

Wat doet u ter uitvoering van de motie Van Gerven/Thieme (Kamerstuk 28 286, nr. 766) die de regering verzoekt zich sterk te maken voor een Europees handels- en importverbod op wasbeerhondenbont?

Vraag 15

Wat doet u ter uitvoering van de motie Thieme/Van Gerven (Kamerstuk 28 286, nr. 753) die de regering verzoekt zich in te zetten voor een Europees importverbod op angorawol?


X Noot
1

BN DeStem, 28 januari 2016

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1317.

Naar boven