Vragen van de leden VanGerven (SP) en VanDekken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over zieke rashonden en het Fairfok keurmerk (ingezonden 8 april 2015).

Vraag 1

Herinnert u zich het rapport «Fairfok, gezonde en sociale hond in Nederland» van de Raad van Beheer op Kynologisch gebied (hierna: Raad van Beheer)?1

Vraag 2

Waarom denkt u dat het Fairfok plan van de Raad van Beheer nu wel succesvol zal zijn terwijl er al vanaf 1995 met de Raad van Beheer, als vertegenwoordiger van de rashondenwereld, afspraken zijn gemaakt over het terugdringen van erfelijke aandoeningen en het invoeren van certificering voor hondenfokkers, die echter nimmer tot enige vooruitgang hebben geleid?2

Vraag 3

Kunt u een garantie geven dat dit plan een einde maakt aan de hoge frequentie van erfelijke aandoeningen bij rashonden? Zo ja, op welke termijn?

Vraag 4

Indien een koper een Fairfok-pup aanschaft, wat voor garantie kan de koper verwachten ten aanzien van erfelijke aandoeningen en de eventuele medische kosten? Indien de koper geen garanties kan verwachten dat de hond die hij koopt niet erfelijk ziek is en doorgefokt, deelt u de mening dat het woord «fair» bij Fairfok dan misleidend is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wat is uw mening over het feit dat de Raad van Beheer toestaat om te fokken met neef-nicht en halfbroer-halfzus? Leidt dit volgens u niet tot verhoogd risico van inteelt en erfelijke gebreken?

Vraag 6

Bent u er mee bekend dat de Raad van Beheer in haar Fairfok-plan erkent dat om erfelijke ziekten tegen te gaan, het noodzakelijk is nieuw bloed toe te laten (outcross), maar dat «de Raad van Beheer graag ziet dat hierbij druppelsgewijs honden van een ander ras ingekruist worden»?

Vraag 7

Onderschrijft u dat als slechts druppelsgewijs nieuw bloed in een zieke rashondenpopulatie wordt toegestaan, dit slechts een druppel op gloeiende plaat is? Wilt u er bij de Raad van Beheer op aandringen om gezondheid boven uiterlijke raskenmerken te laten gaan?

Vraag 8

Bent u er bekend mee dat de Raad van Beheer in haar Fairfok-plan klinische ziektebeelden die het gevolg zijn van erfelijke aandoeningen bij rashonden met behulp van DNA-diagnostiek in enkele generaties wil terugdringen? Vindt u het acceptabel om hier enkele generaties de tijd voor te nemen? Vindt u het acceptabel dat DNA-diagnostiek als middel wordt gebruikt, terwijl dit volgens experts niet een adequaat middel is? Vindt u het acceptabel dat de simpele en snelle oplossing – namelijk a) aanpassen van de rasstandaarden (geen platte neuzen en te kleine hoofden e.d.) en b) het inmengen van nieuw bloed – hiermee in het Fairfok-plan genegeerd worden?

Vraag 9

Kunt u aangeven hoe het staat met het bijstellen van rasstandaarden door de Raad van Beheer? Komt er een duidelijk plan van aanpak om de schadelijke raskenmerken te elimineren? Wanneer wilt u dat alle ongezonde rasstandaarden zijn bijgesteld? Kunt u bij de beantwoording ingaan op artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren en op het praktijkvoorbeeld van de Franse Bulldog?3

Vraag 10

Kunt u onderbouwen dat DNA-testen voor schadelijke raskenmerken zinvol zijn en kunt u bij uw beantwoording ingaan op de mening van experts zoals die van professor J. Rothuizen die DNA-testen voor schadelijke raskenmerken volkomen onzin noemt?4

Vraag 11

Bent u bekend met de 84 ziektes die het gevolg zijn van uiterlijkheden die gezondheidsproblemen geven en met het feit dat ook de Raad voor dierenaangelegenheden (RDA) van mening is dat deze rasstandaarden een belangrijke rol spelen in het ontstaan en instandhouden van erfelijke aandoeningen? Wat vindt u ervan dat deze rasstandaarden door de Raad van Beheer worden voorgeschreven?5 6

Vraag 12

Kunt u onderbouwen dat investeren in DNA-tests een zinvolle besteding van geld is en wilt u hierbij ingaan op de mening van wetenschappers zoals o.a. naar voren gebracht door professor Spruijt, die zegt dat DNA-tests voor problemen door schadelijke raskenmerken onzinnig zijn en dat de oplossing eenvoudig is, namelijk het aanpassen van rasstandaarden? Kunt u tevens onderbouwen dat DNA-tests voor problemen veroorzaakt door inteelt zinvol zijn?7

Vraag 13

Deelt u de mening van dierenarts Meijndert dat DNA-onderzoek geen oplossing zal bieden voor polygenetische aandoeningen als heupdysplasie? Zo nee, kunt u dit onderbouwen?8

Vraag 14

Wordt het onderzoek van professor J. Rothuizen gefinancierd door de overheid? Zo ja, zijn er deadlines en harde afspraken over de resultaten gemaakt?9

Vraag 15

Bent u bekend met de doelstelling in het plan Fairfok van de Raad van Beheer dat «er nog maar twee keizersneden per teef mogen worden uitgevoerd»? Hoe kunt u dit beleid rijmen met hetgeen er hierover in de nota van toelichting bij het Besluit gezelschapsdieren staat?10

Vraag 16

Hoe kunt u verklaren dat een aanzienlijk deel van de rashonden, zoals Franse en Engels Bulldog, Mopshond en Boxer, bij gespecialiseerde dierenartsenpraktijken veelal met de keizersnede ter wereld komen?11

Vraag 17

Bent u van plan het verbod van artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren op het fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld, te handhaven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

Vraag 18

In uw reactie op het plan Fairfok noemt u het verbod in artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren een inspanningsverplichting voor fokkers; waar in de wetsgeschiedenis is terug te vinden dat dit verbod zou moet worden geïnterpreteerd als een inspanningsverplichting ofwel dat de Tweede Kamer in meerderheid van mening is dat dit verbod geen verbod is? Zo ja, wanneer is dit gebeurd?12

Vraag 19

Bent u bereid deze vragen vóór het Algemeen overleg Legaal en gezond fokbeleid voorzien op 22 april 2015 te beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 28 286, nr. 782 (bijlage: Fairfok, gezonde en sociale hond in Nederland, Raad van Beheer op Kynologisch Gebied)

X Noot
2

1995: verzoek aan sector om welzijnsprobleen aan te pakken, 2007: Behandeling Nota Dierenwelzijn, Minister wil uiterlijk september 2008 Plan van Aanpak zien, 2008: Plan van Aanpak «Overwegingen voor de rashondenfokkerij in Nederland, 2010: Plan van Aanpak «Duurzaam fokbeleid rashondenfokkerij», 2014: plan «Fairfok, gezonde en sociale hond in Nederland»

X Noot
3

Tros Radar van 24 november 2014

X Noot
4

Professor J. Rothuizen van de Universiteit Utrecht, Coördinator Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren en Projectleider van het onderzoek «Incidentie van schadelijke raskenmerken en erfelijke gebreken bij populaties van gezelschapsdieren» tijdens lezing «Eén ding heb ik nog niet benoemd: schadelijke raskenmerken. Benauwde hondjes met platte snuiten en heel veel ander leed wat er is door het overdreven toepassen van raskenmerken, die dan door de overdrijving altijd schadelijk worden. Mensen denken dan vaak aan DNA-testen daarvoor, dat is volkomen onzin, want je kan het gewoon zien. Daar heb je echt geen DNA voor nodig en dat geldt voor al die andere extern zichtbare schadelijke raskenmerken.»

X Noot
5

Dierenarts L. Meijndert, hoofdonderzoekster van het Incidentie-onderzoek van de Universiteit Utrecht: «Recent onderzoek vond 84 ziektes die direct of indirect het gevolg zijn van uiterlijkheden, vaak doordat een kenmerk in de rasstandaard, in het extreme doorgevoerd, gezondheidsproblemen geeft.»

X Noot
6

Kamerstuk 28 286, nr. 446 (bijlage: Rapport Fokkerij en Voorplantingstechnieken, Raad voor dierenaangelegenheden, 2010)

X Noot
7

Professor B. Spruijt, hoogleraar dierenwelzijn stelt dat nieuw onderzoek naar gezondheid en welzijn van doorgefokte huisdieren «volstrekt overbodig en weggegooid geld» is en zegt «De oorzaken van ziektes door het kruisen van verwante honden en katten is al jaren bekend. Een verplichte DNA-test voor honden is te gek voor woorden.»

X Noot
8

De dierenarts en hoofdonderzoekster van het Incidentie-onderzoek van de Universiteit Utrecht, L. Meijndert stelt in het Incidentierapport, april 2014: «Tot slot is het zo dat bij recessieve of complexe polygenetische aandoeningen dragers vaak fenotypisch niet eens goed herkenbaar zijn. Zeker bij polygenetische aandoeningen is het ook vaak zo dat het overervingscomplex moeilijk achterhaalbaar en ingewikkeld is en er een hoge frequentie van dragers in de populatie zit.»

X Noot
9

In een artikel in de Volkskrant stelt professor J. Rothuizen dat voor 15 tot 20 miljoen euro 500 DNA-testen kunnen worden ontwikkeld voor 250 rassen. Volkskrant 3-7-14 «DNA-bank rashonden levert niets op»

X Noot
10

Kamerstuk 28 286, nr. 539 Nota van toelichting onder artikel 19: «Het voor zover mogelijk voorkomen van voortplanting op onnatuurlijke wijze legt de fokker wel een verplichting op. De systematische inzet van kunstmatige inseminatie bij het fokken of een toegenomen frequentie van voorkomen van keizersnedes binnen een ras en bij individuele dieren naar aanleiding van bijvoorbeeld rasgebonden kenmerken kan beschouwd worden als het niet voldoen aan deze verplichting.»

X Noot
11

Deze klinieken zijn niet opgenomen in het Incidentie-onderzoek.

X Noot
12

Kamerstuk 28 286, nr. 782 (bijlage: Fairfok, gezonde en sociale hond in Nederland, Raad van Beheer op Kynologisch Gebied)

Naar boven