Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2011
Hierbij stuur ik u een ontwerp toe van een algemene maatregel van bestuur houdende regels met betrekking tot bedrijfsmatige
activiteiten met gezelschapsdieren, het Besluit gezelschapsdieren.1 Hiermee voldoe ik aan de toezegging die ik heb gedaan in het Algemeen Overleg Dierhouderij van 1 juni 2011 (Kamerstukken
II 2010/11, 28 973, nr. 73).
Het Besluit gezelschapsdieren heeft ten doel de bedrijfsmatige handel, fok en opvang van gezelschapsdieren te reguleren met
het oog op verbetering van het dierenwelzijn. Het besluit vervangt het Honden- en kattenbesluit 1999 en heeft een ruimere
strekking dan het Honden- en kattenbesluit 1999. Het is van toepassing op alle gezelschapsdieren en ook groot- en detailhandel,
dierenwinkels en opvang van andere dieren dan hond en kat vallen onder dit besluit.
In het besluit worden onder andere voorschriften gesteld over de vakbekwaamheid van de beheerder van een inrichting en de
huisvesting en verzorging van de dieren. Bij de verkoop van dieren dient men voorlichting te geven aan de nieuwe houder. Er
worden tevens eisen gesteld aan organisatoren van beurzen, markten en tentoonstellingen.
Daarnaast zijn ook voorschriften opgenomen over het fokken van gezelschapsdieren. Deze voorschriften komen materieel overeen
met de aanbevelingen van de RDA in haar rapport fokkerij en voortplantingstechnieken. Hiermee kom ik tegemoet aan hetgeen
lid Ouwehand c.s. in haar motie (28 286, nr. 474) heeft verzocht.
Met dit besluit wordt voorts, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet dieren en, voor zover dit past binnen de reikwijdte
van dit besluit, uitvoering gegeven aan een motie van de Kamerleden Thieme en Ouwehand (Kamerstukken II 2007/2008, 28 286, nr. 172), waarin is verzocht over te gaan tot ratificatie van de Europese Overeenkomst ter bescherming van kleine huisdieren (Trb. 1988, nr. 1).
Het besluit bevat waar mogelijk doelvoorschriften. De doelvoorschriften kunnen betrokken sectoren ondersteunen om te komen
tot zelfregulering op basis van vrijwillige certificering.
De beoogde inwerkingtreding van dit besluit is medio 2012. Gelet daarop wordt dit besluit gebaseerd op de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren. Met de inwerkingtreding van de Wet dieren zal dit besluit op de Wet dieren gebaseerd worden. Daarop
is geanticipeerd door in artikel 2 van dit ontwerpbesluit de artikelen van de Wet dieren te benoemen waarop dit besluit alsdan
zal zijn gebaseerd.
Op grond van artikel 10.10 van de Wet dieren geldt een zogenoemde voorhangprocedure voor algemene maatregelen van bestuur
die mede of met het oog op de bescherming van het welzijn van dieren worden voorbereid. Dit houdt in dat de voordracht voor
algemene maatregelen van bestuur niet eerder wordt gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal
is overgelegd. Met het toezenden van een ontwerp van het Besluit gezelschapsdieren, voldoe ik niet alleen aan mijn toezegging
gedaan in het Algemeen Overleg, maar ook aan de voorhangprocedure op grond van de Wet dieren. Dit voorkomt dat het besluit
ten tijde van de inwerkingtreding van de Wet dieren alsnog in het kader van de voorhangprocedure aan uw Kamers moeten worden
overgelegd.
Dit besluit moet formeel, nadat het is vastgesteld, nogmaals aan uw Kamers worden voorgelegd in het kader van de zogenoemde
nahangprocedure op grond van artikel 110, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
In verband met het kerstreces zal de termijn van de voorhangprocedure eindigen op 1 februari 2012.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker