Vragen van de leden Bashir en Karabulut (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën en de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de ANBI-status van Stichting Rohamaa (ingezonden 20 februari 2015).

Vraag 1

Klopt het dat Stichting Rohamaa1 een ANBI-status heeft gekregen? Sinds wanneer is dit het geval? Kunt u uitleggen op basis van welke criteria Stichting Rohamaa een ANBI-status heeft gekregen?

Vraag 2

Waarom kan op de website van de stichting niet achterhaald worden waar het geld naar toe gaat, wie de bestuursleden zijn en welke vergoeding zij ontvangen? Zijn dit niet de voorwaarden voor een ANBI-instelling?

Vraag 3

Sinds wanneer bent u ervan op de hoogte dat Stichting Rohamaa nauwe contacten onderhoudt met zeer extremistische islamitische geestelijken?

Vraag 4

Handelt de stichting volgens u in strijd met het internationaal recht? Zo ja, hoe rijmt de ANBI-status van Stichting Rohamaa met uw toezegging2 naar aanleiding van het ingediende en vervolgens ingetrokken amendement Bashir en Van Bommel3 dat bij strijdig handelen met het internationale recht doorgaans geen sprake zal zijn van algemeen nuttig handelen, en dat bij instellingen die zich daar schuldig aan maken de ANBI-status reeds worden ingetrokken?

Vraag 5

Vindt u dat bijeenkomsten waar vrouwen en mannen gescheiden zijn, passen bij algemeen nuttig handelen en daarom belastingvoordeel rechtvaardigen? Vindt u dat deze activiteiten bijdragen aan de integratie? Zo ja, kunt u dit uitleggen? Zo niet, waarom kan zo’n stichting een ANBI-status krijgen?

Vraag 6

Bent u gezien het bovenstaande bereid om de ANBI-status van Stichting Rohamaa met terugwerkende kracht in te trekken? Welke gevolgen heeft dit?

Vraag 7

Bent u bereid om de lijst van ANBI-instellingen nogmaals grondig na te lopen en deze op te schonen door instellingen die niet aan de voorwaarden voldoen van de lijst te schrappen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Omtzigt en Oskam (beiden CDA), ingezonden 18 februari 2015 (vraagnummer 2015Z02818)


X Noot
2

Kamerstuk, 33 752, nr. 16

X Noot
3

Kamerstuk, 33 006, nr. 14

Naar boven