Vragen van de leden Omtzigt en Oskam (beiden CDA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over een bijeenkomst in Rijswijk op 8 maart 2015 waarbij zeer radicale predikers zullen spreken (ingezonden 18 februari 2015).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de bijeenkomst die de stichting Rohamaa op 8 maart 2015 in het kader van wereldvrouwendag in Rijswijk organiseert?

Vraag 2

Klopt het dat de volgende personen in Rijswijk zullen spreken te weten: Tarik Bin Ali, Khalid Sujaa, Wahid Baali, Mohamad Hassan, Othman al Khamis, Mamdouh Tamami en Abdallah Kaamil?

Vraag 3

Hoe kijkt u aan tegen mensen die treuren om de dood van Bin Laden, de terreurgroep Al Nusra steunen en de jihad in Europa faciliteren?

Vraag 4

Herinnert u zich dat de vicepremier op 25 augustus 2014 aankondigde in de Telegraaf dat «Haatimams zullen we het werken moeilijk en waar het kan onmogelijk maken. Als een imam uit Syrië hier wil gaan preken en hij heeft daar geen vredelievende bedoeling mee, dan krijgt hij geen visum. Maar ook Nederlandse imams, mensen die hier zijn opgegroeid en helemaal geen gebruik maken van hun vrijheid, maar haatzaaien, zullen we het leven lastig maken. Dat kan via burgemeesters die een gesprek met hen aangaan»?1

Vraag 5

Kunt u voor elk van de sprekers aangeven of u hen als haatimams beschouwt, of zij visumplichtig zijn, wanneer zij een visum hebben aangevraagd, of het visum verleend is en of zij een gesprek met de burgemeester van Rijswijk hebben gehad of zullen hebben?

Vraag 6

Indien deze mensen een visum hebben gekregen, hebben zij dan correct het doel van hun bezoek gemeld bij de Nederlandse autoriteiten?

Vraag 7

Van hoeveel mensen is sinds 25 augustus 2014 een visum geweigerd omdat zij hier haatpreken zouden houden? Kunt u zo specifiek mogelijk de details van de weigeringen weergeven?

Vraag 8

Deelt u de mening dat de prediking van deze personen in overeenkomst is met het internationale recht vanwege de banden met erkende terreurgroepen als Al Nusra? Deelt u voorts de mening dat de organisator van deze bijeenkomst dus niet algemeen nuttig handelt?

Vraag 9

Herinnert u zich dat u aan de Kamer schreef: «Het is een Nederlandse traditie dat het internationale recht deel uitmaakt van de Nederlandse rechtsorde. Dat is zo neergelegd in de Grondwet. Omdat bij strijdig handelen met het internationale recht doorgaans geen sprake zal zijn van algemeen nuttig handelen, kan bij instellingen die zich daar schuldig aan maken de ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen)-status reeds worden ingetrokken»?2

Vraag 10

Ziet u aanleiding te onderzoeken of bij de stichting Rohamaa de ANBI-status ingetrokken kan worden, zo mogelijk met terugwerkende kracht en daarover de Kamer te informeren?

Vraag 11

Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden, ten minste op het punt van de visa?

Naar boven