Vragen van het lid Siderius (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de chaos in de jeugdzorg (ingezonden 4 september 2014).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u het feit dat 75% van de zorginstellingen – ondanks uw vele beloften – geen zicht heeft op de budgetten of financiële zekerheid vanaf 1 januari 2015, en hierdoor niet garant kan staan voor kwalitatief goede zorg en veiligheid van kinderen, en de daadwerkelijke beschikbaarheid van jeugdzorg in gevaar komt?1

Vraag 2

Ziet u mogelijkheden op voorstel van Jeugdzorg Nederland een noodwet in te voeren, zodat de kwaliteit en continuïteit van de jeugdzorg niet in gevaar komt, en er geen kinderen tussen wal en schip vallen? Zo nee, op welke wijze gaat u de malaise in de jeugdzorg na 1 januari beperken?

Vraag 3

Acht u het wenselijk dat 1800 jeugdhulpverleners met ontslag worden bedreigd? Wat zijn uw plannen om collectieve ontslagen te voorkomen? Wat hebben de werk-naar-werk-trajecten tot op heden opgeleverd?2 3

Vraag 4

Wat is uw reactie op de berichten van onder andere Bureau Jeugdzorg dat collectieve ontslagaanvragen niet door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) in behandeling worden genomen, omdat de aanbestedingsprocedure nog loopt? Kunt u aangeven hoeveel collectieve ontslagaanvragen er in de Jeugdzorg in 2014 zijn geweest (inclusief de niet in behandeling genomen ontslagaanvragen)?4

Vraag 5

Is het in uw ogen denkbaar dat er per 1 januari 2015 lange wachtlijsten zullen gaan ontstaan voor de zwaardere jeugdzorg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn uw verwachtingen hieromtrent, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin?

Vraag 6

Op welke wijze worden de frictiekosten na 1 januari 2015 vergoed aan jeugdzorginstellingen en Bureau Jeugdzorg, gezien het feit dat een groot deel van de organisaties op zijn vroegst in november zekerheid heeft over de budgetten en het verlies aan personeel, waardoor men forse frictiekosten heeft in het jaar 2015?

Vraag 7

Wat is uw oordeel over de brief van Jeugd Express Samen (JES) uit Brabant Noord-Oost, waarin wordt gesteld dat het budget in 2015 tot wel 20–50% afwijkt van de gemaakte afspraken? Is dit een uitzondering op de regel of is dit te scharen onder het algemene beeld in de regio’s?5

Vraag 8

Bent u het met de JES eens dat onder deze financiële condities, waarin budgetten sterk afwijken van de gemaakte afspraken, jeugdinstellingen de continuïteit en kwaliteit van zorg niet meer kunnen garanderen en kinderen en ouders tussen wal en schip zullen gaan raken? Zo nee, op welke wijze kunt u de jeugdzorg in Noord-Oost Brabant garanderen?6

Vraag 9

Bent u nog steeds van mening dat het op 2012 gebaseerde macrobudget, waarop de overheveling van de jeugdzorg gebaseerd is, nog steeds realistisch en haalbaar is? Kunt u uw antwoord toelichten?7

Vraag 10

Kunt u inzicht bieden hoe de feitelijke overdracht van dossiers per 1 januari 2015 gaat gebeuren? Wie is er straks verantwoordelijk voor de dossiers van cliënten die van Bureau Jeugdzorg overgaan naar de gemeenten (vrijwillige kader)? Welke richtlijnen worden hierbij gehanteerd?

Vraag 11

Hoe, en wanneer, worden cliënten geïnformeerd over bij wie zij terecht kunnen per 1 januari 2015 met vragen over de jeugdzorg of hun rechten?

Vraag 12

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Algemeen overleg inkoop jeugdzorg dat binnen enkele weken zal plaatsvinden?


X Noot
3

Kamerstuk 24 587, nr. 576

X Noot
4

Kamerstuk 29 282, nr. 199

X Noot
5

Noodsignaal van Jeugd Express Samen (JES) – NO Brabant – 21 augustus 2014

X Noot
6

Noodsignaal van Jeugd Express Samen (JES) – NO Brabant – 21 augustus 2014

X Noot
7

Brief Robbe en Partners aan de Staatssecretaris – «zachte landing» – 26 augustus 2014

Naar boven