Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de strijd tegen hennep en het dumpen van illegaal afval in Noord-Brabant (ingezonden 2 mei 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht: «De drugsbaronnen winnen»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de stellingname van de burgemeester van Uden dat het voor de Brabantse taskforce «dweilen met de kraan open» is?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat het legaliseren van hennepteelt niet de oplossing is voor de drugsproblematiek in de provincies Noord-Brabant en Limburg?

Vraag 4

Bedoelde u in antwoorden op eerdere vragen over handhaving op het terrein van drugsafvaldumping in de natuur aan te geven dat er voldoende capaciteit in deze provincies beschikbaar is om drugsafval in de natuur op te sporen en om te handhaven?3

Vraag 5

Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend luidt, kunt u dan aangeven of u nog steeds de mening bent toegedaan dat er voldoende capaciteit beschikbaar is voor deze opsporing en handhaving, niet alleen gezien de toename van het aantal dumpingen tot 150 vondsten in 2013, maar ook gezien de zwaardere criminaliteit die eraan verbonden is (zoals de recente liquidaties in Uden aantonen)?

Vraag 6

Heeft een nauwere samenwerking met Duitse en Franse autoriteiten als gevolg dat de opsporingscapaciteit van politie en justitie in de provincies Noord-Brabant en Limburg wordt uitgebreid?

Vraag 7

Welke concrete afspraken heeft u verder gemaakt met uw Duitse en Franse collega’s om de drugsproblematiek en de hieraan gerelateerde geweldsdelicten verder aan te pakken?

Vraag 8

Bent u van mening dat de Wet milieubeheer in voldoende mate een wettelijk kader biedt om het illegaal dumpen van afval tegen te gaan?4

Vraag 9

Deelt u de opvatting dat het wenselijk is dat het Openbaar Ministerie het dumpen van drugsafval ook als zodanig gaat registreren, zodat meer inzicht wordt verkregen in de precieze aantallen van drugsafvaldumpingen en de daarop volgende strafvervolging/strafoplegging zoals geïnde geldboetes en/of gevangenisstraffen? Zo ja, gaat u hier dan ook concreet werk van maken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Heeft de door de provincie Noord-Brabant geïnitieerde werkgroep om illegale drugsafvaldumpingen te onderzoeken u en/of de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu al de resultaten van dit onderzoek toegezonden? Zo ja, kunt u de onderzoeksresultaten aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, wanneer verwacht u hiervan de resultaten?

Vraag 11

Wat is de stand van zaken ten aanzien van uw belofte om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een waarborgfonds waaruit de kosten van het bestrijden van illegale drugsafvaldumpingen betaald kunnen worden?5

Vraag 12

Welke rol ziet u weggelegd voor de Staat ten aanzien van dit waarborgfonds?

Vraag 13

Op wie (uzelf, de gemeenten, de provincie Noord-Brabant) doelde u in de antwoorden op eerdere vragen toen u stelde dat gekeken moeten worden naar nieuwe initiatieven om te voorkomen dat natuurorganisaties telkens voor de kosten van drugsdumpingen moet opdraaien?6

Vraag 14

Heeft u zelf al initiatieven aangedragen om deze drugsafvaldumpingen tegen te gaan, behalve het door u onderzochte waarborgfonds waar de provincie Noord-Brabant voor heeft gepleit?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Berndsen-Jansen (D66), ingezonden 2 mei 2014 (vraagnummer 2014Z08095) en van de leden Rebel en Recourt (beiden PvdA), ingezonden 2 mei 2014 (vraagnummer 2014Z08096)


X Noot
1

«De drugsbaronnen winnen», De Persdienst, 30 april 2014

X Noot
2

«De onmacht van justitie», Brabants Dagblad, 1 mei 2014

X Noot
3

Kamerstukken 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 1267

X Noot
4

Kamerstukken 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 1289

X Noot
5

«Noodfonds voor drugsafval; Schade van gedumpte chemicaliën neemt toe», De Telegraaf, 21 februari 2014

X Noot
6

Kamerstukken 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 1267

Naar boven