Vragen van de leden Rebel en Recourt (beiden PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over «Drugslabs steeds gevaarlijker» (ingezonden 2 mei 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten «Brabant gaat kopje onder in zee van drugs» en «Drugslabs steeds gevaarlijker»?1 2

Vraag 2

Is het bij u bekend dat de drugslabs steeds groter en professioneler worden? Zo ja, wat is daarover uw mening en heeft dit consequenties voor de opsporing en ontmanteling van de drugslabs? Zo nee, deelt u de mening in het bericht dat drugslabs steeds gevaarlijker worden?

Vraag 3

Heeft het ontmantelen van de steeds groter wordende drugslabs gevolgen voor de gezondheid van diegene die de labs moeten ontmantelen? Zo ja, hoe worden de specialisten van de Landelijke Faciliteit ondersteuning Ontmantelen (LFO) beschermd?

Vraag 4

Welk deel van de capaciteit van politie en justitie wordt ingezet voor de bestrijding van drugshandel, productie en drugsgerelateerde criminaliteit? Erkent u de problematiek die politie en justitie benoemen, namelijk dat ze te weinig capaciteit hebben om de drugscriminelen een voet dwars te zetten? Zo ja, wat gaat u daar aandoen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Zou een eventuele oplossing van de beperkte capaciteit bij politie en justitie gevonden kunnen worden in het verleggen van de activiteiten van de Task Force Aanpak Georganiseerde Hennepteelt naar de bestrijding van synthetische drugs? Zo ja, op welke termijn gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Herinnert u zich de eerdere vragen over het bericht dat de politie de groei van xtc-labs niet kan bijbenen?3 Heeft u al een inventarisatie gemaakt van hoeveel specialisten er nodig zijn bij de LFO om de specialistische taak uit te oefenen? Zo ja, hoeveel fte zijn of worden naast de bestaande 4 fte toegevoegd aan het specialistische team? Als er nog geen inventarisatie heeft plaatsgevonden, waarom is dat nog niet gebeurd en wanneer gaat dat gebeuren?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Berndsen-Jansen (D66), ingezonden 2 mei 2014 (vraagnummer 2014Z08095)


X Noot
1

Brabants Dagblad, 30 april 2014

X Noot
3

Tweede Kamer 2013–2014, aanhangsel Handelingen, nr. 821

Naar boven