Vragen van de leden Maij (PvdA) en Azmani (VVD) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de uitvoering van de «koudweerregeling» die regelt dat uitgeprocedeerde vreemdelingen niet uit de opvang worden geplaatst als het vriest (ingezonden 8 april 2013).

Vraag 1

Onder verwijzing naar de regeling die bepaalt dat er geen uitgeprocedeerde vreemdelingen op straat worden gezet als er sprake is van vrieskou1, kunt u aangeven wat in de uitvoering van deze regeling precies de criteria zijn wanneer deze vreemdelingen wel en niet uit de opvang kunnen worden geplaatst?

Vraag 2

Herkent u signalen dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) na, of kort voor, 22 maart 2013 vreemdelingen op straat heeft gezet terwijl sinds die datum de koudweerregeling, in verband met de vrieskou, van kracht is? Zo ja, wat is hiervoor de verklaring?

Vraag 4

Hoe gaan uw diensten om met de situatie waarbij er feitelijk nog geen vorst is, maar die op korte termijn wel verwacht wordt?

Vraag 5

Bent u bereid in overleg te treden met gemeenten over de uitvoering van de koudweerregeling, zodat hieromtrent het landelijke beleid met het lokale beleid kan worden afgestemd, mede nu op straat gezette vreemdelingen doorgaans in gemeenten op zoek gaan naar onderdak?


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1386.

Naar boven