Vragen van de leden Segers en Voordewind (beiden ChristenUnie) aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat loverboyslachtoffers hun veiligste haven verliezen (ingezonden 8 maart 2013).

Vraag 1

Klopt het dat er nu geen enkele gesloten jeugdzorginstelling voor meisjes meer is in Nederland? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Vraag 2

Deelt u de zorg van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen, die stelt dat slachtoffers een veilige opvang moeten hebben met hulpverleners die verstand hebben van mensenhandel en het slachtofferschap daarvan?1 Zo ja, hoe garandeert u die veilige opvang?

Vraag 3

Hoe snel wordt het voorstel van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie om vanuit JeugdzorgPlus een pilot te starten voor categorale opvang voor deze groep meisjes concreet, en wat gebeurt er in de tussenliggende tijd?

Vraag 4

Hoe wordt de expertise voor de hulpverlening van slachtoffers van loverboys gewaarborgd in de verschillende regio’s?

Vraag 5

Is, gezien de bevindingen van de commissie Samson voor deze kwetsbare doelgroep niet extra belangrijk om jeugdzorg met een ongemengde groepssamenstelling aan te bieden?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Kooiman (SP), ingezonden 5 maart 2013 (vraagnummer 2013Z04234) en Hilkens (PvdA), ingezonden 7 maart 2013 (vraagnummer 2013Z04516)

Naar boven