Vragen van het lid Smits (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het bericht dat ouders massaal kinderopvang opzeggen (ingezonden 20 februari
2013).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht dat dertig procent van de kinderen de opvang dit
jaar gaat verlaten? Onderschrijft u het verwachte percentage? Zo nee, waarom niet?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zeer pijnlijk is dat ouders de opvang massaal opzeggen sinds
de overheidstoeslag per 1 januari 2013 is verlaagd? Wat gaat u hiertegen ondernemen?
Vraag 3
Is het waar dat achtduizend werknemers in 2012 hun baan in de kinderopvang zijn verloren?
Zo nee, wat is het correcte aantal?
Vraag 4
Hoe verklaart u de afname van het aantal ouders, dat gebruikt maakt van kinderopvang?
Vraag 5
Hoe liggen de verhoudingen voor wat betreft het afnemen van minder uren, het overstappen
naar een andere crèche, het kiezen voor goedkopere opvang of gastouderbureaus en het
volledig stoppen met afnemen van opvang?
Vraag 6
Deelt u de grote zorgen van ouders en de branche over de willekeurige manier waarop
ook goede opvang nu verdwijnt?
Vraag 7
Wat is uw reactie op de uitspraak van de woordvoerder van het Waarborgfonds Kinderopvang,
die zegt dat «zonder beleid de kwaliteit verdwijnt, die we straks weer nodig hebben
als de crisis voorbij is»?
Vraag 8
Deelt u de mening dat continuïteit van cruciaal belang is voor een goed pedagogisch
klimaat voor kinderen? Zo ja, vindt u het aanvaardbaar dat kinderen steeds vaker opgevangen
worden door meer partijen, wat ten koste gaat van de continuïteit, die een vaste plek
met een vertrouwd pedagogisch medewerker biedt?
Vraag 9
Bent u bereid te onderzoeken wat de sociaal-economische achtergrond is van de ouders,
die de opvang voor hun kind (gedeeltelijk) opzeggen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Wat zijn de meest recente cijfers over de arbeidsparticipatie van vaders en moeders
met jonge kinderen?
Vraag 11
Bent u bereid te onderzoeken in hoeverre ouders, die minder opvang zijn gaan afnemen,
ook minder zijn gaan werken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Waarop baseert u de stelling dat de stijging van het aantal faillissementen drie oorzaken
heeft, namelijk de crisis, de gestegen kosten voor ouders voor kinderopvang en ten
slotte de stijging van het aantal vestigingen in de dagopvang en buitenschoolse opvang?2
Vraag 13
Hoeveel opvangorganisaties kampen met betalingsachterstanden en wat is daarvan de
aard en de oorzaak?
Vraag 14
Wat raadt u opvangorganisaties in financiële nood aan?
Vraag 15
Beschouwt u kinderopvang als basisvoorziening? Zo ja, erkent u dat bij een basisvoorziening
een basisinfrastructuur hoort? Zo ja, hoe gaat u om met het risico dat deze infrastructuur
wordt aangetast door het huidige verlies van kennis en ervaring?
Vraag 16
Kunt u garanderen dat bij economisch herstel en een stijgende vraag er sprake zal
zijn van een kwalitatief hoogwaardig en breed aanbod van kinderopvang?
X Noot
1«Kinderopvang massaal opgezegd», Trouw, 16 februari 2013
X Noot
2Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2012–2013, nr. 1266