Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister-president, de minister van Algemene Zaken, over het beleid voor de koninklijke archieven (ingezonden 8 februari 2013).

Vraag 1

Herinnert u zich de strekking van de motie-Kalsbeek waarin de regering wordt verzocht alle stukken die (mede) betrekking hebben op de uitoefening van de functie van staatshoofd, over te brengen naar het nationaal archief?1

Vraag 2

Kunt u een overzicht verschaffen van de stukken die op basis van deze motie sindsdien zijn overgebracht vanuit het Koninklijk Huis archief naar het nationaal archief?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe de in de motie-Kalsbeek voorgestelde procedure in de praktijk werkt, daarbij ingaand op de vragen op welke wijze en naar welke informatie wordt gezocht in het Koninklijk Huis Archief om te bepalen of bepaalde stukken al dan niet in het Nationaal Archief thuishoren?

Vraag 4

Kunt u aangeven wie naast de directeur van het Koninklijk Huis Archief en de directeur van het Nationaal Archief mede bepalen of stukken al dan niet thuishoren in het Nationaal Archief?

Vraag 5

Hoe verhouden uw uitspraken over de reeds van toepassing zijnde procedure zoals bedoeld in de motie-Kalsbeek, vóór de motie, zich tot het feit dat officiële stukken met betrekking tot prins Benhard in zijn functie als inspecteur-generaal van de krijgsmacht, tot voor kort niet in een openbaar toegankelijk archief rustten?

Vraag 6

Kunt u verzekeren dat alle bestaande archiefstukken die betrekking hebben op de staatsfuncties van prins Bernhard waarin hij was benoemd door de regering in ballingschap in de periode 1940–1945, zoals de functies van hoofdverbindingsofficier; hoofd Nederlandse militaire missie; Hoofd van het Centraal Orgaan Voorbereidingen Terugkeer naar Nederland; Bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten, evenals zijn directe betrokkenheid bij het Contact Holland en het Bureau Bijzondere Opdrachten, in het Nationaal Archief zijn opgenomen, in lijn met de door u geponeerde stelling dat «ook stukken die betrekking hebben op andere leden van het koninklijk huis die een publiek ambt hebben vervuld» zijn opgenomen in het Nationaal dan wel het ministerieel archief?

Vraag 7

Deelt u de mening dat er grond is voor de veronderstelling dat het Koninklijk Huisarchief terzake delen bevat en bent u derhalve bereid delen van het Koninklijk Huisarchief openbaar te maken voor historici om deze kwestie nader te onderzoeken?

Vraag 8

Ziet u aanleiding om stukken die betrekking hebben op reizen van prins Bernhard in ballingschap naar het Vaticaan, Zweden, Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Afrika toegankelijk te maken in het Nationaal Archief? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Kamerstuk 29 800 III, nr. 17

Naar boven