Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over vernieling van EU-projecten in de bezette Palestijnse gebieden (ingezonden 15 juni 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich uw toezegging tijdens een algemeen overleg op 5 april 2012 dat u een extra inspanning zult doen om de Kamer voortaan zorgvuldiger en vollediger over het Nederlandse beleid inzake Israël en de Palestijnen te informeren?1

Vraag 2

Klopt het dat uw antwoord op een schriftelijke vraag betreffende de destructie door Israël van EU-ontwikkelingsprojecten uitsluitend betrekking heeft op «lopende activiteiten», in plaats van een volledig overzicht te geven van schadegevallen in de periode 2001–2011, zoals werd verzocht?2 Zo ja, wilt u dit volledige overzicht voor deze periode alsnog geven, met vermelding van de specifieke informatie per geval waar in de betreffende vraag naar werd gevraagd?

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van de lijst met schadegevallen die EU-Commissaris Füle openbaar heeft gemaakt in reactie op vragen van Europarlementariër Davies (ALDE)?3 Is het waar dat de totale schade die Israël in de periode 2001–2011 aan ontwikkelingsprojecten heeft toegebracht die (mede) door Nederland zijn gefinancierd circa € 2,73 miljoen bedraagt? Zo ja, waarom heeft u deze schade niet in uw beantwoording vermeld? Welk bedrag correspondeert met de totale Nederlandse investering die door de destructie van de betreffende projecten teniet is gedaan?

Vraag 4

Herinnert u zich uw antwoord over schade die Israël heeft toegebracht aan het bilaterale OS-project Land Development Programme, een lopend project dat wordt uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever en dat gericht is op het herstel en de ontwikkeling van landbouwgrond? Is dit project het enige (mede) door Nederlandse gefinancierde project dat op dit moment door Israëlische sloopbevelen (demolition orders) wordt bedreigd of dat is onderworpen aan een bouwstop? Zo nee, welke andere projecten worden door een sloopbevel bedreigd of zijn onderworpen aan een bouwstop?

Vraag 5

Herinnert u zich uw mededeling dat in alle gevallen schade toegebracht aan lopende Nederlandse (ontwikkelings)activiteiten met de Israëlische autoriteiten is opgenomen en dat telkens om compensatie is gevraagd? Wilt u inzicht geven in de wijze waarop de Israëlische autoriteiten daarop gereageerd hebben en waarom zij tot dusver niet ingestemd hebben met compensatie?

Vraag 6

Is het waar dat Nederland nog nooit compensatie heeft ontvangen van Israël voor destructie door Israël van ontwikkelingsprojecten in de bezette Palestijnse gebieden die (mede) door Nederland zijn gefinancierd?

Vraag 7

Deelt u de mening dat Nederland, ook in gevallen waarbij de aanspraken van door Nederland (mede) gefinancierde ontwikkelingsprojecten aan een begunstigde partij zijn overgedragen, politieke en humanitaire belangen heeft om destructie door Israël van de betreffende projecten te voorkomen? Zo ja, op welke wijze oefent u druk uit op de Israëlische autoriteiten om in dergelijke gevallen destructie te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 8

Herinnert u zich de bovengemiddeld lange beantwoordingstermijn van de eerdere vragen over de destructie door Israël van door de EU gefinancierde ontwikkelingsprojecten? Wilt u zorg dragen voor beantwoording van deze vragen vóór aanvang van het zomerreces?


X Noot
1

Algemeen overleg vaste commissie voor Buitenlandse Zaken inzake standpunt EU over veroordeling geweld Israëlische kolonisten en nederzettingenpolitiek, 5 april 2012 (Kamerstuk 23 432, nr. 332).

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2704.

X Noot
3

Physical damages inflicted by IDF attacks to EU funded development projects, http://chrisdaviesmep.org.uk/wp-content/uploads/2012/03/E-53.12annex.xls

Naar boven