Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de destructie door Israël van door de EU gefinancierde ontwikkelingsprojecten in de bezette Palestijnse gebieden (ingezonden 4 april 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 juni 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de antwoorden van Eurocommissaris Füle in reactie op vragen van Europarlementariër Davies (ALDE) inzake de destructie door Israël van door de EU gefinancierde ontwikkelingsprojecten in de bezette Palestijnse gebieden?1 Wat is uw reactie op zijn mededeling dat de fysieke schade van deze destructie in de periode 2001–2011 circa € 49,14 miljoen bedraagt, inclusief circa € 29,37 miljoen schade toegebracht aan projecten gefinancierd door de EU en lidstaten?

Antwoord 1

Ja. Het kabinet is het eens met de Commissie dat zij de aansprakelijkheid voor deze schade bij de Israëlische autoriteiten aan de orde heeft gesteld.

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van Eurocommissaris Füle’s mededeling dat het bij het grootste deel van de schadegevallen om projecten gaat gefinancierd door EU-lidstaten? Is het waar dat daar ook projecten toe behoren die zijn (mede)gefinancierd door de Nederlandse regering en belastingbetaler?

Antwoord 2

Ja. Hierbij zijn ook projecten die Nederland heeft (mede)gefinancierd.

Vraag 3

Zo ja, hoeveel bedraagt de schade die Israël in de periode 2001–2011 heeft toegebracht aan projecten die geheel of deels zijn gefinancierd door de Nederlandse regering en belastingbetaler? Wilt u een uitsplitsing geven van deze projecten, met vermelding van de totale schade, het moment waarop deze is toegebracht en het bedrag dat overeenkomt met de Nederlandse investering in het project, die door de betreffende destructie teniet is gedaan?

Antwoord 3

Van lopende activiteiten is bekend dat schade is toegebracht aan het bilaterale OS-project Land Development Programme. Dit project, dat wordt uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever, richt zich op het herstel en de ontwikkeling van landbouwgrond (looptijd 2009–2012). De eerste Israëlische sloop- en afbraakorders dateren uit 2010. Dat jaar bedroeg de schade ruim € 18 000 en in 2011 bijna € 43 000. Tot mei van dit jaar liep het project voor ruim € 4 000 aan schade op. Dit brengt het totaal op ca. € 65 000, wat gelijk aan 0.8% van het totale budget tot op heden. Schade is met name toegebracht aan waterbakken, omheiningen en olijfbomen. Daarnaast zijn materialen en machines in beslag genomen.

Vraag 4

Wilt u de Kamer berichten, per geval van schade toegebracht aan projecten die geheel of deels zijn gefinancierd door de Nederlandse regering en belastingbetaler, hoe de Nederlandse regering bij de Israëlische regering protest heeft aangetekend en op welke wijze zij getracht heeft de betreffende schade op Israël te verhalen? Wilt u de Kamer per schadegeval berichten hoe de Israëlische regering gereageerd heeft?

Antwoord 4

De schade toegebracht aan de Nederlandse lopende activiteiten is in alle gevallen opgenomen met de Israëlische autoriteiten. Er zijn gesprekken gevoerd door de Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv en de Nederlandse Vertegenwoordiger in Ramallah met de Coordinator of Government Activities in the Territories (COGAT – onderdeel van het Israëlische ministerie van Defensie) en gevraagd om compensatie. Daarbij werd erop aangedrongen vernieling van Nederlandse projecten te stoppen en geen nieuwe sloopbevelen uit te vaardigen. Datzelfde heeft de minister van Buitenlandse Zaken aan de orde gesteld tijdens het bezoek van COGAT van 19 maart jl. Dit overleg heeft nog niet geleid tot een schaderegeling.

Vraag 5

Hoe verklaart u dat de Europese Commissie van Israël geen compensatie heeft ontvangen voor schade toegebracht aan door de EU gefinancierde projecten, zoals Eurocommissaris Füle heeft meegedeeld?

Antwoord 5

Zoals commissaris Füle heeft geantwoord: alle aanspraken na afsluiting van de activiteit gaan over naar de begunstigde partijen. De EU en de EU-lidstaten kunnen niet in de rechten van deze partijen treden. In geval van lopende activiteiten zijn discrete demarches meer effectieve instrumenten om aandacht te vragen voor de wenselijkheid schade te voorkomen c.q. te vergoeden.

Vraag 6

Heeft de Nederlandse regering van Israël compensatie ontvangen voor schade toegebracht aan projecten die geheel of deels zijn gefinancierd door de Nederlandse regering en belastingbetaler? Zo ja, hoe hoog was deze compensatie (graag een uitsplitsing per schadegeval)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nederland heeft geen compensatie ontvangen. In geval van afgesloten activiteiten berusten de rechten bij de begunstigde partijen, in geval van lopende activiteiten heeft het overleg nog niet geleid tot een schaderegeling.

Vraag 7

Is het waar dat de Israëlische autoriteiten voornemens zijn een duurzaam energieproject op de bezette Westelijke Jordaanoever te slopen, waardoor circa 500 personen in zes Palestijnse dorpen hun toegang tot elektriciteit dreigen te verliezen?2 Is het waar dat dit project mede gefinancierd is met Europese gelden, inclusief een subsidie van € 400 000 verstrekt door de Duitse regering? Zo ja, op welke wijze ondersteunt u uw Europese partners bij het beschermen van het betreffende project?

Antwoord 7

De installaties behorende bij dit project zijn inderdaad onderworpen aan een slooporder, omdat zij zonder bouwvergunning zijn geplaatst. Aangezien het project met Duitse steun wordt uitgevoerd zijn de Duitse autoriteiten in overleg met Israël getreden om deze situatie alsnog te reguleren. Duitsland heeft zijn EU-partners daarbij niet om steun verzocht.

Vraag 8

Zijn er ontwikkelingsprojecten in de bezette Palestijnse gebieden die deels of geheel worden gefinancierd door de Nederlandse regering en belastingbetaler en die op dit moment door Israëlische sloopbevelen («demolition orders») worden bedreigd of die zijn onderworpen aan een bouwstop? Zo ja, wilt u een overzicht geven van deze projecten en de maatregelen die de regering heeft genomen en neemt om deze projecten te beschermen en daarmee ook het geld van de Nederlandse belastingbetaler, dat aan de realisatie ervan bijdraagt?

Antwoord 8

Zie antwoord op vraag 3, sub b.


X Noot
1

Answer given by Mr Füle on behalf of the Commission to questions by Chris Davies (ALDE), 12 maart 2012, http://www.europarl.europa.eu/sides/getAllAnswers.do?reference=E-2012-000053&language=EN.

X Noot
2

«Civil Administration threatens alternative energy projects in southern Hebron Hills», B’Tselem, 25 maart 2012, http://www.btselem.org/planning_and_building/20120325_alternative_energy_infrastructure

Naar boven