Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 3109 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 3109 |
Herinnert u zich uw toezegging tijdens een algemeen overleg op 5 april 2012 dat u een extra inspanning zult doen om de Kamer voortaan zorgvuldiger en vollediger over het Nederlandse beleid inzake Israël en de Palestijnen te informeren?1
Deze toezegging had betrekking op de totstandkoming van de Nederlandse positie over het Midden-Oosten vredesproces binnen de EU.
Klopt het dat uw antwoord op een schriftelijke vraag betreffende de destructie door Israël van EU-ontwikkelingsprojecten uitsluitend betrekking heeft op «lopende activiteiten», in plaats van een volledig overzicht te geven van schadegevallen in de periode 2001–2011, zoals werd verzocht?2 Zo ja, wilt u dit volledige overzicht voor deze periode alsnog geven, met vermelding van de specifieke informatie per geval waar in de betreffende vraag naar werd gevraagd?
In de antwoorden van de vragen over «de destructie door Israël van EU-ontwikkelingsprojecten» van 4 april jl. is een overzicht gegeven van de schade aan lopende projecten. Het is niet mogelijk om een volledig overzicht te geven van schade aan de afgeronde projecten om de volgende redenen:
– De Nederlandse regering houdt geen register bij van schade berokkend aan reeds overgedragen projecten;
– Na overdracht is het project eigendom van de begunstigden;
– De EU heeft schade aan projecten van EU-lidstaten vastgelegd, maar dit register is niet in alle opzichten even nauwkeurig; naarmate meerdere donoren bij een project betrokken zijn, blijkt het lastiger om de exacte omvang van de schade van individuele donoren vast te stellen.
Het schadebedrag in de EU-lijst is daarmee een ruwe schatting. Een overzicht anders dan het EU-overzicht, kan ik dan ook niet overleggen.
Heeft u kennisgenomen van de lijst met schadegevallen die EU-Commissaris Füle openbaar heeft gemaakt in reactie op vragen van Europarlementariër Davies (ALDE)?3 Is het waar dat de totale schade die Israël in de periode 2001–2011 aan ontwikkelingsprojecten heeft toegebracht die (mede) door Nederland zijn gefinancierd circa € 2,73 miljoen bedraagt? Zo ja, waarom heeft u deze schade niet in uw beantwoording vermeld? Welk bedrag correspondeert met de totale Nederlandse investering die door de destructie van de betreffende projecten teniet is gedaan?
Herinnert u zich uw antwoord over schade die Israël heeft toegebracht aan het bilaterale OS-project Land Development Programme, een lopend project dat wordt uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever en dat gericht is op het herstel en de ontwikkeling van landbouwgrond? Is dit project het enige (mede) door Nederlandse gefinancierde project dat op dit moment door Israëlische sloopbevelen (demolition orders) wordt bedreigd of dat is onderworpen aan een bouwstop? Zo nee, welke andere projecten worden door een sloopbevel bedreigd of zijn onderworpen aan een bouwstop?
Het Land Development Programme is het enige lopende project dat op dit moment te maken heeft met sloop of bouwstoporders.
Herinnert u zich uw mededeling dat in alle gevallen schade toegebracht aan lopende Nederlandse (ontwikkelings)activiteiten met de Israëlische autoriteiten is opgenomen en dat telkens om compensatie is gevraagd? Wilt u inzicht geven in de wijze waarop de Israëlische autoriteiten daarop gereageerd hebben en waarom zij tot dusver niet ingestemd hebben met compensatie?
De gesprekken tussen de Nederlandse Ambassadeur in Tel Aviv en de Nederlandse Vertegenwoordiger in Ramallah enerzijds en de Coordinator of Government Activities in the Territories (COGAT) hebben niet geleid tot compensatie. De dialoog hierover zal worden voortgezet, zowel bilateraal als in EU-verband.
Is het waar dat Nederland nog nooit compensatie heeft ontvangen van Israël voor destructie door Israël van ontwikkelingsprojecten in de bezette Palestijnse gebieden die (mede) door Nederland zijn gefinancierd?
Deelt u de mening dat Nederland, ook in gevallen waarbij de aanspraken van door Nederland (mede) gefinancierde ontwikkelingsprojecten aan een begunstigde partij zijn overgedragen, politieke en humanitaire belangen heeft om destructie door Israël van de betreffende projecten te voorkomen? Zo ja, op welke wijze oefent u druk uit op de Israëlische autoriteiten om in dergelijke gevallen destructie te voorkomen? Zo neen, waarom niet?
Nederland heeft belang bij voorkoming van destructie. Daarom zijn de OS-projecten ten behoeve van de Palestijnse bevolking in Area C tijdens het laatste bezoek aan de regio bij de Israëlische autoriteiten aan de orde gesteld. De kwestie heeft ook de aandacht van de EU. De EU heeft de Israëlische regering opgeroepen om gezamenlijk tot een constructief mechanisme te komen voor de uitvoering van projecten ten behoeve van de Palestijnse bevolking in area C. Dit is tevens verwoord in de Raadsconclusies van 14 mei jl.
Herinnert u zich de bovengemiddeld lange beantwoordingstermijn van de eerdere vragen over de destructie door Israël van door de EU gefinancierde ontwikkelingsprojecten? Wilt u zorg dragen voor beantwoording van deze vragen vóór aanvang van het zomerreces?
Algemeen overleg vaste commissie voor Buitenlandse Zaken inzake standpunt EU over veroordeling geweld Israëlische kolonisten en nederzettingenpolitiek, 5 april 2012 (Kamerstuk 23 432, nr. 332).
Physical damages inflicted by IDF attacks to EU funded development projects, http://chrisdaviesmep.org.uk/wp-content/uploads/2012/03/E-53.12annex.xls
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3109.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.