Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over rechtszaken tegen het klooster Mor Gabriel (ingezonden 5 juni 2012).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat twee rechtszaken tegen het klooster Mor Gabriel nog steeds lopen?

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het feit dat de rechtszaak tegen de voorzitter van de stichting van het klooster op 25 april jl. voor de 13e keer verdaagd werd en nu op 13 juni plaats zal vinden?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de zeer frequente verdagingen van zaken tegen het klooster en tegen de voorzitter van de kloosterstichting?

Vraag 4

Herinnert u zich dat in antwoorden op eerdere vragen uw ambtsvoorganger heeft aangegeven dat ambassades van EU-lidstaten bij toerbeurt de rechtszaken tegen het klooster zouden bijwonen en dat de Kamer daarover geïnformeerd zou worden?1

Vraag 5

Kunt u aangeven welke vertegenwoordigers van de Europese Unie bij welke zittingen van rechtszaken tegen het Mor Gabriel klooster aanwezig waren sinds 2009 en kunt u per zitting aangeven wat de relevante observaties waren?

Vraag 6

Zijn er ook (geplande) zittingen geweest in deze drie en een half jaar waarbij geen vertegenwoordiger van de EU aanwezig was?

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór 15 juni met het oog op het nota-overleg over het Mor Gabrielklooster op 20 juni?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1705.

Naar boven