Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over rechtszaken tegen het klooster Mor Gabriel (ingezonden 5 juni 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 juni 2012).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat twee rechtszaken tegen het klooster Mor Gabriel nog steeds lopen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Heeft u kennisgenomen van het feit dat de rechtszaak tegen de voorzitter van de stichting van het klooster op 25 april jl. voor de 13e keer verdaagd werd en nu op 13 juni plaats zal vinden?

Hoe beoordeelt u de zeer frequente verdagingen van zaken tegen het klooster en tegen de voorzitter van de kloosterstichting?

Antwoord 2 en 3

Ja, ik heb kennis van genomen de verdaging van de rechtszaak. Voor de zitting was reeds duidelijk dat het om een strikt procedurele zitting zou gaan. Het houden van dergelijke procedurele zittingen komt in het Turkse rechtssysteem regelmatig voor. In dat opzicht is het hoge aantal zittingen in de rechtszaak tegen de voorzitter van het klooster niet opzienbarend.

Vraag 4

Herinnert u zich dat in antwoorden op eerdere vragen uw ambtsvoorganger heeft aangegeven dat ambassades van EU-lidstaten bij toerbeurt de rechtszaken tegen het klooster zouden bijwonen en dat de Kamer daarover geïnformeerd zou worden?1

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Kunt u aangeven welke vertegenwoordigers van de Europese Unie bij welke zittingen van rechtszaken tegen het Mor Gabriel klooster aanwezig waren sinds 2009 en kunt u per zitting aangeven wat de relevante observaties waren?

Antwoord 5

De afspraak tussen ambassades van geïnteresseerde landen in Ankara is dat in beginsel een vertegenwoordiger van de EU-delegatie de zittingen zal bijwonen. Daarnaast wordt per zitting bepaald of andere geïnteresseerde ambassades een vertegenwoordiger zullen sturen. Ook is afgesproken dat strikt procedurele zittingen niet worden bijgewoond. De Nederlandse ambassade is aanwezig geweest bij zittingen in mei, juni en november 2009. Verder zijn het vooral de Duitse en Zweedse ambassades die zittingen bijwonen.

In het algemeen kan geconstateerd worden dat de uitspraken in de rechtszaken over het klooster bij de lokale rechtbanken in Midyat veelal in het voordeel van het klooster uitvallen, maar dat de Hoge Raad veeleer de tegenpartij in het gelijk heeft gesteld. Nu de rechtsmiddelen voor één van de zaken in Turkije zijn uitgeput, heeft het klooster besloten de zaak aanhangig te maken bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Vraag 6

Zijn er ook (geplande) zittingen geweest in deze drie en een half jaar waarbij geen vertegenwoordiger van de EU aanwezig was?

Antwoord 6

Ja. Zoals onder antwoord 5 aangegeven worden louter procedurele zittingen niet door waarnemers bijgewoond.

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór 15 juni met het oog op het nota-overleg over het Mor Gabrielklooster op 20 juni?

Antwoord 7

Ja.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1705.

Naar boven