Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1705
Vragen van de leden Omtzigt, Van de Camp en Haverkamp (allen CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het
Mor Gabriel Klooster in Turkije. (Ingezonden 10 februari 2009)
1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Turkse staat een claim op nog
130 hectare van het Mor Gabriel Klooster in Turkije heeft gelegd, waardoor
nu het overgrote deel van haar gronden betwist is?1
2
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de conferentie van Europese Kerken
(140 kerken) zeer verontrust is over de dreiging voor het voortbestaan van
het klooster die uitgaat van deze procedures?2 Deelt u haar
zorgen?
3
Deelt u de mening dat dit klooster uit 397 AD als een van de oudste Christelijke
kloosters in de wereld van onschatbare waarde is als religieus en historisch
erfgoed? Zo nee, waarom niet?
4
Hoe interpreteert u de claim van de overheid op gronden die al eeuwenland
in bezit zijn van het klooster en waarover het regulier belasting betaalt?
5
Bij welke gelegenheden sinds juni 2008 heeft u de Turkse autoriteiten
gewezen op het belang van deze zaak en hoe hebben de Turkse autoriteiten gereageerd
op de Nederlandse zorgen?3
6
Bent u bereid een officiële vertegenwoordiger van de Nederlandse
staat de komende rechtszaken te laten volgen en hem/haar zowel rapport aan
u als aan de Kamer te laten uitbrengen over de gang bij de rechtszaak? Zo
ja, op welke termijn zou de Kamer dit rapport mogen verwachten?
7
Bent u bereid namens Nederland deze zaak actief op te brengen bij de eerstvolgende
vergadering van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, waar
deze zaak geagendeerd staat door schriftelijke vragen die daar gesteld zijn,
en terug te rapporteren aan de Kamer hoe de andere Lidstaten individueel denken
over de onteigening van de gronden van het Mor Gabriel Klooster?
Antwoord
Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 februari 2009)
1
Ja, er is een claim gelegd op twaalf percelen grond.
3
Ik deel uw mening dat het Mor Gabriel klooster van grote cultuurhistorische
waarde is. Het is mij bekend dat het klooster van bijzondere betekenis is
voor de christelijke geloofsgemeenschap.
4
Het betreft hier een gecompliceerde eigendomskwestie die op dit moment
voorligt aan de Turkse rechter. De rechter zal hierover een afgewogen oordeel
moeten uitspreken. In de antwoorden op eerdere Kamervragen over dit onderwerp
(november 2008) heb ik aangegeven dat er in feite twee kwesties spelen: één
betreft de grensbepaling van het landgoed (kadaster) en de ander een bosgebied
met daarbij de door dat gebied lopende omheining. Naar aanleiding van deze
twee kwesties lopen drie rechtszaken. Recent is daar een derde kwestie bijgekomen,
waarnaar de claim zoals aangegeven in vraag 1 refereert. Hierin eist de Turkse
Schatkist (Treasury) twaalf percelen grond van het klooster op die volgens
de overheid rotsachtig zijn en aan de staat toebehoren. In EU-verband wordt
het verloop van de hiermee samenhangende rechtszaken gevolgd.
5
Ik heb zelf tijdens het gesprek met mijn Turkse ambtgenoot (10 oktober
2008) in algemene zin aandacht gevraagd voor de positie van religieuze minderheden
in Turkije. De Nederlandse ambassadeur in Turkije heeft in een persoonlijk
onderhoud de kwestie rond het Mor Gabriel klooster onder de aandacht van de
Turkse Minister van Justitie gebracht. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland,
heeft de kwestie rond het klooster ook in EU-verband aan de orde gesteld.
6
Inmiddels lopen er over de twee in het antwoord op vraag 4 genoemde kwesties
drie verschillende procedures. Binnenkort zal er, n.a.v. de derde kwestie
(de twaalf percelen) een vierde procedure bijkomen. De drie reeds lopende
procedures liggen voor aan de rechtbank van Midyat in zuidoost-Turkije. De
rechtszaken worden op dit moment om toerbeurt bijgewoond door vertegenwoordigers
van Europese ambassades. De Nederlandse ambassade is bij de zittingen op 11
februari jl. aanwezig geweest. Twee zaken zijn inmiddels verdaagd tot 4 maart
a.s. en een andere is tot 6 mei a.s. verdaagd. De ambassade rapporteert hierover
aan mijn departement. Graag ben ik bereid hierover desgevraagd uw Kamer toelichting
te verschaffen.
7
Nederland zal aandacht vragen voor de kwestie wanneer deze staat geagendeerd
in het Comité van Ministers (bestaande uit de permanente vertegenwoordigers
bij de Raad van Europa). Ik zal uw Kamer in dat geval rapporteren over het
verloop van de discussie onder de lidstaten in het Comité van Ministers.
XNoot
1 Turkish sate escalates legal battle against Assyrian Monastery,
aina.org.
XNoot
2 http://www.cec-kek.org, press releases
XNoot
3 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 600.