Vragen van het lid Berndsen (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de inzet van studenten bij internetpatrouilles (ingezonden 29 mei 2012).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht op nu.nl over het gebruik van studenten bij de opsporing van cybercriminaliteit?1

Vraag 2

Op basis van welke rechtsgrond vindt deze proef plaats? Welke rechtsgrond ligt ten grondslag aan de gebruikte opsporingsbevoegdheid?

Vraag 3

Op welke misdrijven en/of overtredingen is de proef precies gericht? Voor welke misdrijven en/of overtredingen kan deze opsporingstechniek nog meer worden toegepast of wordt die al toegepast?

Vraag 4

Hoe is de privacy van de internetgebruikers geborgd?

Vraag 5

Wat zijn risico’s voor uitlokking?

Vraag 6

Tot wanneer duurt de proef? Welke resultaten worden beoogd? Wordt de Kamer hierover geïnformeerd?

Vraag 7

Waarom is er gekozen om studenten in te zetten voor online opsporingsactiviteiten? Werken de studenten onder hun eigen naam? Hoe wordt de veiligheid van de studenten gegarandeerd?

Naar boven