Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de financiële consequenties van het Europees Arrestatie Bevel en de veroordeling in de proceskosten van een strafzaak (ingezonden 15 maart 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich de zaak van de heer Hörchner, die door Nederland op basis van een Europees Arrestatie Bevel (EAB) aan Polen is overgeleverd en langdurig in voorarrest heeft gezeten in miserabele detentieomstandigheden?1

Vraag 2

Bent u bekend met het feit dat hij pas na betaling van een borgsom van € 4500 in Polen is vrijgelaten en pas onlangs onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer het betalen van een boete van € 4500? Hoe kan het dat aan de terugbetaling van de borg de voorwaarde wordt verbonden dat hij zich eerst vrijwillig moet melden bij een Poolse gevangenis? Hoe beoordeelt u dit, gelet op het feit dat, indien hij zich nu vrijwillig zou melden in Polen, de aan hem toegezegde dubbele garantie op basis van de Wet overdracht tenuitvoerlegging in strafvonnissen (WOTS)-garantie komt te vervallen, nu deze garantie immers alleen geldt na een voorafgaande overlevering op grond van een EAB? Hoe kan zijn recht daarop verzekerd worden mede in het licht van de door u bij brief van 27 juni 2011 aangekondigde beleidswijziging?2

Vraag 3

Waarom zijn deze betaalde borgsom en de uiteindelijke boete niet tegen elkaar weg te strepen? Is dit een lacune in de werking van het EAB?

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het feit dat hij ook veroordeeld wordt in de proceskosten van de strafzaak, in deze zaak € 2000?

Vraag 5

Is het waar dat er meer Europese landen zijn die proceskosten van strafzaken, de kosten voor tolk- en vertaaldiensten en de kosten van de advocaat in rekening brengen? Zo ja, welke? Wat vindt u daarvan?

Vraag 6

Bent u bereid om nogmaals met uw Poolse ambtgenoot in overleg te treden over de toepassing van het EAB concrete knelpunten, zoals in de zaak van de heer Hörchner, te bespreken en op te lossen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de ontwikkeling dat in steeds meer Europese landen onder druk van de bezuinigingen onder meer gekort wordt op rechtsbijstand aan verdachten, met als gevolg dat geen goede en zorgvuldige rechtsbijstand beschikbaar is voor Nederlanders die door Nederland aan deze landen worden overgeleverd, behalve wanneer de advocaat uit eigen middelen kan worden betaald?

Vraag 8

Bent u bereid de samenwerking met landen die de processuele rechten van verdachten onvoldoende waarborgen op te schorten? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 858.

X Noot
2

Kamerstuk 32 500-VI, nr. 13.

Naar boven