Vragen van het lid Çelik (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de consequenties van de feitelijke fusie van ROC Flevoland en het ROC van Amsterdam (ingezonden 7 oktober 2011).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op de schriftelijke vragen in 2008 over de fusie van ROC’s?1

Vraag 2

Verandert het bericht dat alle vier de bestuurders van het veel kleinere ROC Flevoland dankzij de samenwerking met het ROC van Amsterdam nu in de top tien van best betaalde ROC-bazen zitten2 iets aan uw destijds afwachtende houding? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Vindt u dat het zogenaamd veel ingewikkelder werk, dat het besturen van deze samenwerkende ROC zou betekenen, een rechtvaardiging vormt voor zo’n buitenproportionele beloning? Zo ja, waarom? Zo neen, heeft u dit deze bestuurders al laten weten?

Vraag 4

Neemt u voor lief dat er zo publiek geld wordt onttrokken aan het primaire proces? Zo neen, wat gaat u hiertegen ondernemen?

Vraag 5

Ontvangt u, net als wij, klachten van burgers, docenten en studenten over deze ontwikkeling? Zo ja, hoe reageert u daarop?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2007–2008, nrs. 1906 en 3007

X Noot
2

«Topbeloningen 2010 in mbo, hbo en wo. Een half miljoen onder de streep» in Het Onderwijsblad, 1 oktober 2011.

Naar boven