Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een decaan aan de TU Delft die opdracht gaf aan het bedrijf van zijn echtgenote (ingezonden 17 juni 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving rondom een decaan aan de TU Delft die gedurende enkele jaren meerdere malen vanuit de universiteit opdrachten heeft gegund aan het bedrijf van zijn vrouw?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze situatie? Deelt u de mening dat deze ernstige belangenverstrengeling strijdig is met het zorgvuldig handelen met publieke middelen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat, in situaties waarin sprake is van herhaalde belangenverstrengeling, een berisping geen recht doet aan de ernst van de overtreding? Zo ja, welke mogelijkheden hebben toezichthouders van universiteiten om bestuurders hierop aan te spreken en zwaardere sancties op te leggen?

Vraag 4

Wie had hier volgens u toezicht moeten houden? Ziet u reden om richtlijnen en verantwoordelijkheden (bijvoorbeeld met betrekking tot de raad van toezicht) voor de gunning van opdrachten met publieke middelen aan te scherpen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er, nu hier sprake is van laakbaar handelen, terugvordering van dergelijke middelen bij de desbetreffende persoon ook mogelijk moet zijn (conform de motie Jadnanansing2)?  Zo ja, welke acties mogen op dat gebied van u verwacht worden?


X Noot
1

http://www.nrc.nl/nieuws/2011/06/11/decaan-tu-delft-gaf-opdrachten-universiteit-aan-bedrijf-vrouw/

X Noot
2

Kamerstuk 31 288-135 – vergaderjaar 2010–2011

Naar boven