Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over de gebrekkige werking van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet (ingezonden 10 augustus 2010).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het bericht «Toeristloze winkel mag toch elke zondag open» en de hierin genoemde gerechtelijke uitspraak?1

Vraag 2

Vindt u dat er inderdaad sprake is van een gebrekkige werking van de toerisme bepaling in de huidige Winkeltijdenwet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de in de Tweede Kamer aangenomen Wijziging van de Winkeltijdenwet voldoende garanties moet bieden om er voor te zorgen dat winkels buiten toeristische gebieden op zondag gesloten blijven?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de gerechtelijke uitspraak kan leiden tot een sneeuwbaleffect doordat gemeenten van de nu ontstane jurisprudentie gebruik gaan maken om alle winkels toestemming te geven voor zondagsopening? Kijkend naar de gerechtelijke uitspraak, biedt de invulling van het begrip autonoom toerisme met een substantiële omvang volgens u in de Wijziging van de Winkeltijdenwet dan voldoende waarborg om dit te voorkomen?

Vraag 5

Op welke wijze zou u het begrip «autonoom toerisme met een substantiële omvang» hierbij willen definiëren? Vindt u dat dit van toepassing is op de situatie in Rotterdam Alexandrium?

Vraag 6

Is er volgens u naar aanleiding van de rechtspraak sprake van een weeffout in de wet, die moet leiden tot een aanpassing van de wetswijziging of juist tot het afbakenen en invullen van het begrip «autonoom toerisme met een substantiële omvang», waarbij tevens rekening wordt gehouden met de verschillende gebieden binnen gemeenten?

Vraag 7

Indien blijkt dat de huidige Wijziging van de Winkeltijdenwet onvoldoende waarborg biedt om zondagsopening van winkels in niet-toeristische gebieden te voorkomen, welke aanvullende maatregelen bent u dan bereid om te treffen?

Vraag 8

Wat is de economische impact voor de positie van gemeenten zonder toeristische aantrekkingkracht die grenzen aan gemeenten met toeristische gebieden?

Vraag 9

Deelt u de mening dat de concurrentieverhoudingen tussen kleine winkeliers die op zondag dicht willen blijven ten opzichte van grote winkeliers met meer mogelijkheden om op zondag open te zijn als gevolg van de rechtsuitspraak wordt verslechterd?

Vraag 10

Deelt u de mening dat juist door deze rechtsuitspraak en het feit dat in contracten van winkeliers die gevestigd zijn in winkelcentra bepalingen staan over een verplichte zondagsopening de keuzevrijheid nog verder wordt ingeperkt? Op welke manier wilt u dit tegengaan?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dijkgraaf (SGP), ingezonden 6 augustus 2010 (2010Z11483).


XNoot
1

NRC Handelsblad, 4 augustus 2010.

Naar boven