Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de minister van Economische Zaken over een rechterlijke uitspraak inzake de toepassing van de Winkeltijdenwet in Rotterdam (ingezonden 6 augustus 2010).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van het Hof in Den Haag1 dat de gemeente Rotterdam niet in strijd met de Winkeltijdenwet handelt wanneer de winkels in Alexandrium elke zondag open mogen zijn?

Vraag 2

Wanneer een dergelijke uitspraak in stand zou blijven, deelt u dan de mening dat dan met name de bepaling over de sluiting van winkels op zondag in de Winkeltijdenwet in sterke mate wordt uitgehold? Vindt u het een gewenste ontwikkeling wanneer de betekenis van deze bepaling aan belang inboet?

Vraag 3

Wat vindt u in dit licht van de uitspraken2 van de voor de invoering van de toerismebepaling verantwoordelijke minister Andriessen dat met de toerismebepaling destijds toch écht beoogd werd de extra zondagsopening te beperken tot die plaatsen waar de toeristen ook daadwerkelijk komen? Zou een dergelijke uitleg niet alleen historisch meer verantwoord zijn, maar ook het meest logisch voor de uitleg van deze uitzonderingsbepaling in de wet?

Vraag 4

Vindt u het een gewenste ontwikkeling wanneer steeds meer gemeenten het in een deel van de gemeente voorkomende toerisme aangrijpen om in de gehele gemeente of in niet-toeristische delen ervan de winkels op zondag open te stellen? Wordt hiermee het verbod op zondagsopenstelling niet feitelijk illusoir gemaakt?

Vraag 5

Bent u bereid om snel passende maatregelen te nemen tegen iedere gemeente die op een dergelijke wijze de uitzonderingsbepalingen van de Winkeltijdenwet gebruikt om de hoofdregels van de wet via een sluiproute te ondergraven?

Vraag 6

Bent u bereid om binnen korte tijd te komen met een wijzing van de wet die deze sluiproute ongedaan maakt?


XNoot
1

www.rechtspraak.nl, LJN: BN3217, 3 augustus 2010.

XNoot
2

www.refdag.nl, Toerismebepaling „gapend gat in beschermingswal», 9 april 2010.

Naar boven