De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
constaterende, dat de inlichtingendiensten van de VS en die van enkele andere landen
complexe en technologisch zeer geavanceerde systemen gebruiken om op ongekende schaal
en op willekeurige en niet enige verdenking gebaseerde wijze gegevens betreffende
de communicatie en locatie van alle mensen op de wereld te verzamelen, op te slaan
en te analyseren;
overwegende, dat deze allesomvattende, massale observatie- en afluister activiteiten
het vertrouwen tussen trans-Atlantische partners, tussen de EU-lidstaten en tussen
de burgers en overheden diep hebben geschokt;
overwegende, dat terrorisme ten stelligste dient te worden veroordeeld en hard dient
te worden bestreden, maar dat de strijd tegen terrorisme op zichzelf niet een rechtvaardiging
kan zijn voor niet-doelgerichte, geheime en soms zelfs illegale grootschalige observatie-
en afluisterprogramma's, aangezien zulke programma's onverenigbaar zijn met de beginselen
van noodzaak en evenredigheid die in een democratische samenleving gelden;
overwegende, dat er een juist evenwicht moet worden gevonden tussen veiligheidsmaatregelen
en bescherming van burgerlijke vrijheden en grondrechten en dat het recht op privacy
en gegevensbescherming optimaal moet worden geëerbiedigd;
verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat het huidige en toekomstige wetgevingskader
en de toezichtsmechanismen voor de activiteiten van inlichtingendiensten in overeenstemming
zijn met de normen van het EVRM en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming;
verzoekt de regering af te zien van een zodanige uitbreiding van de bevoegdheden van
de inlichtingendiensten dat een ongeclausuleerde, ongerichte en grootschalige surveillance
van kabelgebonden communicatie van onschuldige burgers mogelijk wordt;
verzoekt de regering om de burgers te beschermen tegen door derde landen of hun eigen
inlichtingendiensten bedreven observatie die in strijd is met de vereisten van het
EVRM en te garanderen dat de rechtsstaat niet wordt verzwakt als gevolg van extraterritoriale
toepassing van een wet van een derde land
en gaat over tot de orde van de dag.
Franken
Gerkens
De Vries
Van Boxtel
Strik