25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 287 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2017

In mijn brief van 9 juli 2015 (Kamerstuk 25 883, nr. 254) ben ik ingegaan op de mogelijkheden om opdrachtgevers meer hun verantwoordelijkheid te laten nemen voor gezond en veilig werken. Daarbij heb ik activiteiten aangekondigd, gericht op het stimuleren van verantwoord opdrachtgeverschap. Verder heb ik een verkenning aangekondigd naar de mogelijkheden de verplichtingen uit het Arbobesluit voor opdrachtgevers in de bouw (de bouwprocesbepalingen) aan te scherpen, evenals een onderzoek naar de mate waarin opdrachtgevers verantwoordelijkheid nemen voor gezond en veilig werken.

De brief van 9 juli 2015 is besproken in het Algemeen Overleg van 17 maart 2016 (Kamerstuk 25 883, nr. 272). Daarbij heb ik toegezegd de Kamer te informeren over het onderzoek naar de ketenaanpak en hoe de resultaten daarvan worden aangewend. Bijgaand treft u een eerste meting van dit onderzoek, dat is uitgevoerd door TNO, aan1.

De algemene conclusie is dat het begrip verantwoord opdrachtgeverschap redelijk bekend is onder opdrachtnemers in Nederland, maar dat de door opdrachtnemers gewenste maatregelen en acties van opdrachtgevers op het terrein van gezond en veilig werken nog achterlopen. Vooral in de betrokkenheid van opdrachtgevers tijdens de uitvoering en het betrekken van opdrachtnemers in de ontwerpfase van opdrachten, valt winst te behalen.

De monitor Verantwoord opdrachtgeverschap gezond en veilig werken

Het monitoringsonderzoek heeft als hoofdvraag «in welke mate is er sprake van bewustzijn en actiegerichtheid omtrent verantwoord opdrachtgeverschap, aangaande veilig en gezond werken, bij zakelijke opdrachtgevers in de sectoren thuiszorg, bouw, metaal en chemie in Nederland?». Verantwoord opdrachtgeverschap is daarbij gedefinieerd als een opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie waarin expliciet oog is voor gezond en veilig werken bij de aanbesteding en uitvoering van de opdracht en maatregelen worden genomen om gezond en veilig werken te waarborgen.

Resultaten

De uitkomsten geven een representatief beeld voor opdrachtnemers van de sectoren thuiszorg, bouw, metaal en chemie; sectoren waarin veel werk wordt uitbesteed.

Bijna de helft van de opdrachtnemers (45%) bleek bekend met het begrip verantwoord opdrachtgeverschap. Het beeld daarvan bestaat voornamelijk uit een opdrachtgever die maatregelen neemt om gezond, veilig en duurzaam werken mogelijk te maken en die aandacht heeft voor tijdsdruk en planning. Gelet op de ervaringen van opdrachtnemers, is dit beeld nog voor een aanzienlijk deel een ideaalbeeld. Als wordt gevraagd aan welke kenmerken van een verantwoord opdrachtgever hun opdrachtgevers in het verleden voldeden, valt op dat het merendeel van deze kenmerken niet veelvuldig wordt ervaren in de praktijk. Het verschil tussen wens en ervaren werkelijkheid is het grootst als het gaat om aandacht voor tijdsdruk en planning.

Bijna de helft van de opdrachtnemers heeft in het verleden wel eens besloten niet opnieuw samen te werken met een bepaalde opdrachtgever. In een kwart van de gevallen was de oorzaak daarvan te weinig aandacht van de opdrachtgever voor gezond en veilig werken. Dit komt vaker voor bij grotere opdrachtnemers en opdrachtnemers die werkzaam zijn in meerdere sectoren.

Voor de vraag welke acties en maatregelen opdrachtgevers nemen om gezond en veilig werken te stimuleren, te faciliteren en te waarborgen, is onderscheid gemaakt in de ontwerpfase, de uitvoeringsfase en de evaluatiefase van een opdracht.

Een kleine meerderheid van de opdrachtnemers (57%) geeft aan in de ontwerpfase een redelijke tot volledige invloed te hebben op een opdracht, bijvoorbeeld als het gaat over budget en planning. In de ontwerpfase wordt echter nog weinig vastgelegd over veilig en gezond werken. De kans op uitval op de werkvloer zou volgens 60% van de opdrachtnemers verkleinen als een opdrachtgever meer aandacht zou hebben voor gezond en veilig werken in de ontwerpfase.

Ruim zeven op de tien van de opdrachtnemers vinden dat de opdrachtgever wel redelijk tot goed betrokken is bij de uitvoering van de opdracht. De thuiszorg vormt hierop een uitzondering. Deze sector scoort significant lager (37%). Dit hangt mogelijk samen met de recente overdracht van het opdrachtgeverschap voor de thuiszorg naar de gemeenten.

In de evaluatiefase ervaart driekwart van de opdrachtnemers dat zij problemen op het terrein van gezond en veilig werken kunnen aankaarten bij de opdrachtgever. In ongeveer de helft van de gevallen pakken opdrachtgevers verbeterpunten ook op.

Omdat er voor opdrachtgevers van bouwwerken specifieke regelgeving bestaat op het gebied van gezond en veilig werken, zijn over deze sector enkele extra vragen gesteld. Grote en middelgrote bedrijven blijken meer ervaringen te hebben met Veiligheids- en Gezondheidsplannen, dan zzp’ers. Zzp’ers lijken ook minder vaak te worden geïnformeerd over hun verantwoordelijkheden voor veilig en gezond werken. Veiligheids- en Gezondheidsplannen zijn overigens niet in alle situaties verplicht.

Ten slotte besteedt de monitor aandacht aan de ontwikkeling van verantwoord opdrachtgeverschap voor gezond en veilig werken en de mogelijkheden dit te stimuleren.

Meer dan de helft (56%) van de opdrachtnemers in de vier sectoren vindt dat verantwoord opdrachtgeverschap goed is geregeld. Een deel van de opdrachtnemers (39%) vindt dat het nog niet goed is geregeld, maar dat wel een begin is gemaakt. Een klein deel (5%) vindt dat het helemaal niet goed is geregeld. De belangrijkste redenen volgens deze opdrachtnemers is dat opdrachtgevers geld laten prevaleren boven gezondheid, dat het te duur is, dat zij onvoldoende kennis hebben of er geen belang bij hebben. Opdrachtnemers uit de metaal en zzp’ers zijn positiever; opdrachtnemers uit middelgrote bedrijven zijn iets minder tevreden.

De groep opdrachtnemers die niet (helemaal) tevreden was (44%), blijkt op meerdere punten af te wijken van de groep die vindt dat verantwoord opdrachtgeverschap goed is geregeld. Gemiddeld genomen zijn onder meer de ervaringen met opdrachtgevers minder positief, zijn de scores op vragen over gezond en veilig werken in het eigen bedrijf lager, is de behoefte aan verandering groter en ziet deze groep meer heil in het invoeren van zware maatregelen zoals verplichtingen in een contract, sancties, overheidstoezicht en wetgeving. Deze groep werd aangetroffen in alle bedrijfsgrootteklassen en sectoren. Ondernemers in de metaal komen er iets minder in voor; bedrijven met meer dan 100 werknemers juist iets meer.

Opdrachtnemers denken dat verantwoord opdrachtgeverschap voor gezond en veilig werken het best te stimuleren is via de eigen motivatie van opdrachtgevers, verplichtingen in een contract en wetgeving. Daarbij vinden ze dat vooral opdrachtgevers aan zet zijn om dit te bereiken en zijzelf in mindere mate.

De algemene conclusie is dat het begrip verantwoord opdrachtgeverschap redelijk bekend is onder opdrachtnemers in Nederland. De door opdrachtnemers gewenste maatregelen en acties van opdrachtgevers op het terrein van gezond en veilig werken lopen volgens het onderzoek achter. Op basis van het onderzoek lijkt verantwoord opdrachtgeverschap in de metaal gemiddeld genomen iets beter geregeld te zijn en in de thuiszorg op sommige aspecten minder. De chemie en de bouw zitten daar tussen in. Grote bedrijven hebben meer inspraak bij een opdracht, maar zijn niet per definitie positiever. Zzp’ers zijn dit op sommige punten wel, maar hebben volgens het onderzoek mogelijk evenals kleine bedrijven een slechtere onderhandelingspositie bij gezond en veilig werken.

Beleidsinitiatieven

De afgelopen periode heb ik diverse initiatieven genomen om verantwoord opdrachtgeverschap op het terrein van gezond en veilig werken te bevorderen. Op 1 januari 2017 zijn de aangepaste bouwprocesbepalingen in het Arbobesluit in werking getreden en de bijbehorende boetenormbedragen verhoogd. Met deze aanpassingen worden opdrachtgevers beter in staat gesteld de bouwprocesbepalingen na te leven en kan de Inspectie SZW beter optreden tegen opdrachtgevers van bouwprojecten die deze bepalingen overtreden. Verder zijn in 2016 bijeenkomsten georganiseerd voor publieke opdrachtgevers en voor de sectoren bouw en chemie, gericht op het stimuleren van verantwoord opdrachtgeverschap. In december 2016 is op het Arboportaal2 alle relevante informatie voor en over opdrachtgevers op een pagina samengebracht, waaronder een toelichting op de bouwprocesbepalingen, een animatie met tips voor verantwoord opdrachtgeverschap en een handreiking voor publieke opdrachtgevers.

Initiatieven als «Veiligheid Voorop» in de Chemie, 5xbeter in de metaal en de governance code veiligheid in de bouw zijn voorbeelden van activiteiten die partijen zelf ondernemen in het belang van gezond en veilig werken. Deze hebben mede betrekking op de rol van opdrachtgevers. Om de aandacht voor verantwoord opdrachtgeverschap verder te bevorderen en te stimuleren, zal ik de resultaten van dit onderzoek met stakeholders bespreken. Er is bijvoorbeeld winst te behalen uit een betere dialoog tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers.

Gezien de grote risico’s in deze sector en de aanpassing van de bouwprocesbepalingen, gaat veel aandacht uit naar de bouw. In de loop van 2017 komen twee handreikingen beschikbaar voor kleine opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw, door Bouwend Nederland geschreven met financiële ondersteuning van SZW. Daarnaast werkt de organisatie Bewuste Bouwers aan een app, waarmee via een mobiele telefoon onveilige situaties op of nabij een bouwplaats gemeld kunnen worden. De Inspectie SZW ontwikkelt een digitale tool voor verantwoord opdrachtgeverschap in de bouw en de infrastructuur en brengt een brochure uit over wat de inspectie verwacht van opdrachtgevers.

Verder verstevigt de Inspectie SZW het toezicht op de naleving van de bouwprocesbepalingen. De programma-aanpak Bouw 2016–2019 van de Inspectie SZW besteedt in diverse projecten aandacht aan de rol van de opdrachtgever. Doel is het versterken van de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers in de bouw als geheel en het vergroten van het veiligheidsbesef in alle bouwbedrijven.

Het onderzoek geeft interessante inzichten en aanbevelingen voor vervolgonderzoek op het terrein van de thuiszorg. De resultaten van deze sector wijken soms af van die van andere sectoren. Volgens het onderzoek hangt dit waarschijnlijk samen met de andere manier van werken in deze sector en de recente decentralisatie van de taak van opdrachtgever naar gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) (Kamerstuk 33 841). Het Ministerie van VWS zal de inzichten en aanbevelingen voor gemeenten bespreken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten. De inzichten worden verder meegenomen in een onderzoek dat de Inspectie SZW momenteel voorbereidt over de wijze waarop gemeenten hun rol van opdrachtgever invullen op het domein van gezond en veilig werken.

Tot slot

Verantwoord opdrachtgeverschap is een belangrijke voorwaarde voor een gezonde en veilige uitvoering van opdrachten. Met de aanpassing van de bouwprocesbepalingen en de stimuleringsacties die in 2016 plaatsvonden, heb ik hierin diverse initiatieven genomen. Het TNO-onderzoek laat zien dat, volgens opdrachtnemers, de problematiek als zodanig wordt onderkend, maar dat maatregelen en acties van opdrachtgevers nog achterblijven. Deze resultaten wil ik betrekken in mijn overleg met stakeholders, om deze te stimuleren verdere stappen te zetten. Ik ben voornemens in 2018 een vervolgmeting van het onderzoek te doen en daarmee de vinger aan de pols te houden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven