36 410 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024

L VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 februari 2024

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 13 november 2023 naar aanleiding van vragen over de eerste voortgangsrapportage van de aanpak geldzorgen, armoede en schulden2. De leden van de fractie van BBB hadden naar aanleiding hiervan nog een aantal vervolgvragen.

Naar aanleiding hiervan is op 19 december 2023 een brief gestuurd aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.

De Minister heeft op 15 februari 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen

Den Haag, 19 december 2023

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben met belangstelling kennisgenomen van uw antwoorden van 13 november 2023 naar aanleiding van vragen over de eerste voortgangsrapportage van de aanpak geldzorgen, armoede en schulden3. De leden van de fractie van BBB hebben naar aanleiding hiervan nog de volgende vervolgvragen.

Vragen van de leden van de BBB-fractie:

  • 1. Als het om kinderarmoede gaat, wil het demissionaire kabinet op basis van het coalitieakkoord de kinderarmoede per 2025 halveren ten opzichte van 2015. Op basis van de in augustus 2023 door het kabinet genomen maatregelen zal de kinderarmoede afnemen van 6,2% in 2023 tot 5,1% in 2024. In uw brief geeft u (in antwoord 7 op pag. 8) aan dat kinderarmoede specifieke aandacht verdient en dat het kabinet sterk hecht aan het verminderen van de kinderarmoede. Wilt u, gezien het grote maatschappelijke belang en met name het belang van de kinderen in armoede zelf, maatregelen nemen om de kinderarmoede structureel terug te dringen met minimaal 1,5%–2,0% per jaar?

  • 2. In uw brief (antwoord 1 op pag. 5) geeft u aan dat het aan een volgend kabinet is om vervolgstappen te zetten. Wilt u, vanwege het belang van het terugdringen van kinderarmoede, maatregelen nemen om in 2024 de kinderarmoede met 1,5%–2,0% terug te dringen? En (de gedeeltelijke oplossing van) dit probleem niet overlaten aan het volgende kabinet.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M.L. Vos

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2024

Hierbij zend ik u de antwoorden op de nadere Kamervragen van de leden van de BBB-fractie over de eerste voortgangsrapportage van de aanpak geldzorgen, armoede en schulden.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Antwoorden op nadere vragen van de BBB-fractie bij de eerste voortgangsrapportage aanpak geldzorgen, armoede en schulden4

Vraag 1

Als het om kinderarmoede gaat, wil het demissionaire kabinet op basis van het coalitieakkoord de kinderarmoede per 2025 halveren ten opzichte van 2015. Op basis van de in augustus 2023 door het kabinet genomen maatregelen zal de kinderarmoede afnemen van 6,2% in 2023 tot 5,1% in 2024. In uw brief geeft u (in antwoord 7 op pag. 8) aan dat kinderarmoede specifieke aandacht verdient en dat het kabinet sterk hecht aan het verminderen van de kinderarmoede. Wilt u, gezien het grote maatschappelijke belang en met name het belang van de kinderen in armoede zelf, maatregelen nemen om de kinderarmoede structureel terug te dringen met minimaal 1,5% – 2,0% per jaar?

Antwoord 1

Ondanks de demissionaire status van het kabinet blijft het zich inspannen om armoede en kinderarmoede structureel naar beneden te krijgen. We doen dat onder andere middels een gericht en structureel koopkrachtpakket van € 2 miljard voor 2024. Door de maatregelen daalt de kinderarmoede van 6,2% in 2023 naar 5,1% in 2024 (-1,1%-punt) en zitten we op het pad richting halvering van de kinderarmoede in 2025 ten opzichte van 2015 (naar 4,55%).5

Het is aan de formerende partijen om keuzes te maken voor het al dan niet verder reduceren van kinderarmoede vanaf 2025 en de daarvoor benodigde inzet van middelen.

Het komende kabinet kan daarvoor putten uit het eindrapport van de Commissie sociaal minimum dat gekeken heeft naar het stelsel van inkomensondersteuning. Tegelijkertijd heeft niet alleen inkomensbeleid een effect op de armoede. Ook de economische ontwikkeling doet ertoe. Zo kan het krijgen van een baan mensen helpen om uit de armoede te komen. Opgroeien in armoede is echter meer dan opgroeien in een gezin met een financieel tekort. Inzet op maatregelen die zorgen voor participatie en kansrijke ontwikkeling van kinderen is eveneens van belang. Daarom zet het kabinet o.a. in op ondersteuning aan SAM& en het Jeugdeducatiefonds en schoolmaaltijden.6

Vraag 2

In uw brief (antwoord 1 op pag. 5) geeft u aan dat het aan een volgend kabinet is om vervolgstappen te zetten. Wilt u, vanwege het belang van het terugdringen van kinderarmoede, maatregelen nemen om in 2024 de kinderarmoede met 1,5%–2,0% terug te dringen? En (de gedeeltelijke oplossing van) dit probleem niet overlaten aan het volgende kabinet.

Antwoord 2

Het kabinet heeft voor 2024 gekozen voor maatregelen die gericht en structureel gezinnen ondersteunen en armoede tegengaan, en sluit hiermee ook aan op de adviezen van de Commissie Sociaal Minimum. We zetten met de bijdrage van het koopkrachtpakket een verdere stap richting de halvering van de kinderarmoede ten opzichte van 2015. We zitten op het pad richting halvering en het is aan de formerende partijen om keuzes te maken omtrent de inzet van middelen voor het al dan niet verder terugdringen van kinderarmoede.


X Noot
1

Samenstelling:

Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Van de Sanden (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Huizinga (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Kamerstukken I 2023/24, 36 410 XV, E.

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 36 410 XV, E.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022–2023, 36 200 XV, R.

X Noot
5

CPB (2023) Macro Economische Verkenning 2024, september 2023.

X Noot
6

Kamerstukken I 2023–2024, 35 420, 531.

Naar boven