36 410 L Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2024

K VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 februari 2024

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat1 heeft zeer onlangs tweemaal met de Minister van Economische Zaken en Klimaat schriftelijk overleg gevoerd2 over de vierde indieningsronde Nationaal Groeifonds. De commissie besprak het verslag nader schriftelijk overleg, waarin opgenomen de brief van de Minister van 1 februari 2024, in haar vergadering van 6 februari 2024 en naar aanleiding hiervan besloten de leden van de fracties van BBB, GL-PvdA, PVV, SP, PvdD, JA21, SGP, 50PLUS en OPNL een aantal vervolgvragen aan de Minister voor te leggen. De leden van deze fracties, plus de leden van de fracties van CDA, D66, ChristenUnie en Volt, gaven aan graag toegelicht te willen zien welke projecten uit de vierde indieningsronde gevoelig zijn voor de te volgen besluitvorming.

Naar aanleiding hiervan is op 6 februari 2024 een brief gestuurd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

De Minister heeft op 9 februari 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, De Boer

BRIEF VAN DE ONDERVOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat

Den Haag, 6 februari 2024

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft zeer onlangs tweemaal met u schriftelijk overleg gevoerd3 over de vierde indieningsronde Nationaal Groeifonds. De commissie besprak het verslag nader schriftelijk overleg, waarin opgenomen uw brief van 1 februari 2024, in haar commissievergadering van heden en de fracties van BBB, GL-PvdA, PVV, SP, PvdD, JA21, SGP, 50PLUS en OPNL besloten naar aanleiding hiervan het volgende aan u voor te leggen.

In uw brief van 1 februari onderschrijft u het belang om het parlement goed te betrekken bij het Nationaal Groeifonds. U zegde toe de publicatie van de openstellingsregeling voor de subsidieregeling Nationaal Groeifonds uit te stellen tot na het commissiedebat Verdienvermogen op 14 februari a.s. in de Tweede Kamer. Het commissiedebat Verdienvermogen geeft de Tweede Kamer de mogelijkheid om over uw voorgenomen stappen voor de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds in gesprek te gaan.

U geeft ook aan graag bereid te zijn, om met de Eerste Kamer in gesprek te gaan. De leden van genoemde fracties gaan graag op korte termijn, maar nadat het commissiedebat in de Tweede Kamer is gevoerd4, met u in gesprek over de vanuit de commissie en fracties ingediende vragen en de resultaten van het commissiedebat met de Tweede Kamer. De leden van genoemde fracties begrijpen dat verschillende belanghebbenden graag vaart maken met de openstelling van de vierde ronde. Desalniettemin, beoordelen zij dat het parlementair passend is om de openstelling van de regeling, en daarmee het aangaan van onomkeerbare verplichtingen, pas te doen nadat de evaluatie5 ook met de Eerste Kamer is afgerond, zulks overigens in lijn met de het plenaire debat van 18 december jongstleden.

De leden van genoemde fracties zijn van oordeel dat zulks past bij zorgvuldige afweging door het kabinet, maar ook bij het respecteren van de rol van de Kamers in het parlementaire stelsel. Bovendien biedt het u ook de ruimte om nog voor het openstellen van de regeling aan belanghebbenden nadere aanwijzingen te geven naar aanleiding van de beraadslagingen. Zij verzoeken u derhalve te bevestigen dat u de regeling pas openstelt nadat de beraadslaging met de Eerste Kamer is afgerond.

Ten slotte ontvangen de leden van genoemde fracties alsmede de leden van de fracties van CDA, D66, ChristenUnie en Volt volledigheidshalve graag een overzicht van alle thans bekende projecten uit de vierde indieningsronde die gevoelig zijn voor de te volgen besluitvorming. Zij zien graag toegelicht welke risico’s er voor sommige projecten mogelijk spelen en welke projecten op enigerlei wijze zijn gebonden aan een bepaald tijdpad.

De vaste commissie voor Economische Zaken ziet uw reactie met belangstelling tegemoet en verwacht deze uiterlijk vrijdag 9 februari 2024, 10:00 uur.

Ondervoorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, A. van Langen-Visbeek

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2024

In uw brief van 6 februari reageren de leden van de fracties BBB, GL-PvdA, PVV, SP, PvdD, JA21, SGP, 50PLUS en OPNL op de brief die ik op 1 februari jl., mede namens de Minister van Financiën, aan uw Kamer heb gestuurd over de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF).6 In de brief geven de leden van deze fracties aan op korte termijn – maar nadat het commissiedebat Verdienvermogen in de Tweede Kamer is gevoerd – met mij in gesprek te willen over de ingediende vragen met betrekking tot de tussentijdse evaluatie van het NGF en de resultaten van het commissiedebat met de Tweede Kamer.

Ook verzoeken de leden te bevestigen dat de openstellingsregeling van de subsidieregeling NGF pas gepubliceerd wordt na de overleggen met beide Kamers. Tenslotte verzoeken de leden van genoemde fracties, alsmede de leden van de fracties van CDA, D66, ChristenUnie en Volt, om een overzicht van de thans bekende projecten uit de vierde indieningsronde die gevoelig zijn voor de te volgen besluitvorming. Hierbij geef ik, mede namens de Minister van Financiën, een reactie op deze brief.

Parlementair proces

In mijn eerdere brief van 1 februari jl. heb ik het belang onderschreven van het goed betrekken van het parlement bij het Nationaal Groeifonds. Daarbij heb ik aangegeven dat ik graag bereid ben om met de Eerste Kamer in gesprek te gaan indien daar behoefte aan is. Gezien de onzekerheid die dit teweegbrengt voor alle partijen die al een aanvraag in voorbereiding hebben, heb ik u daarbij in overweging gegeven dit gesprek op korte termijn plaats te laten vinden. Ik zou hierbij graag willen voorstellen om dit gesprek spoedig in te plannen. Ik bevestig hierbij dat ik de openstellingsregeling niet zal publiceren voordat ik hierover in gesprek ben gegaan met beide Kamers.

Gevolgen voor de vierde ronde

Bovenstaande fracties hebben tevens het verzoek gedaan om een overzicht te geven van de thans bekende projecten uit de vierde indieningsronde die gevoelig zijn voor de te volgen besluitvorming. In mijn brieven van 19 januari en 26 januari jl. heb ik uiteengezet wat de stand van zaken van de vierde ronde is. Hieronder zal ik dit kort toelichten.

In de brief van 30 juni 20237 hebben de Minister van Financiën en ik de vierde ronde aangekondigd. In oktober 2023 is de communicatie naar potentiële indieners opgestart. Sindsdien kunnen geïnteresseerde partijen hun eerste ideeën voor een Nationaal Groeifonds-aanvraag toetsen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland door middel van het indienen van een Quickscan. Op basis hiervan kunnen partijen besluiten of zij hun voorstel verder willen ontwikkelen en een vooraanmelding willen doen. Inmiddels hebben meer dan 50 geïnteresseerde partijen een Quickscan ingediend. Wie deze partijen zijn is geen openbare informatie, wel zijn de titels van de ingediende Quickscans op 8 februari jl. gepubliceerd.8 Dit overzicht wordt regulier geactualiseerd. Quickscans kunnen doorlopend worden ingediend en zijn geen verplichte stap in het proces. Het is dus mogelijk dat er partijen zijn die werken aan een voorstel die hiermee nog niet in beeld zijn, anderzijds is niet gezegd dat al deze Quickscans tot een uiteindelijke NGF-aanvraag zullen leiden.

In de openstellingsregeling worden de periode van de vooraanmelding, de periode voor het indienen van subsidieaanvragen en de subsidieplafonds voor de subsidieroute vastgelegd. Het uitstel van de publicatie van de openstellingsregeling alsmede het uitstel van de periode van vooraanmelding zorgt voor onzekerheid over het vervolgproces bij partijen die nu bezig zijn met voorbereidingen voor een NGF-aanvraag. Gezien de aanzienlijke inspanningen die betrokken partijen leveren en om voldoende voorbereidingstijd aan indieners te geven vind ik het belangrijk om snel duidelijkheid te kunnen geven over de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Van Langen (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Verslag schriftelijk overleg (Kamerstukken I, 2023–24, 36 410 L, I) en verslag nader schriftelijk overleg (Kamerstukken I, 2023–24, 36 410 L, J).

X Noot
3

Verslag schriftelijk overleg (Kamerstukken I, 2023–24, 36 410 L, I) en verslag nader schriftelijk overleg (Kamerstukken I, 2023–24, 36 410 L, J).

X Noot
4

De eerste daarvoor in aanmerking komende datum is de eerste vergaderdag na het aanstaande voorjaarsreces: dinsdag 27 februari 2024.

X Noot
5

In dit verband kan worden verwezen naar de u reeds toegezonden brief van 5 februari 2024 met vragen over de Tussentijdse evaluatie Nationaal Groeifonds (kenmerk: 174564u – vmaij9qv9rmp.pdf (eerstekamer.nl)).

X Noot
7

Kamerstuk 36 200 L, F, blz. 5.

Naar boven