36 274 Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2023

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft mij in haar brief van 22 februari jl. verzocht om toestemming te verlenen om ambtenaren een technische briefing te laten verzorgen over het wetsvoorstel Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)». Hierbij verleen ik de gevraagde toestemming tot deelname van de volgende ambtenaren aan de technische briefing:

MT-lid directie Klimaat

Clustercoördinator Cluster Klimaatfonds- en Financiering, directie Klimaat

MT-lid directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)

Coördinator beleidscontrol Klimaat en Energie, directie Financieel-Economische Zaken (FEZ)

Het betreffende wetsvoorstel is op 14 december jl. ingediend. Hiermee voldoe ik aan de motie van het lid Boucke (D66) (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 49) om zo snel mogelijk, maar uiterlijk februari 2023, de definitieve kaders en voorwaarden voor aanvragen en bestedingen uit het klimaatfonds met de Tweede Kamer te delen. Ook aan het tweede verzoek in de motie is voldaan: bestedingen uit het fonds dragen bij aan 60% CO2-reductie in 2030 of klimaatneutraliteit in 2050. Hier zal tijdens de technische briefing nader op in worden gegaan.

Verzoek tot spoedige behandeling

Daarnaast wil ik uw Kamer verzoeken om een spoedige behandeling van het wetsvoorstel «Tijdelijke wet Klimaatfonds» (Kamerstuk 36 274). Het wetsvoorstel strekt ertoe om tijdelijk een begrotingsfonds in te stellen, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Met het fonds wil het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn om de aangescherpte reductiedoelstellingen van het kabinet te halen, evenals maatregelen die bijdragen aan klimaatneutraal in 2050.

Het kabinet streeft ernaar om het Klimaatfonds te kunnen gebruiken in het begrotingsjaar 2024. Dat is haalbaar wanneer de wet, indien het wetsvoorstel wordt aanvaard door beide Kamers, in werking kan treden vóór 19 september 2023 (Prinsjesdag), de dag waarop in dat geval de eerste fondsbegroting zal worden ingediend bij uw Kamer. Gezien het zomerreces van 2023 betekent dit dat het wetsvoorstel voorafgaand aan dit reces behandeld dient te worden. Een technische briefing staat gepland op 8 maart aanstaande. Ik verzoek uw Kamer daarom het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk daarna te behandelen.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven