36 200 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2023

33 576 Natuurbeleid

Nr. 87 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2023

In opdracht van het Ministerie van Defensie heeft het Rijksvastgoedbedrijf een geactualiseerde rapportage opgesteld over de stand van zaken van de natuurwaarden op de defensieterreinen. Hierbij ontvangt uw Kamer, mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof, deze geactualiseerde rapportage, zoals toegezegd in de Kamerbrief van 21 oktober 2022 (Kamerstukken 36 200 X en 33 576, nr. 12).

De doelstellingen van de rapportage zijn:

  • a) verantwoording afleggen over het natuurbeheer bij Defensie,

  • b) de stand van zaken van de biodiversiteit op de defensieterreinen weergeven en

  • c) suggesties formuleren voor verbetering van het natuurbeheer.

De defensieterreinen leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse natuur. Veel van deze terreinen beschikken over relatief hoge natuurwaarden. De oefenterreinen van Defensie zijn dan ook uniek in Nederland vanwege de omvang, het gebruik en het gevoerde terrein- en natuurbeheer. Het merendeel van de terreinen maakt onderdeel uit van Natura 2000 en/of het Natuur Netwerk Nederland. Door de relatieve rust op de terreinen in combinatie met het beheer zijn de terreinen waardevol voor bijvoorbeeld overwinterende vleermuizen, jeneverbesstruweel en de kleine wrattenbijter.

Ondanks het toegespitste beheer en de rust op de terreinen wordt ook hier een gestage afname van de biodiversiteit geconstateerd. Dit wordt met name door klimaatverandering en de nationale stikstofproblematiek veroorzaakt. Zo is het areaal actief hoogveen in het Witterveld door meerdere droge zomers verminderd en vergrassen de heideterreinen door de hoge stikstofdepositie. Desondanks is de huidige biodiversiteit op veel defensieterreinen nog steeds hoog en bieden de defensieterreinen ook kansen voor soorten die het elders door deze externe factoren moeilijk hebben. Zo is de landschappelijke dynamiek in het doelengebied op schietterreinen erg gunstig voor o.a. de aantallen heivlinders en kommavlinders die elders achteruitgaan.

Oplossingen voor de afname van de biodiversiteit op de defensieterreinen worden, conform de aanbevelingen, gezocht door terreinen te vergroten en te verbinden, waardoor robuustere gebieden worden gecreëerd waarmee de negatieve externe invloeden worden verminderd. Tegelijkertijd wordt gekeken naar de mogelijkheden om het waterpeil te verhogen om verdere achteruitgang van de hoog- en laagveengebieden te voorkomen.

Defensie neemt de aanbevelingen en conclusies uit de geactualiseerde rapportage ter harte en neemt deze mee in de uitwerking van het Defensie natuurbeleid 2024–2030, dat in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt opgesteld.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat

Naar boven