36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 november 2022

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 4 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening inzake de halfjaarlijkse stand van zaken ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan.

De Minister heeft op 15 november 2022 gereageerd.

De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Den Haag, 4 oktober 2022

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Door middel van deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2022 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2023 verloopt. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Rappel: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vlwsc78qjbm1&ministerie=vlpiddb7qg8e

Vooruitblik: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vlwsd4ph28ol&ministerie=vlpiddb7qg8e

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 18 november 2022 eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke, die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, J.A. Bruijn

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2022

Op 4 oktober jl. zond u mij, ter verificatie, een halfjaarlijks overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen waarvan de termijn is verstreken.

In de bijlage treft u een prognose aan van de termijnen waarop deze toezeggingen zullen worden nagekomen.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Rappelabele toezeggingen EK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Rappel juli 2022) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

1)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe met de gemeenten in gesprek te gaan over ondersteuning bij de toetsing van projecten, in het bijzonder die in de gevolgklassen 2 en 3 (T02463)

De invoering en daarmee ook de ondersteuning van gevolgklasse 2 en 3 (GK 2 en 3) is voorzien na evaluatie gevolgklasse 1 (GK1). De voorbereidingen voor GK2 en 3 zullen conform planning een jaar na inwerkingtreding Wkb (1 juli 2023) aanvangen, vanaf 2025 zal meer zicht zijn op de wijze van de benodigde ondersteuning van de gemeenten.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 januari 2026.

2)

De Minister De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat tot aan de inwerkingtreding van de wet proefprojecten georganiseerd zullen worden, om zo veel mogelijk ervaringen op te doen die kunnen worden meegenomen bij de implementatie van het stelsel (T02736)

De proefprojecten worden met het uitstel van de Omgevingswet/Wkb voortgezet tot 1 juli 2023, ofwel inwerkingtreding. De activiteiten worden voortgezet tot 1 juli 2023, maar de toezegging is daarmee reeds ingevuld.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 juli 2023.

3)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA) en Verkerk (ChristenUnie), toe een evaluatiecommissie in te stellen van deskundigen om een onafhankelijke evaluatie van de Omgevingswet te waarborgen. De Kamer zal geïnformeerd worden bij brief over de wijze van inrichting van de evaluatiecommissie voorafgaand aan de voorhang van het inwerkingtredings-KB en elk jaar zal een evaluatiebrief verzonden worden naar de Eerste Kamer (T02849)

De samenstelling van de evaluatiecommissie wordt begin 2023 aan de Eerste Kamer gestuurd.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 maart 2023.

4)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de nulmeting over vergunningverlening, handhaving en toezicht (VTH) vóór de voorhang van het inwerkingtredings-KB de Kamer toe te sturen (T02854)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 mei 2020 geïnformeerd, de nulmeting is tevens per bijlage meegezonden (Kamerstukken I, 2020/21, 33 118, BD). Tevens is door de Staatssecretaris van IenW op 13 december 2021 de Kamer per brief verder geïnformeerd over de versterking van het VTH-stelsel (Kamerstukken I, 2020/21, 33 118, CS).

5)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de Kamer een integraal inzicht aan te bieden met betrekking tot de systematische aanpak van de monitoring. Jaarlijks komt er een brief over de monitoringsresultaten (T02857)

De monitoring gaat lopen na de inwerkingtreding. Het plan van aanpak voor de monitoring van het stelsel van de OW zal begin 2023 aan de kamer worden toegezonden. Jaarlijks zal aan de Kamers worden gerapporteerd over de resultaten van deze monitor.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 maart 2023 (en daarna wordt het een doorlopende toezegging).

6)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe de werking van de software betreffende het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) continu te testen en de resultaten daarvan, die hun beslag krijgen in rapportages van verschillende instanties, de Kamer aan te bieden vóór de toezending van het inwerkingtredings-KB (T02865)

De Eerste Kamer is per brief van 14 oktober 2022 geïnformeerd over de toets uitgevoerd door de Adviescommissie ICT-Toetsing (Kamerstukken I 2021/2022, 33 118, EK). De kamer zal in het voorjaar van 2023 nog geïnformeerd worden over het verdere verloop van het Integraal Ketentesten.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 maart 2023.

7)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de Kamer te informeren over privacyaspecten inzake de vergunningaanvragen en meldingen met betrekking tot de uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02867)

Afgedaan. De kamer is op 14 december 2021 middels de Voortgangsbrief Omgevingswet geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, CV, Kamerstukken II 2021/22, 33 118, nr. 209.)

8)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), toe een overzicht te sturen vóór de voorhang van het inwerkingtredings-KB van zaken die gereed moeten zijn waar het betreft de aansluitingen van overheden op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02868)

Deze toezegging is en wordt uitgevoerd. De informatie over de aansluitingen wordt elke twee weken gepubliceerd op aansluitmonitor op de website van het programma Aan de Slag. De maandelijkse overzichten worden tevens aan de Eerste Kamer toegestuurd.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 juli 2023.

9)

Nieuw: De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Kluit (GroenLinks), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe een landelijke voorlichtingscampagne te initiëren, opdat mensen weten van de komst van de Omgevingswet en waar ze verdere informatie kunnen halen (T02869)

De landelijke voorlichtingscampagne zal starten nadat het inwerkingtredings-KB betreffende de Omgevingswet is geslagen.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 april 2023.

10)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat gemeentes eraan te herinneren dat het opstellen van milieueffectrapporten (MER’en) tot hun takenpakket hoort (T02871)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

11)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe bij de doorlichting van het milieurecht te bezien waar de bewijslast betreffende best beschikbare technieken (BBT) ligt bij het aanpassen van vergunningen (T02873)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

12)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat zij met alle overheden het onderwerp «politiek-democratische cultuur» zal bespreken naar aanleiding van het rapport «Borging van de nationale ruimtelijke belangen» van de Inspectie Leefomgeving en Transport ILT) (T02880)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat deze toezegging reeds als «voldaan» aangemerkt is.

13)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer toe de uitkomsten van de implementatiemonitor inzake de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet in de uitvoeringspraktijk voorafgaand aan de voorhang van het inwerkingtredings-KB met de Kamer te delen (T02882)

Afgedaan. In de Voortgangsbrief Omgevingswet oktober 2021 is de Kamer geïnformeerd over de halfjaarlijkse Monitor Invoering Omgevingswet (Kamerstukken I 2021/22, 33 118, CP, bijlage 2). Dit was de laatste implementatiemonitor. In verband met de nieuwe fase in de implementatie is deze monitor er niet meer. De Eerste Kamer wordt via de brieven over de implementatie van de Omgevingswet op de hoogte gehouden. Laatstelijk bij brief van 14 oktober 2022 waarin de stand van zaken van de implementatie is aangegeven (Kamerstukken I 2021/2022, 33 118, EK).

14)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD), Rietkerk (CDA) en Janssen (SP), toe de Kamer te informeren over de resultaten van de gesprekken met de koepels inzake het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond betreffende de periode vanaf 2021, in het kader van het nemen van maatregelen om locaties aan te pakken met zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS (T02884)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

15)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat in de voortgangsbrief uiteengezet wordt hoe de onafhankelijke evaluatie na vijf jaar en de jaarlijkse monitoring vorm worden gegeven (T02887)

De Eerste Kamer is per brief van 24 februari 2022 geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/2022, 33 118, DJ, Kamerstukken II 2021/2022, 33 118, nr. 220). In verband met het intrekken van het KB verschuift deze datum. De verwachting is het plan van aanpak voor de monitoring van het stelsel van de OW begin 2023 aan toe te sturen. Na inwerkingtreding wordt jaarlijks gerapporteerd over de resultaten van de monitor. Het werkprogramma van de onafhankelijke evaluatiecommissie wordt naar verwachting begin 2023 aan de Kamers gezonden.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 februari 2023.

16)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe de effecten van piekgeluiden overdag op de gezondheid te betrekken bij de brief over het rapport over de WHO-normen die wordt gestuurd ter uitvoering van de motie-Schonis (T02892)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

17)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe het punt van handhaving van geluidproductie van brommers en andere lawaai makende mobiliteit in gesprekken met VNG onder de aandacht te brengen (T02898)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

18)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe dat in het interbestuurlijk programma «Aan de slag met de Omgevingswet» aandacht zal worden besteed aan welke instrumenten reeds beschikbaar zijn wat betreft kostenverhaal op provinciaal en Rijksniveau (T02906)

Afgedaan. De Eerste Kamer is hier per brief van 24 februari 2022 over geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DJ). De «Handreiking kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet» is in mei 2022 op de website van het programma Aan de Slag met de Omgevingswet gepubliceerd.

19)

De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat dialogen met partners over politiek-democratische cultuur gevoerd zullen worden en dat het punt van macht en tegenmacht wordt meegenomen bij de monitoring en evaluatie van jurisprudentie (T02908)

De opzet van de monitor van het stelsel van de OW wordt begin 2023 aan de Kamer toegezonden.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 februari 2023.

20)

De Minister zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de brede financiële consequenties van het DSO voor provincies, gemeenten en waterschappen in december in beeld komen, of in ieder geval voor de voorhang van het inwerkingtredings-KB inzake de Omgevingswet (T03000)

Afgedaan. In de beantwoording van Kamervragen van 26 januari 2022 (Kamerstukken I, 2020/21, 33 118, DC) is de Kamer geïnformeerd over de financiële afspraken tussen decentrale overheden en BZK. Tevens is de Kamer per brief van 24 februari 2022 geïnformeerd (Kamerstukken I, 2020/21, 33 118, nr. DJ) over de reservering van middelen in het Coalitieakkoord. Ook in de recente beantwoording op Kamervragen van de Eerste Kamer van 7 juni, 6 mei en 2 februari jl. is ingegaan op de financiën van het DSO (Kamerstukken I 2021/22, 33 118, resp. DV, DN en DC).

21)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat zij erop toe zal zien dat definities bij de voortgangsrapportages van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) op elkaar afgestemd worden (T03006)

In de commissievergadering van 10 mei 2022 is besloten dat de Minister voor Natuur en Stikstof is aangemerkt als primair verantwoordelijke bewindspersoon.

22)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe de monitor ouderenhuisvesting naar de Eerste Kamer te sturen (T03048)

De monitor ouderenhuisvesting is in november klaar en zal dan worden verstuurd.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 januari 2023.

23)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks) en Crone (PvdA), toe nog eens na te zullen denken over een cumulatief effectonderzoek met betrekking tot de milieueffectrapportages (MER’s) van gemeenten en provincies. (T03063)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 januari 2022 per brief door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34 682, nr. H).

Ter toelichting: naar aanleiding van een verzoek van de Eerste Kamer aan de toenmalige Minister van BZK heeft het PBL in een pilot een analyse gemaakt van mogelijke ontwikkelingen voor wonen en werken in kwetsbare gebieden. Deze pilot planmonitor is door de Staatssecretaris van IenW, als eerstverantwoordelijk bewindspersoon voor het PBL, in december 2021 aan de Eerste Kamer toegezonden (Kamerstukken I 2021/22, 34 682, nr. H).

24)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat zij het inwerkingtredings-KB betreffende de Omgevingswet niet eerder ter bekrachtiging voorlegt aan de Koning dan nadat de beraadslaging in de Eerste Kamer is afgerond en de Eerste Kamer heeft ingestemd (T03129)

Deze toezegging is nogmaals bevestigd door de Minister voor VRO in het plenaire debat in de Eerste Kamer over de Omgevingswet op 28 juni 2022 en bij brief van 14 oktober 2022.

25)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat een drietal aspecten rondom de invoering van de Omgevingswet geregeld moeten zijn, te weten: 1. dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkt; 2. dat de financiële afspraken tussen de decentrale overheden en het Rijk ten aanzien van de uitvoering van het stelsel en ten aanzien van het beheer en onderhoud van het DSO zijn gemaakt, en dat deze ook zijn geborgd voor zover het over de Rijksbijdrage gaat in de begrotingen van het Rijk; 3. dat verschillende uitvoeringsorganisaties – zoals de rechtspraak en de VTH-kolom – hebben aangegeven dat zij gereed zijn voor de uitvoering en dat daartoe ook een uitvoeringstoets is gedaan (T03130)

Afgedaan. De Eerste Kamer is in verscheidene brieven over deze toezegging geïnformeerd, waaronder in de brief van 30 april 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 33 118, CD) en in de beantwoording van 2 februari jl. (Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DC). In de beantwoording is aangegeven dat de Minister in het debat van 13 januari 2021 niet expliciet toegezegd heeft dat er voor deze specifieke uitvoeringsorganisaties een aparte uitvoeringstoets nodig is. Dit is in uw Kamer op 12 november 2021 bij een eerder rappel geantwoord (Kamerstukken I 2021/22, 35 925 VII, A). Bij brief van 14 oktober 2022 is de laatste stand van zaken gemeld (Kamerstukken I 2021/22, 33 118 / 34 986, EK).

26)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid de Boer (GroenLinks), toe een reactie op de brief van woningcorporatie Aedes aan de Kamer te sturen (T03340)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 15 november 2022 per brief geïnformeerd.

Uit de rappelbrief van minBZK zijn de standen van zaken:

1)

De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe na te gaan of de verslagen van de landelijke regietafels, in ieder geval de Landelijke Regietafel Migratie, openbaar zijn en hoe duidelijkheid gecreëerd kan worden voor wat betreft de verantwoording van dergelijke regietafels (T03212)

De beantwoording is nagenoeg gereed en komt binnenkort naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 januari 2023.

2)

De Minister voor VRO zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe de Kamer medio 2022 te informeren over de inventarisatie van het Rijksvastgoedbedrijf naar de mogelijke locaties om statushouders of vergunninghouders op te vangen (T03355)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 november 2022 per brief geïnformeerd.

3)

De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe haar schriftelijk te informeren over de bevoegdheidsverdeling tussen het bevoegd gezag en de kwaliteitsborger (T03368)

Met de stafmedewerker Eerste Kamer is op 4 oktober 2022 afgesproken de toezegging te betrekken bij de besluitvorming (na beantwoording Minister) Wkb-brief d.d. 29 september 2022. De brief en bovenstaande toezegging zullen worden besproken in commissievergadering d.d. 15 november 2022.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 januari 2023.

4)

De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe de monitoringsrapportage nog voor kerst 2021 aan de Kamer te zenden (T03369)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 16 december 2021 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34 453, nr. AB).

Rappelabele toezeggingen EK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (vooruitblik januari 2023) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

1)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Fiers (PvdA), Lintmeijer (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie) toe om de Kamer vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet jaarlijks een voortgangsrapportage te sturen. Hierbij wordt ook een plan van aanpak voor de monitoring en de tussentijdse evaluatie gevoegd. De Minister zal in de voortgangsrapportage ingaan op de routekaart voor gebouwen in de gevolgklassen 2 en 3 (T02737)

Het plan van aanpak Monitoring en Evaluatie is als bijlage bij de brief van 16 december 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34 453, nr. AB) aan uw Kamer toegezonden. Daarin is ook de routekaart naar GK2 en GK3 opgenomen. Verder wordt uw Kamer nu jaarlijks tot aan inwerkingtreding op de hoogte gehouden van de voortgang.

Ook dit jaar zal uw Kamer over de voortgang van de Wkb worden geïnformeerd. De Eerste Kamer wordt – conform toezegging – voor 1 januari 2023 geïnformeerd.

2)

De Minister zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat de eerste uitbouw van het DSO het onderwerp «natuur» betreft (T03001)

Afgedaan. De Eerste Kamer is hier eerder over geïnformeerd via Kamervragen op 2 februari 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 33 118, DC.). Het kunnen tonen van omgevingswetdocumenten vanuit de natuurwetgeving (aanwijzingsbesluiten voor natuurgebieden, toegangsbeperkingsbesluiten en dergelijke) is als functionaliteit ingebouwd in DSO-LV en werkend.

3)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (PvdA), toe dat bij de jaarlijkse evaluatie van de Omgevingswet zal worden bezien of de ambities voor natuur worden waargemaakt en indien dat niet het geval is, zullen de onderliggende redenen bekeken worden (T03010)

Deze toezegging is van de Minister van LNV. Het Ministerie van LNV rapporteert de Eerste Kamer hierover.

4)

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe de Kamer in een voortgangsrapportage te informeren over de uitkomsten van de Integrale Ketentesten over Fase I, die in juli beschikbaar komen, alsmede de uitkomsten van iedere opvolgende fase waarin een ketentest is afgerond (T03422)

De Eerste Kamer is geïnformeerd over de uitkomsten van de Integrale Ketentesten Fase I. (Kamerstukken I 2021/22, EK 33 118 / 34 986, EK). In de brief van 14 oktober is de EK geïnformeerd over de uitkomsten van IKT2. De uitkomsten van het integrale ketentesten zijn openbaar te volgen via de website van het programma Aan de Slag, daarmee wordt de Eerste Kamer doorlopend geïnformeerd over de uitkomsten van de testen.

De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 februari 2023.

Voor wat betreft de toezeggingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet: T02859, T02864, T02875, T02878, T02881, T02886, T02888, T02893, T02894, T02895, T02902, T02903, T02905, T02907, T02909, T02999 en T02862

De Eerste Kamer wordt een jaar na inwerkingtreding geïnformeerd (en daarna doorlopend).


X Noot
1

Samenstelling:

Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), vacant (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).

Naar boven